DOSSIERS
Alle dossiers

Beslag  

IEF 21967

HR over het gevolg van vernietiging arbitragevonnis over executie IE-rechten

Hoge Raad 22 mrt 2024, IEF 21967; ECLI:NL:HR:2024:464 (Russische Federatie tegen HVY), https://delex.nl/artikelen/hr-over-het-gevolg-van-vernietiging-arbitragevonnis-over-executie-ie-rechten

HR 22 maart 2024, IEF 21967; ECLI:NL:HR:2024:464 (Russische Federatie tegen HVY). Partijen hebben vooraf aan deze zaak in eerste aanleg geprocedeerd bij de voorzieningenrechter [zie IEF 19526]. Vervolgens is geprocedeerd bij het gerechtshof in Den Haag [zie IEF 20836]. In deze zaak is er sprake van een internationaal privaatrechtelijk executiegeschil met betrekking tot de uitvoering van een beslissing op grond van artikel 438 Rv. In cassatie komt de Russische Federatie onder andere op tegen het oordeel van het hof dat de Russische Federatie zich niet met succes kan beroepen op immuniteit. De Russische Federatie komt onder andere op tegen de huidige stand van de vernietigingsprocedure met betrekking tot de arbitrale beslissingen. Zij stelt dat dit niet meebrengt dat de tenuitvoerlegging daarvan is geschorst. De Russische Federatie heeft een verzoek tot ingediend op basis van artikel 1066 lid 2 Rv.

IEF 21873

Uitspraak ingezonden door Jesper Vrielink, NautaDutilh.

1019h toegepast in executiegeschil n.a.v. Duits octrooivonnis

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 31 jan 2024, IEF 21873; C/02/416220 (B. tegen Arctos), https://delex.nl/artikelen/1019h-toegepast-in-executiegeschil-n-a-v-duits-octrooivonnis

Vzr. Rb. Zeeland-West-Brabant 31 januari 2024, IEF 21873; C/02/416220 (B. tegen Arctos) B. en zijn toenmalige onderneming zijn in maart 2018 in een bodemprocedure tegen Arctos in Duitsland veroordeeld wegens octrooi inbreuk. B. is veroordeeld om de proceskosten van Actos te betalen. Dit proceskostenvonnis is vertaald naar het Nederlands en gewaarmerkt als Europese Executoriale Titel (hierna: EET). B. heeft echter niet betaald, waarop er door een deurwaarder uit hoofde van het proceskostenvonnis en de EET beslag werd gelegd op de auto van B. B. is van mening dat het executoriaal beslag moet worden opgeheven danwel dat de executie van het vonnis moet worden geschorst.

IEF 21763

Conclusie AG: Verwerping cassatieberoep Russische Federatie tegen tenuitvoerlegging executie van beslag

Hoge Raad 22 sep 2023, IEF 21763; ECLI:NL:PHR:2023:821 (Russische Federatie tegen HVY), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-verwerping-cassatieberoep-russische-federatie-tegen-tenuitvoerlegging-executie-van-beslag

Parket bij de Hoge Raad 22 september 2023, IEF 21763, ECLI:NL:PHR:2023:821 (Russische Federatie tegen HVY). Vooraf aan deze zaak hebben partijen in eerste aanleg geproduceerd bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag [zie IEF 19526]. Vervolgens is geprocedeerd bij het gerechtshof in Den Haag [zie IEF 20836]. In deze zaak is er sprake van een internationaal privaatrechtelijk executiegeschil met betrekking tot de uitvoering van een beslissing op grond van artikel 438 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).

IEF 21477

Molenbeek/Begeer: conservatoir bewijsbeslag in IE analoog toepasbaar

Hoge Raad 13 sep 2013, IEF 21477; ECLI:NL:HR:2013:BZ9958 (Molenbeek/Begeer), https://delex.nl/artikelen/molenbeek-begeer-conservatoir-bewijsbeslag-in-ie-analoog-toepasbaar

Hoge Raad 13 september 2013; IEF 21477; ECLI:NL:HR:2013:BZ9958 (Molenbeek/Begeer c.s.) Deze prejudiciële uitspraak van de Hoge Raad heeft zowel in de literatuur als de praktijk golven teweeg gebracht. In zijn uitspraak heeft de Hoge Raad namelijk aangegeven dat het conservatoir bewijsbeslag zoals in IE-zaken is toegestaan, overeenkomstig van toepassing is op bewijsbeslagen die niets met IE-zaken van doen hebben. Aanleiding voor de uitspraak was dat Molenbeek de bestuurders Begeer en de zijnen ervan beschuldigde dat zij vertrouwelijke en/of onjuiste informatie zouden hebben doorgespeeld aan een toekomstige partner. Deze toekomstige partner besloot vervolgens om niet met Molenbeek in zee te gaan. Molenbeek vroeg vervolgens beslagverlof aan de rechter om, onder andere, de e-mails van Begeer c.s. te kunnen beslaan.

IEF 20644

Uitspraak ingezonden door Vivien Rorsch, La Rorsch, en door Timme Geerlof en Shaharzaad Said, Windt Le Grand Leeuwenburgh Advocaten.

Conclusie A-G: RPM mag logistiek dienstverlener in geding oproepen

Hoge Raad 11 mrt 2022, IEF 20644; ECLI:NL:PHR:2022:230 (PMP tegen RPM), https://delex.nl/artikelen/conclusie-a-g-rpm-mag-logistiek-dienstverlener-in-geding-oproepen

HR Conclusie A-G 11 maart 2022, IEF 20644; ECLI:NL:PHR:2022:230 (PMP tegen RPM) Deze beslagzaak gaat over het conservatoir beslag tot afgifte ter vernietiging gelegd door tabaksproducent PMP op een container met beweerdelijk illegale tabaksticks ten laste van de logistiek dienstverlener, onder meer wegens inbreuk op haar Uniemerkrechten. Groothandelaar RPM, de beweerdelijk eigenaar/rechthebbende van de tabaksticks, vordert opheffing van het beslag. Het hof heeft, in tegenstelling tot de rechtbank [zie IEF 19507], het beslag opgeheven [zie IEF 19671].

IEF 19671

Uitspraak ingezonden door Gerard van der Wal, Timme Geerlof en Shaharzaad Said, Windt Le Grand Leeuwenburgh advocaten.

In spoedappel alsnog opheffing beslag partij HEETS

Hof Den Haag 22 dec 2020, IEF 19671; (RPM tegen Philip Morris), https://delex.nl/artikelen/in-spoedappel-alsnog-opheffing-beslag-partij-heets

Hof Den Haag 22 december 2020, IEF 19671; ECLI:NL:GHDHA:2020:2549 (RPM tegen Philip Morris) Vervolg op [IEF 19507]. RPM is in hoger beroep gekomen van een door de voorzieningenrechter tussen partijen gewezen vonnis van 19 oktober 2020. RPM is een internationale groothandelaar in A-merkconsumptiegoederen. PMP is een internationaal opererende tabaksproducent. Zij produceert onder andere tabakssticks die zij onder het merk HEETS op de markt brengt. Begin juli 2020 heeft PMP informatie gekregen over een mogelijk transport van een container met daarin tabakssticks van het merk HEETS. Deze container was onderweg van Dubai, naar de Filippijnen. PMP heeft op 10 september 2020 verlof gevraagd tot het leggen van conservatoir beslag tot afgifte ter vernietiging van de partij. PMP voerde aan dat er concrete aanwijzingen waren dat er sprake was van illegale handel. De voorzieningenrechter was daarom van oordeel dat het beslag moest blijven rusten. In hoger beroep heeft PMP niet voldoende gemotiveerd gesteld om voorshands te kunnen aannemen dat de partij in de EU/EER in de handel zal worden gebracht. Geoordeeld wordt dan ook dat de door PMP aangevoerde grondslag voor het gelegde beslag ondeugdelijk is, waardoor het bestreden vonnis wordt vernietigd en het beslag opgeheven.

IEF 19662

Uitspraak ingezonden door Edwin Wilke, Wilke Advocatuur.

Philip Morris faalt in bewijslevering

Hof Den Haag 15 dec 2020, IEF 19662; C/09/506062 / HA ZA 16-232 (Philip Morris Brands tegen World Freight Logistisc), https://delex.nl/artikelen/philip-morris-faalt-in-bewijslevering

Hof Den Haag 15 december 2020, IEF 19662; C/09/506062 / HA ZA 16-232 (Philip Morris Brands tegen World Freight Logistisc) [Vervolg op IEF 17407]. Merkenrecht. Auteursrecht. Transitgoederen. Na verlof te hebben verkregen van de voorzieningenrechter heeft Philips Morris op 22 januari 2016 ten laste van World Freight conservatoir derdenbeslag tot afgifte laten leggen op een partij sigaretten, die in de haven van Rotterdam waren ingebracht. Het beslag is bij vonnis van 3 januari 2018 opgeheven en de container is daarna vrijgegeven. Tegen dit vonnis is door Philip Morris hoger beroep ingesteld. Ter onderbouwing hiervan stelt Philip Morris dat zonder haar toestemming de sigaretten door World Freight in de EER zijn gebracht. World Freight voert daartegen gemotiveerd verweer. Geoordeeld wordt dat er geen sprake is van 'invoeren' en 'gebruik in het economische verkeer'. De sigaretten zijn te allen tijde niet Unie-goederen gebleven. Hierom wordt het bestreden vonnis bekrachtigd.

IEF 19075

Opheffing conservatoire derdenbeslagen

Rechtbank Den Haag 4 mrt 2020, IEF 19075; ECLI:NL:RBDHA:2020:1885 (Juul Labs tegen Mr-Joy), https://delex.nl/artikelen/opheffing-conservatoire-derdenbeslagen

Rechtbank Den Haag 4 maart 2020, IEF 19075; ECLI:NL:RBDHA:2020:1885 (Juul Labs tegen Mr-Joy) Partijen brengen beide elektronische sigaretten en accessoires voor elektronische sigaretten in de handel. Mr-Joy pleegt merkinbreuk en maakt tevens inbreuk op de Gemeenschapsmodelrechten van Juul Labs. Mr-Joy heeft een onthoudingsverklaring getekend en komt haar verplichtingen niet na, waarop Juul Labs beslag legt. Mr-Joy vordert in het incident dat de opgelegde conservatoire derdenbeslagen opgeheven worden, omdat Mr-Joy aan Juul Labs voldoende zekerheid zal verstrekken door middel van een bankgarantie. Juul Labs stelt dat de aangeboden zekerheid ontoereikend is.
De conservatoire derdenbeslagen worden opgeheven, onder de opschortende voorwaarde dat de opheffing pas intreedt als een bankgarantie is afgegeven conform het NVB-model dat uitkeert i) op eerste verzoek en ii) op vertoon van een originele grosse van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest in de hoofdzaak, met daarin een veroordeling tot betaling van een bepaald bedrag aan schadevergoeding.

IEF 18369

Geen zekerheidsstelling proceskosten vanwege Turkse woonplaats

Rechtbanken 6 feb 2019, IEF 18369; ECLI:NL:RBDHA:209:2016 (X tegen Havensluis), https://delex.nl/artikelen/geen-zekerheidsstelling-proceskosten-vanwege-turkse-woonplaats

Rechtbank Den Haag 6 februari 2019, IEF 18369; ECLI:NL:RBDHA:2019:2016 (X tegen Havensluis) In de hoofdzaak vordert eiser voornamelijk Havensluis te veroordelen elk inbreukmakend gebruik op het merk Vestival te staken en gestaakt te houden. In dit incident vordert Havensluis dat eiser wordt veroordeeld tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten nu eiser in Turkije woonachtig is. Echter nu een uitzondering als bedoeld in artikel 224 lid 2 aanhef en onder a Rv zich voordoet, wordt Havensluis in het ongelijk gesteld, en in de proceskosten veroordeeld op grond van artikel 1019h Rv.

IEF 18272

Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert van Leeway.

Hof Arnhem-Leeuwarden: achterdocht is onvoldoende grond voor beslaglegging

Gerechtshoven 19 feb 2019, IEF 18272; zaaknr. 200.218.777 (Holonite tegen Composietsteen), https://delex.nl/artikelen/hof-arnhem-leeuwarden-achterdocht-is-onvoldoende-grond-voor-beslaglegging

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 februari 2019, IEF 18272; zaaknr.: 200.218.700 (Holonite tegen Composietsteen).  Zie ook IEF 17224 en IEF 16779. Hoger Beroep. Bewijsbeslag. In kort geding heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van Holonite in zoverre toegewezen dat Composietsteen moet toestaan dat de deurwaarder beperkte inzage krijgt in een beperkt aantal documenten. Het hoger beroep richt zich tegen deze beslissing. Holonite vordert dat Composietsteen inzage dient toe te staan in meer documenten dan aanvankelijk toegewezen. Deze vordering wordt afgewezen. Het Hof begrijpt dat er omstandigheden zijn die bij Holonite tot achterdocht hebben geleid, maar deze achterdocht is onvoldoende om aan te nemen dat Composietsteen jegens Holonite is tekort geschoten of anderszins onrechtmatig heeft gehandeld. In reconventie vordert Composietsteen opheffing van het bewijsbeslag. Nadeel of schade door de inbeslagneming is niet gebleken. Holonite heeft echter nog wel belang bij het beslag. De vordering in reconventie zal dus ook worden afgewezen.