27 jul 2016
Uitspraak ingezonden door Wim Maas, Margot van Gerwen, Taylor Wessing.
Achterkleindochtervennootschappen zijn zelfstandige juridische entiteiten
Rechtbank Den Haag 27 juli 2016, IEF 15156 (JPMC tegen The Kind Group)
Incident. Beveogdheid. In de hoofdzaak vordert JPMC verklaring van geen inbreuk door verhandeling van lippenbalsem BELWEDER BALM op de Gemeenschapsmodelrechten van The Kind Group. The Kind Group vordert de onbevoegdheid van de rechtbank, omdat op basis van 82 lid w GModVo en niet op basis van Lugano-Verdrag de zaak in Luxemburg of Duitsland aanhangig gemaakt had moeten worden, daar zitten haar EOS-branchevennootschappen. Dit zijn zelfstandige juridische entiteiten of hooguit (achter)kleindochtervennootschappen. Onvoldoende dat EOS als haar vestigingen moeten worden beschouwd; gevorderde in dit incident wordt afgewezen.
4.4. Zoals ook volgt uit de door The Kind Group overgelegde uittreksels uit het betreffende buitenlandse handelsregisters, zijn EOS Luxemburg en EOS Duitsland zelfstandige juridische entiteiten. Voor zover er voorts vanuit moet worden gegaan dat de informatie in het als productie IA overgelegde (deel van een) 'ownership structure' juist is, hetgeen JPMC betwist, lijken EOS Luxemburg en EOS Duitsland (in termen van eigendom) klein- respectievelijk achterkleindochtervennootschappen van The Kind Group te zijn. Deze omstandigheden duiden er niet op dat EOS Luxemburg dan wel EOS Duitsland een vestiging van The Kind Group is. The Kind Group heeft onvoldoende concrete feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat deze vennootschappen wel als haar vestigingen moeten worden beschouwd. De stelling dat zij zich bezighouden met de verhandeling, bescherming en registratie van EOS-producten is daartoe ontoereikend. Het standpunt van The Kind Group wordt daarom als onvoldoende onderbouwd verworpen.