DOSSIERS
Alle dossiers

Wet- en regelgeving  

IEF 7404

Bezwaartermijn

BBIE nieuwsflits: Vanaf 1 januari 2009 past het BBIE de bezwaartermijn die wordt gegeven bij een op absolute gronden geweigerd depot aan. Dit geldt voor depots ingediend vanaf 1 januari 2009. De termijn voor het indienen van argumenten wordt drie maanden. 

Na afloop van deze drie maanden verlengt het Bureau de gegeven termijn altijd ambtshalve met één maand. Daarnaast is er tijdens een lopende bezwaartermijn altijd de mogelijkheid om schriftelijk te te verzoeken de termijn te verlengen tot zes maanden na de datum van de oorspronkelijke weigeringsbeslissing. Uiteraard zullen de gegeven termijnen in de verschillende brieven over de weigering worden medegedeeld. 

Overigens zal het indienen van een bezwaarschrft door het Bureau tevens worden opgevat als een verzoek tot verlenging van de initieel gegeven termijn tot zes maanden.

IEF 7342

Een volgende (ingrijpender) wijziging van het BVIE

Verslag van de eerste bijeenkomst van de Beneluxraad voor de Intellectuele Eigendom (Beneluxraad), 7 november 2008.

“Dat in de PIC (een ambtelijke werkgroep met vertegenwoordigers van de lidstaten, het Secretariaat-Generaal van de Benelux en het Bureau, die wetgeving voorbereidt) momenteel de laatste hand wordt gelegd aan een protocol dat enkele (kleine) wijzigingen van het BVIE bevat, maar dat er ook al besprekingen gaande zijn over een volgende (ingrijpender) wijziging van het BVIE. Het Bureau is bezig een integraal document op te stellen, waarin alle mogelijke wijzigingen worden opgesomd en onderzocht. Enkele voorbeelden:

- De mogelijke aanstelling van het Benelux-Gerechtshof als bevoegde rechter voor beroepen tegen beslissingen van het Bureau. Hierover bestaan twee aanbevelingen van het Beneluxparlement en wordt binnenkort antwoord van het Comité van Ministers verwacht. De urgentie van dit onderwerp wordt verhoogd door de grote verschillen tussen Belgische en Nederlandse rechtspraak die de afgelopen jaren alleen maar groter zijn geworden. Voor dit onderwerp zou eventueel een deskundige in de zin van artikel 3 sub d van het reglement Beneluxraad kunnen worden uitgenodigd, die (een deel van de) vergadering bijwoont om het standpunt van het Benelux-Gerechtshof toe te lichten.

- De mogelijke instelling van een nietigheidsprocedure bij het Bureau.

Uiteraard zijn dit onderwerpen waarover de Beneluxraad om advies zal worden gevraagd. Het Bureau zal voor de volgende vergadering de nodige documentatie voorbereiden.

Lees hier meer. 

IEF 7254

Merkenrichtlijn vervangen: 89/104/EEG wordt 2008/95/EG

Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (Gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst).

Een louter codificerende wijziging: Richtlijn 2008/95/EG vervangt met ingang van 28 november de zogenaamde Merkenrichtlijn (richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten). De oude richtlijn is ‘inhoudelijk gewijzigd [o.a. door richtlijn 89/104/EEG] en ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.”

Niet veel nieuws dus, een update en een nieuwe naam. ‘Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.’

Lees de richtlijn hier

IEF 7242

Welke rol speelt Nederland?

Kamervragen, vraagnr. 2080904660. Vragen van het lid Vendrik (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de Anti-Counterfeiting Trade Agreement. (Ingezonden 6 november 2008).

"1. Bent u ervan op de hoogte dat de Europese Commissie, de Verenigde Staten en Japan aan het onderhandelen zijn over een nieuw handhavingsverdrag voor intellectueel eigendom op het internet, het Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA)?

3 Speelt Nederland een rol in de onderhandelingen? Zo ja, wat is de inzet van Nederland? Zo neen, waarom niet?"

Lees alle vragen hier.

IEF 7228

Nieuwe weigeringsrichtlijnen

Vers op de site van het BBIE: Richtlijnen inzake de criteria voor de toetsing van merken op absolute gronden (versie 1 januari 2009.

"Sinds de vorige richtlijnen (september 2004) is zowel op Europees als op Benelux niveau weer de nodige jurisprudentie gewezen. Hoewel hieruit geen ingrijpende inhoudelijke wijzigingen voortvloeien, werd het toch tijd om de richtlijnen te actualiseren. Daar komt bij dat in de oude richtlijnen nog werd verwezen naar de oude bepalingen van de eenvormige Beneluxwet op de merken (hierna: “BMW”) in plaats naar de (overigens evenmin inhoudelijk gewijzigde) huidige bepalingen van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (hierna: “BVIE”) en naar het oude Benelux- Merkenbureau (hierna: “BMB”) in plaats van naar het huidige BBIE. I n deze richtlijnen is de opbouw zoveel mogelijk dezelfde gehouden als in de vorige versie, zodat de geïnformeerde gebruiker er zo makkelijk mogelijk zijn weg in kan vinden.”

Lees de richtlijnen hier.

IEF 7052

Er zijn nieuwe regels van de Directeur-Generaal.

Edmond-Simon DG-BBIE1- Vanaf 1 januari 2009 past het BBIE de bezwaartermijn die wordt gegeven bij een op absolute gronden geweigerd depot aan. Dit geldt voor depots ingediend vanaf 1 januari 2009. De termijn voor het indienen van argumenten wordt drie maanden. Na afloop van deze drie maanden verlengt het Bureau de gegeven termijn altijd ambtshalve met één maand. Daarnaast is er tijdens een lopende bezwaartermijn altijd de mogelijkheid om schriftelijk te te verzoeken de termijn te verlengen tot zes maanden na de datum van de oorspronkelijke weigeringsbeslissing.

2- Betreft: Intrekking van opposities na beslissing

1. Opposanten kunnen de door hen ingestelde opposities geheel intrekken tot het moment waarop de beslissing van het Bureau, ingevolge artikel 2.16, lid 4 BVIE, definitief wordt.

2. Intrekken van een oppositie nadat het Bureau een beslissing heeft genomen heeft enkel tot gevolg dat het Bureau zijn beslissing niet ten uitvoer zal leggen. Dit heeft niet tot gevolg dat de grond aan de uitgesproken verwijzing in de kosten (artikel 2.16, lid 5 BVIE) komt te ontvallen.

3. Bij intrekking van een oppositie nadat het Bureau een beslissing heeft genomen, volgt geen restitutie van voor de oppositie betaalde rechten.

Lees hier iets meer.

IEF 7004

Anti-Namaak Handelsverdrag

Kamerstukken II 2007/08, 23490, nr. 515. Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag; Verslag algemeen overleg op 3 juli 2008 over o.a. agenda informele JBZ-Raad van 7 en 8 juli 2008 
 
Mevrouw Kuiken (Pvda): Wat is het standpunt ten aanzien van het Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) dat tijdens de G8-top getekend schijnt te worden? Hierdoor is het onder andere mogelijk om reizigers te dwingen de data op hun laptops prijs te geven.
 
Minister van Justitie: De ACTA vergt aandacht in EU-verband. De discussie over handhaving ophet gebied van intellectueel eigendomsrecht is nog niet afgesloten. Voor bepaalde onderdelen is Europese besluitvorming vereist. Ten aanzien van persoonsgegevens moet worden toegezien op een goede en gelijkwaardige rechtsbescherming in Europa en de Verenigde Staten, waarbij Europese burgers ook toegang moeten hebben tot de Amerikaanse rechter. De onderhandelingen hierover zijn voorzien voor 2009. De Kamer zal hiervan op de hoogte gehouden worden.
 
Lees hier meer.
 
Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 188. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 16, 17 en 18 juli 2008
 
"Een ander punt van aandacht in het externe beleid is de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (met name merk- en auteursrechten) door middel van de bestrijding van namaak en piraterij. Effectief optreden tegen dergelijke inbreuken op intellectuele eigendomsrechten is geboden, zowel in Nederland, in Europa, maar zeker ook mondiaal. Een internationale ontwikkeling als de onderhandelingen over een «Anti Counterfeit Trade Agreement» (ACTA), een internationaal Verdrag ter bestrijding van namaak, verdient daarom aanmoediging. Het is goed dat de EU hierbij betrokken is, waarbij EU-wetgeving op het gebied van handhaving (zoals de richtlijn civiele handhaving IE-rechten) model kan staan voor een internationale standaard. Nederland vindt het van belang dat er op EU-niveau meer aandacht is voor een meer coherente bestrijding van namaak en piraterij en ziet uit naar de door de Europese Commissie aangekondigde mededeling over dit onderwerp."
 
Lees hier meer.

Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 189. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met haar reactie op het artikel 'Top bedisselt aanpak piraterij' in Automatiseringsgids 2008, 24
 
"De daadwerkelijke besprekingen over de inhoud van ACTA zijn pas onlangs gestart en er ligt thans dus nog geen kant-en-klare overeenkomst op tafel waaruit conclusies te trekken zijn over de positie van internet-service providers. Als eerste zijn de onderwerpen douanemaatregelen en civiele handhaving aan de orde. Met betrekking tot deze onderwerpen, die reeds onder de bevoegdheid van de Europese Commissie vallen, zal deze ook het woord voeren. De Raad van de Europese Unie heeft de Europese Commissie daartoe op 14 april jl. een mandaat verstrekt. Dit houdt onder andere in dat, voor wat betreft de onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallende aangelegenheden, de Commissie de onderhandelingen zal voeren na overleg met de lidstaten (via het Comité van artikel 133 en andere relevante comités en Raadswerkgroepen). Voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, zoals strafrechtelijke sancties en samenwerking tussen nationale handhavingsinstanties, neemt het voorzitterschap, namens de lidstaten, volwaardig deel aan de besprekingen. Het is thans nog niet bekend wanneer deze aangelegenheden aan de orde komen. Naar alle verwachting zal dit in september duidelijk worden. De Kamer zal zo spoedig mogelijk daarna nader over ACTA geïnformeerd worden."
 
Lees de gehele brief hier, artikel hier.

IEF 6431

Nu met BOIE

Voor wat het waard is: Verdrag tot herziening van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie (met Protocol en Verklaring); 's-Gravenhage, 17 juni 2008.

DEEL 6 BENELUX-ORGANISATIE VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM
Artikel 31: De Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) is geregeld in het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) ondertekend te ’s-Gravenhage op 25 februari 2005.

IEF 6309

Er zijn nog plaatsen over

rondetafel.gifNetherlands Roundtable (INTA) on  ‘Non Confusion Infringement And Dilution in EU Trademark Law’, Wednesday June 25, 2008, 4-6 p.m, Offices of NautaDutilh NV, Strawinskylaan 1999, Amsterdam, The Netherlands.

The discussion will focus on what constitutes non confusion infringement under art. 5(2) and 5(5) Directive and art. 8(5) and 9(1)(c) CTM Regulation. The session will be followed by drinks in the bar of NautaDutilh NV.

Guest speaker: Tobias Cohen Jehoram, partner in De Brauw Blackstone Westbroek

Hosting moderator: Prof. Charles Gielen, partner in NautaDutilh NV and professor of IP law at the University of Groningen.

Lees hier iets meer.

IEF 6172

Een berg geld

Kamervragen met antwoord 2007/08, nr. 2403. Vragen van de leden De Roon en Graus (beiden PVV) aan de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over te hoge tarieven van het Europees Merkenbureau. (Ingezonden 23 april 2008); Antwoord
 
Vraag 3
Ziet u belemmeringen om dat tarief zo snel mogelijk te verlagen? Zo ja, welke? Zo neen, wat gaat u doen om te bevorderen dat dit tarief snel lager wordt?
 
Antwoord
Het proces tot tariefverlaging is al in gang gezet. De Raad van de Europese Unie heeft in mei 2007 naar aanleiding van een mededeling van de Europese Commissie over de financiële vooruitzichten van het Bureau voor de harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (OHIM) en de verdere ontwikkeling van het Gemeenschapsmerksysteem conclusies hieromtrent aangenomen. Onderdeel hiervan is een oproep aan de Commissie om voorstellen te doen tot een directe verlaging van de tarieven voor de verlening van het Gemeenschapsmerk. Nederland heeft voornoemde conclusies gesteund. De verwachting is dat de Commissie nog vóór de zomer met voorstellen daaromtrent zal komen.
 
Lees alle vragen en antwoorden hier.