10 aug 2022
Aanwijzing exclusieve belangenbehartiger
Rb. Den Haag 10 augustus 2022, IEF 20917; ECLI:NL:RBDHA:2022:8059 (Brein tegen gedaagde) Brein is een stichting die collectief auteursrechtinbreuken bestrijdt. Gedaagde exploiteert een winkel in elektronische apparatuur. Brein heeft in deze zaak een collectieve vordering ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat de vordering van Brein voldoet aan de vereisten uit artikel 1018c lid 5 Rv. Daarnaast wordt Brein door de rechtbank, zoals bedoeld in artikel 1018e Rv, in dit vonnis aangewezen als exclusieve belangenbehartiger. Op grond van artikel 1018f lid 3 Rv moet Brein een aankondiging doen in door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen. Dit moet een aankondiging zijn over de wijze waarop personen van de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering kunnen bevrijden of hier juist mee kunnen instemmen. De rechtbank kondigt hiervoor een bepaalde tekst aan die in de dagbladen en op het centraal register voor collectieve vorderingen zal verschijnen. Partijen worden door de rechtbank in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over deze voorgenomen tekst en de dagbladen waarin deze tekst zal worden geplaatst.
4.11. De rechtbank zal BREIN als exclusieve belangenbehartiger als bedoeld in artikel 1018e Rv aanwijzen. Op grond van het bepaalde in artikel 1018e lid 5 Rv moet
BREIN dit vonnis, inhoudende deze beslissing – in geanonimiseerde vorm – laten aantekenen in het centrale register voor collectieve vorderingen.
4.15. Artikel 1018f lid 3 Rv bepaalt verder:
“Bovendien wordt hiervan zo spoedig mogelijk aankondiging gedaan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen. Hierbij wordt telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van de wijze waarop deze personen zich overeenkomstig het eerste lid van de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering kunnen bevrijden, of overeenkomstig het vijfde lid met de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering instemmen.”