10 dec 2021
Adres van eiser mag op geen manier gepubliceerd worden
Rechtbank Amsterdam 10 december 2021, IEF 21543, ECLI:NL:RBAMS:2021:8247 (BNNVARA/Gedaagde) In dit kort geding kijkt de voorzieningenrechter naar een actie die is ingesteld in het kader van het programma 'BOOS'. BNNVARA komt op voor de belangen van een anonieme eiser en vordert gedaagde te verbieden om op enerlei wijze adresgegevens van de anonieme eiser openbaar te maken, op straffe van dwangsom. Na een bezoek van het programma BOOS is gedaagde bij eiser langs gegaan om verhaal te halen over de uitzendingen van BOOS. De beelden van dit gesprek wil gedaagde op Youtube zetten, waar eiser zich tegen wil verzetten.
Partijen zijn het eens dat gedaagde in het openbaar zijn mening over de uitzending(en) mag uiten. Ook stelt de rechter vast dat partijen het eigenlijk ook eens zijn dat het niet de bedoeling is dat het privé-adres van eiser door deze beelden kan worden achterhaald. De rechter beveelt dat eiser en BNNVARA geen genoegen hoeven te nemen met de toezegging van gedaagde dat het privé-adres van eiser niet achterhaald kan worden, wegens de slechte verhoudingen tussen partijen. De vorderingen van eiser worden toegewezen.
3.3 Partijen zijn het erover eens dat het tot de uitingsvrijheid van [gedaagde] behoort om in het openbaar zijn mening te geven over de uitzendingen, zoals het BNNVARA en [eiser] vrijstond mogelijke misstanden bij het tatoeagebedrijf aan de kaak te stellen. Zij zijn het er eigenlijk ook over eens dat het niet de bedoeling is dat via de door [gedaagde] openbaar gemaakte beelden het privéadres van [eiser] kan worden achterhaald. Dat zou een ernstige inbreuk zijn op de persoonlijke levenssfeer van [eiser] en in het geheel niet nodig voor het punt dat [gedaagde] met zijn publicatie wil maken. [gedaagde] zou daarmee dan ook onrechtmatig handelen jegens [eiser] .3.4 Partijen zijn tot kort voor de zitting bezig geweest om de zaak te regelen. Omdat [eiser] en BNNVARA, gezien de slechte verhoudingen, geen genoegen hoeven te nemen met de enkele toezegging van [gedaagde] dat het privéadres niet zal worden gedeeld en opdat [gedaagde] voordat hij gaat publiceren weet waar hij aan toe is, zullen de vorderingen onder I en II worden toegewezen zoals hierna is vermeld. De omstandigheid dat partijen het ook zonder vonnis wel eens waren over het niet-publiceren van (gegevens die kunnen leiden naar) het privéadres van [eiser] , is reden de proceskosten tussen hen te verrekenen zoals hierna is vermeld.