DOSSIERS
Alle dossiers

Rechtspraak  

IEF 21992

Handelsnamen van Mobility Next en verweerder komen overeen maar zorgen niet voor verwarringsgevaar

Rechtbank Oost-Brabant 21 mrt 2024, IEF 21992; ECLI:NL:RBOBR:2024:1214 (Mobility Next tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/handelsnamen-van-mobility-next-en-verweerder-komen-overeen-maar-zorgen-niet-voor-verwarringsgevaar

Rb. Oost-Brabant 21 maart 2024, IEF 21992; ECLI:NL:RBOBR:2024:1214 (Mobility Next tegen verweerder). Mobility Next voert een onderneming die zich bezig houdt met de handel en reparatie van auto’s. In het handelsregister staat Mobility Next ingeschreven onder de handelsnamen Mobility Next B.V. en myrefurbishedcar.nl. Daarnaast maakt zij gebruik van de domeinnaam www.mrcar.nl. Verweerder drijft een eenmanszaak onder de naam Mrcars, eveneens onder deze naam ingeschreven in het handelsregister. Voor zijn website gebruikt hij de domeinnaam www.mrcars.nl. In deze procedure verzoekt Mobility Next de kantonrechter om verweerder te gebieden om inbreuk op het handelsnaamrecht van Mobility Next te staken en het gebruik van de handelsnaam met daarin ‘Mrcar’ opgenomen te staken. Deze vorderingen worden gebaseerd op een vermeende inbreuk op de handelsnaamrechten van Mobility Next zoals bedoeld in artikel 5 Hnw. Het gebruik van beide handelsnamen naast elkaar zou volgens Mobility Next tot verwarringsgevaar bij het relevante publiek leiden, waardoor verweerder ten onrechte kan profiteren van de goede naam van Mobility Next.

IEF 21934

Boeteclausules over gebruik domeinnaam over en weer toewijsbaar

Rechtbank Overijssel 27 feb 2024, IEF 21934; ECLI:NL:RBOVE:2024:1070 (De Arbeidsmediators tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/boeteclausules-over-gebruik-domeinnaam-over-en-weer-toewijsbaar

Rb. Overijssel 27 februari 2024, IE 21934, IT 4490; ECLI:NL:RBOVE:2024:1070 (De Arbeidsmediators tegen gedaagden). Tussen partijen heeft een geschil bestaan over het gebruik van de handelsnaam ‘Dé ArbeidsMediator’. Partijen hebben in oktober 2022 ter beëindiging van dat geschil een overeenkomst gesloten waarin is bepaald dat de Domeinnaam nog voor een periode van 6 maanden mag gebruiken. Na verloop van deze 6 maanden zal de Domeinnaam worden overgedragen door Partij B aan Partij A. Partij A zegt hierbij toe dat de Domeinnaam voor een periode van 2 jaar vanaf datum overeenstemming niet door haar gebruikt zal worden en gedurende deze periode enkel ter registratie zal worden aangehouden. Partijen vorderen over en weer contractuele boetes vanwege het niet nakomen van een vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter merkt ten eerste op dat niet in de vaststellingsovereenkomst staat dat Partij B de Domeinnaam binnen de periode van zes maanden aan De Arbeidsmediators diende over te dragen. Echter staat wel in de overeenkomst vermeld dat Partij B de Domeinnaam nog voor een periode van zes maanden mag gebruiken. Nu vaststaat dat de Domeinnaam na afloop van de periode van zes maanden is blijven doorlinken naar Partij B, schendt Partij B de vaststellingsovereenkomst en wordt de vordering in conventie toegewezen. Ook de Arbeidsmediators schendt de vaststellingsovereenkomst nu vaststaat dat de Domeinnaam vanaf 30 juni 2023 tot 5 september 2023 was doorgelinkt naar de website van De Arbeidsmediators. Ook de vordering in reconventie wordt toegewezen.

IEF 21889

Slampaq hoeft domeinnamen niet over te dragen aan Stichting Bospop

Rechtbanken 14 feb 2024, IEF 21889; ECLI:NL:RBLIM:2024:709 (Stichting Bospop tegen Slampaq), https://delex.nl/artikelen/slampaq-hoeft-domeinnamen-niet-over-te-dragen-aan-stichting-bospop

Vzr. Rb. Limburg 14 februari 2024, IEF 21889; ECLI:NL:RBLIM:2024:709 (Stichting Bospop tegen Slampaq) Stichting Bospop organiseert jaarlijks een gelijknamig festival. In het jaar 2000 bouwde een vrijwilliger van Stichting Bospop de website www.bospop.nl, die later werd overgedragen aan Slampaq. De vrijwilliger die de website heeft gebouwd is de eigenaar van Slampaq. Slampaq onderhoudt de website voor Stichting Bospop tegen betaling.

IEF 21874

Handelsnamen van verloskundigepraktijken komen visueel in hoge mate overeen

Rechtbank Oost-Brabant 27 dec 2023, IEF 21874; ECLI:NL:RBOBR:2023:6115 (Verloskundige Praktijk Vivre tegen gedaagde`), https://delex.nl/artikelen/handelsnamen-van-verloskundigepraktijken-komen-visueel-in-hoge-mate-overeen

Vzr. Rb. Oost-Brabant 27 december 2023, IEF 21874; ECLI:NL:RBOBR:2023:6115 (Verloskundige Praktijk Vivre tegen gedaagde) Kort geding. Verloskundige Praktijk Vivre (hierna: Vivre) drijft sinds 2004 een praktijk voor verloskundige zorg en echoscopie in de gemeenten Valkenswaard en Waalre met als handelsnaam Vivre. Ook gedaagde drijft een verloskundigepraktijk. In de KvK staat deze onderneming ingeschreven met als handelsname 'Vivé Vrouw en Verloskunde' en 'Vivé Pretecho'. Voor haar website gebruikt zij de domeinnaam www.viveverloskunde.nl. In 2023 heeft gedaagde een praktijk in Valkenswaard overgenomen. Vivre vordert samengevat staking van het gebruik van de handelsnaam Vivé, alsmede staking van het gebruik van de domeinnamen en e-mailadressen. Hieraan ten grondslag legt Vivre dat de diensten die beide bedrijven aanbieden identiek zijn, en deze beide worden geboden in hetzelfde verzorgingsgebied als waar Vivre opereert. Dit leidt volgens Vivre tot verwarring onder het publiek. 

IEF 18424

Uitspraak ingezonden door Benjamin van Werven, Bergh Stoop & Sanders.

Domeinnaam moet worden overgedragen als deze niet gebruikt wordt

Rechtbanken 12 apr 2019, IEF 18424; (NewFysic tegen L.M.N. Engineering), https://delex.nl/artikelen/domeinnaam-moet-worden-overgedragen-als-deze-niet-gebruikt-wordt

Rechtbank Amsterdam 12 april 2019, IEF18424; ECLI:NL:RBAMS:2019:2806 (NewFysic tegen L.M.N. Engineering) NewFysic voert een onderneming die zich bezighoudt met de exploitatie van een afslankmethode. L.M.N. Engineering ('de vof') houdt zich ook bezig met de exploitatie van een afslankmethode. De vof voert de handelsnaam NewFigure. Er zijn verschillende conflicten gerezen over het gebruik van de domeinnaam www.newfigure.nl. Nu de domeinnaam niet gebruikt wordt door NewFysic, moet deze worden overgedragen. 

IEF 18308

Mondelinge overeenkomst overdragen Ergonnederland.eu buitengerechtelijk vernietigt nu tegen gemotiveerde betwisting niets is aangedragen

Rechtbanken 8 mrt 2019, IEF 18308; ECLI:NL:RBGEL:2019:1141 (Trademark tegen Ergon), https://delex.nl/artikelen/mondelinge-overeenkomst-overdragen-ergonnederland-eu-buitengerechtelijk-vernietigt-nu-tegen-gemotive

Ktr. Rechtbank Gelderland 8 maart 2019, IEF 18308; IT 2726; ECLI:NL:RBGEL:2019:1141 (Trademark tegen Ergon) Domeinnaamrecht. Trademark heeft telefonisch contact met Ergon opgenomen met betrekking tot de levering van de domeinnaam www.ergonnederland.eu. Tussen partijen is een mondelinge overeenkomst tot stand gekomen voor de levering van genoemde domeinnaam voor de duur van 10 jaar. Ergon heeft deze factuur onbetaald gelaten. Ergon heeft bij brief buitengerechtelijk vernietiging van de overeenkomst ingeroepen op grond van dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden. Nu Trademark niet reageert op de gemotiveerde betwisting van haar standpunten, wordt geconcludeerd dat zij deze niet langer wenst te handhaven. Afwijzing vordering van Trademark. Misbruik van procesrecht door Trademark en de door Ergon verzochte integrale kostenveroordeling in redelijkheid wordt begroot op € 1.500,00.

IEF 18302

Uitspraak ingezonden door Nathalie Noesen van Taylor Wessing.

Boschproject.org is gemeenschappelijk goed, BRCP mag hier dus op voortborduren

Rechtbanken 7 mrt 2019, IEF 18302; ECLI:NL:RBAMS:2019:1739 (X tegen BRCP), https://delex.nl/artikelen/boschproject-org-is-gemeenschappelijk-goed-brcp-mag-hier-dus-op-voortborduren

Vzr. Rechtbank Amsterdam 7 maart 2019, IEF 18302; ECLI:NL:RBAMS:2019:1739 (X tegen BRCP). Dit is het tweede kort geding in deze zaak (voor het eerste kort geding, zie IEF 17792). De reden voor het aanspannen van dit tweede kort geding was dat Bosch Research and Conservation Project (hierna: BRCP) op 29 november 2018 een nieuwe website heeft gelanceerd (www.jheronimusbosch.org) waarmee wordt voortgeborduurd op de website https://boschproject.org die onderwerp van geschil was in het eerste kort geding. Gedaagde stelt zich op het standpunt dat er o.a. door de publicatie van de nieuwe website van BRCP sprake is van auteursrechtinbreuk. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat het BRCP niet kan worden verboden om ten behoeve van haar nieuwe website de onder de voormalige samenwerking tot stand gekomen onderdelen van de oude website, te gebruiken. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van gedaagde afgewezen en gedaagde veroordeeld in de proceskosten ex artikel 109h Rv.

IEF 15670

Inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van HOF audio-licht-beeld

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 3 februari 2016, IEF 15670 (Hof audio-licht-beeld tegen gedaagde)
Uitspraak ingezonden door Jarl Koning, Trip Advocaten & Notarissen. Merkenrecht. Handelsnaam. Auteursrecht. Domeinnaam. Gedaagde houdt zich onder de naam HOF bedrijfsmatig bezig met dienstverlening op het gebied van audio, licht en beeld, waarbij hij een logo is gaan gebruiken dat enige verwantschap vertoont met het logo dat eiseres in de afgelopen jaren gebruikte. De voorzieningenrechter oordeelt dat het gebruik door gedaagde van de handelsnamen waarin HOF voorkomt schending van artikel 5 Hnw oplevert. Daarnaast maakt gedaagde op grond van art. 2.20 lid 1 sub a BVIE merkinbreuk. Doordat gedaagde zonder toestemming van eiseres foto’s heeft gebruikt ten behoeve van zijn website, heeft hij tevens auteursrechtinbreuk. Ook wordt domeinnaamoverdracht bevolen.

Handelsnaam
4.10. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is in casu sprake van een zodanig geringe afwijking tussen de in geding zijnde handelsnamen dat bij het relevante publiek verwarring tussen beide ondernemingen te duchten is. In dit verband speelt een rol dat beide ondernemingen in dezelfde regio op een soortgelijk vakgebied werkzaam zijn en zich (deels) richten tot hetzelfde publiek.
4.11. Bij het oordeel dat verwarring tussen beide ondernemingen te duchten is, hecht de voorzieningenrechter geen overwegende betekenis aan het verschil tussen beide namen in die zin dat eiseres soms de toevoeging 'audio-licht-beeld' gebruikt en gedaagde de toevoegingen 'eventsupport', 'eventsupport  & AV', 'AV' en 'Pro'. Juist vanwege de grote bekendheid van de naam HOF is dit het kenmerkend element van beide handelsnamen. Ook indien en voor zover het relevante publiek het verschil tussen beide ondernemingen onderkent, acht de voorzieningenrechter het gevaar alleszins aanwezig dat men desalniettemin een band van economische of juri disc he aard veronderstelt (indirecte verwarring).
4.12. In de gegeven omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat het gebruik door gedaagde van handelsnamen waarin de naam HOF voorkomt, voor het vakgebied waarop gedaagde thans werkzaam is, schending oplevert van het bepaalde in artikel 5 Hnw.

Merkrecht
4.17. Ingevolge artike12.20 lid l.a BVIE kan de merkhouder (in casu eiseres) optreden tegen gebruik van een met zijn merk identiek teken voor identieke waren of diensten. Onder identiek teken moet worden verstaan wanneer het zonder wijziging oftoevoeging alle bestanddelen van het merk afbeeldt, of wanneer het in zijn geheel beschouwd verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen (vgl. Hvr EU 20 maart 2003, IER 2003,237). Nu het dominerende bestanddeel van de door beide partijen gebruikte tekens HOF is, terwijl de verschillen - eiseres gebruikt naast HOF als toevoeging drie rode bollen en gedaagde gebruikt voor de letter 0 in HOF een rode kleur en in het midden van die 0 een rode stip, alsmede onder de naam HOF in een veel kleiner lettertype de woorden 'Eventsupport  & AV' - zo gering zijn dat deze aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen.
4.18. Zoals hiervoor ook is overwogen worden de merken van partijen gebruikt voor werkzaamheden die liggen op het zelfde danwel een soortgelijk terrein als waarop eiseres werkzaam is. Beide merken zijn daarnaast ingeschreven in de klassen 35 en 42. De diensten van partijen komen dan ook in ieder geval voor een gedeelte met elkaar overeen.
4.19. Gelet op het voorgaande maakt gedaagde inbreuk op het merkrecht van eiseres, waartegen eiseres kan optreden op grond van artikel 2.20 lid 1.a BVIE.

Auteursrecht
4.21. Niet weersproken is dat de foto's door gedaagde zijn gemaakt. Evenmin is weersproken dat dat heeft plaatsgevonden tijdens het dienstverband van gedaagde bij eiseres. Ingevolge artikel 7 Auteurswet (Aw) wordt de werkgever als maker van in dienstbetrekking vervaardigde werken (in casu de foto's) aangemerkt. Eiseres heeft dan ook het uitsluitend recht om de foto's openbaar te maken en te verveelvoudigen. Doordat gedaagde zonder toestemming van eiseres die foto's heeft gebruikt ten behoeve van zijn website, heeft hij inbreuk gemaakt op de auteursrechten van eiseres.

Domeinnamen
4.22. Zoals hiervoor is vastgesteld heeft gedaagde in 2006 alle activiteiten van zijn toenmalige bedrijf (alle activa en passiva) ondergebracht in de besloten vennootschap van eiseres Hof Audio-Licht-Beeld BV. Nu daaromtrent geen andersluidende afspraak is  gemaakt, zijn onder de activa begrepen de eigendom van de domeinnamen www.hof.nl en www.hofeventsupport.nl. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit de omstandigheid dat bij de overschrijving van de domeinnaam www.hof.nl naar een andere registrar op 10 augustus 2009 gedaagde als directeur heeft aangegeven dat eiseres houder is van deze domeinnaam. Verder is niet betwist dat de kosten van deze domeinnaam na 2006 steeds door eiseres zijn betaald. In  dit verband is komen vast te staan dat indertijd abusievelijk is verzuimd de domeinnaam www.hof.nl over te dragen aan de vennootschap van eiseres.
4.23. Gelet op het vorenoverwogene dient de eigendom van de domeinnamen www.hof.nl en www.eventsupport.nl te worden overgedragen aan gedaagde.

IEF 15612

Geen sprake van negatieve gevolgen, eiseres mag handelsnamen blijven voeren

Rechtbank Oost-Brabant 13 januari 2016, IEF 15612; ECLI:NL:RBOBR:2016:64 (Expertise en Taxatie handelsnamen)
Uitleg overeenkomst. Handelsnaam. Domeinnaam. Beeldmerk. Woordmerk. Eiseres en gedaagde hebben een koopovereenkomst gesloten waarbij gedaagde haar ondernemingen waarin schade-expertises plaatsvonden verkoopt aan eiseres. Met deze overdracht krijgt zij ook het recht om de handelsnaam [B] Expertise, [A] Expertise en [A] contra-expertise, met een beëindigingsmogelijkheid in het geval van negatieve effecten. Gedaagde behoudt haar andere onderneming waarin taxaties plaatsvinden. Zij deponeert bij het BBIE de beeldmerken [B] resp. [B] Taxatie met het onderschrift Taxatie en Expertise. Eiseres vordert een verklaring voor het recht dat het haar is toegestaan de handelsnamen [B] Expertise, [A] Expertise en [A] contra-expertise te gebruiken. Partijen verschillen van mening over de strekking van het begrip ‘negatieve effecten’. Rechter gaat over tot uitleg en oordeelt dat bij gebreke van voldoende relevante feiten en omstandigheden het niet is komen vast te staan dat zich negatieve effecten hebben voorgedaan. Eiseres mag de handelsnamen (blijven) voeren.

4.1.3. Ingevolge het bepaalde in artikel 1 onder B van de Overeenkomst heeft [gedaagde] ten alle tijde het recht om het gebruik van de naam [A] in voormelde handelsnamen in overleg met de aandeelhouders van [eiseres] te beëindigen indien het verdere gebruik van de handelsnamen tot negatieve effecten voor [gedaagde] leidt. Partijen verschillen van mening over de strekking van het begrip ‘negatieve effecten’. Dit begrip is in de Overeenkomst niet nader toegelicht. De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan, anders dan [gedaagde] heeft gesteld, niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.

4.1.4.    De omstandigheid dat in de Overeenkomst niet nader is omschreven wat in het verband van de beëindiging van het gebruik van de naam [A] onder ‘negatieve effecten’ moet worden verstaan, brengt volgens [gedaagde] mee dat daaronder dienen te worden verstaan effecten die door [gedaagde] als negatief worden ervaren. Uit de tekst van de Overeenkomst, die door [gedaagde] is opgesteld zoals tussen partijen niet in geschil is, blijkt dat niet en [gedaagde] heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat het de bedoeling van partijen was dat de onder negatieve effecten dienen te worden verstaan effecten die door [gedaagde] als negatief worden ervaren. Tegen die stelling van [gedaagde] spreekt bovendien dat in artikel 1 onder B van de Overeenkomst is bepaald dat [gedaagde] het recht tot beëindiging kan uitoefenen in overleg met de aandeelhouders van [eiseres] , welk overleg overigens onweersproken niet heeft plaatsgevonden. Dit komt er immers op neer dat [gedaagde] dat recht niet geheel zelfstandig kon uitoefenen. Volgens [eiseres] kwam het recht tot beëindiging van het gebruik van de naam [A] enkel aan [gedaagde] toe als [eiseres] ernstig met justitie in aanraking zou komen dan wel in staat van faillissement zou geraken. De heer [naam 4] , directeur van [gedaagde] , heeft daaromtrent ter comparitie verklaard dat hij navraag heeft gedaan bij degene die zijdens [gedaagde] bij de totstandkoming van de Overeenkomst waren betrokken, te weten [x] [naam 2] en [x] [A] , en dat deze personen hem hebben gezegd dat de negatieve effecten breder waren dan een faillissement of justitiële contacten, zonder dat aan hem daarbij is aangegeven hoeveel breder. Dat onder negatieve effecten dienen te worden verstaan effecten die door [gedaagde] als negatief worden ervaren, is kennelijk door genoemde personen niet bevestigd.

Er kan gelet op het voorgaande niet van worden uitgegaan dat met ‘negatieve effecten’ wordt gedoeld op enkel door [gedaagde] als zodanig ervaren effecten.

4.1.5. Voor wat betreft de door [gedaagde] ondervonden negatieve effecten heeft [gedaagde] gewezen op de omstandigheid dat de clientèle van [gedaagde] door de splitsing steeds vaker in verwarring kwam, hetgeen bleek uit verkeerd geadresseerde e-mails en andere correspondentie en overboeking van bedragen naar het rekeningnummer van het verkeerde [B] . Volgens [gedaagde] heeft de verwarring tussen [eiseres] en [gedaagde] een steeds negatiever effect op de dienstverlening door [gedaagde] en belemmert zij de verdere uitbouw van de onderneming van [gedaagde] . [gedaagde] heeft de verkeerd geadresseerde e-mails, correspondentie en overboekingen en de gestelde verwarring niet nader onderbouwd en evenmin heeft zij nader geadstrueerd in hoeverre dit tot negatieve effecten voor [gedaagde] heeft geleid.

Ter comparitie heeft [naam 4] voornoemd verklaard dat [gedaagde] enorme administratieve lasten en ICT-kosten had en dat [gedaagde] inkomsten misloopt als men bij het zoeken op internet naar [gedaagde] bij de onderneming van [eiseres] terecht kan komen, maar ook dit is door haar niet nader geconcretiseerd en onderbouwd.

4.1.6. Bij gebreke van voldoende relevante feiten en omstandigheden ter onderbouwing van het standpunt van [gedaagde] dat zich negatieve effecten als bedoeld in de Overeenkomst voordoen, komt de rechtbank niet toe aan het opdragen van bewijs aan [gedaagde] . Het door [gedaagde] gedane bewijsaanbod wordt gepasseerd.

IEF 15570

Domeinnaam <dougla.nl> verwarringwekkend identiek aan Douglas bevonden

WIPO Arbitrage 16 december 2015, IEF 155570; DNL2015-0066 (Douglas tegen Sascha Labarbe)
Uitspraak ingezonden door Arno Stoffelsma & Joost Becker, Dirkzwager. Domeinnaamrecht. Klager is houdster van het woordmerk Douglas en gebruikt deze tevens actief als handelsnaam. Eind 2014 is de domeinnaam geregistreerd door Sascha Labarbe. Ondanks het ontbreken van de -s in de domeinnaam wordt deze als verwarrend beschouwd. De domeinnaam is te kwader trouw geregistreerd. De gedaagde was duidelijk op de hoogte van de rechten van klager nu haar website links bevatte naar de website van klager. De domeinnaam moet worden overgedragen aan klager.

Identical of Confusingly Similar

It is a well-established rule that a domain name which contains a common or obvious misspelling of a trademark/tradename (so-called "typo-squatting") will normally be found to be confusingly similar to such trademark/tradename, where the misspelled trademark/tradename remains the dominant or prominent element of the domain name (Thuisbezorgd.nl B.V and Takeaway.com B.V. v. Heather Briggs, WIPO Case No. DNL2015-0013).

In this case, the only difference between the Domain Name, <dougla.nl>, and Complainant's Trademark and Tradename is the removal of the letter "s".

The Panel therefore finds that the Domain Name is confusingly similar to Complainant's Trademark.


Registered or Used in Bad Faith

It is difficult to conceive that Respondent chose to register the Domain Name by accident. Respondent was obviously aware of Complainant's established rights in the Trademark and Tradename when it registered the disputed Domain Name. Respondent's website under the Domain name is a PPC-parking page that contains links to Complainant's website as well as websites of competitors' products. This supports a finding of bad faith registration (Thuisbezorgd.nl B.V and Takeaway.com B.V. v. Heather Briggs, WIPO Case No. DNL2015-0013).

  • 1
  • 2
  • 3
  • 1 - 10 van 28