Advocaten in toga
Rechtbank Arnhem, 30 augustus 2007, LJN: BB3645. De Orde Van Advocaten In Het Arrondissement Arnhem tegen Gedaagde
Misleidende reclame. Het gebruik van het woord ‘advocaten’ en het gebruik van foto’s van advocaten in foldermateriaal wordt i.c. als onrechtmatig aangemerkt.
Profinance Juristen is een door gedaagde opgericht juridisch adviesbureau. Gedaagde heeft met enige tussenhuis-aan-huis een brief respectievelijk een folder verspreid. In de brief gebruikte gedaagde de handelsnaam ‘Profinance Juristen en Advocaten’. Naar aanleiding van deze brief heeft de Deken van Arnhem gedaagde verzocht hem mee te delen welke advocaten bij Profinance actief zijn, waarop gedaagde heeft ontkent de titel ‘Advocaten’ te hebben gebruikt. Enige tijd later heeft gedaagde huis-aan-huis een folder verspreid. In deze folder gebruikt gedaagde de titel ‘Advocaten’ niet meer. Wel worden in die folder vier foto’s getoond. Op drie van de vier foto’s worden advocaten in toga afgebeeld. Op de vierde foto is een gebouw te zien dat ofwel sterk lijkt op een gerechtsgebouw ofwel een gerechtsgebouw is.
Over de inhoud van die folder heeft de Deken gedaagde bericht dat de combinatie van foto’s en tekst daarin naar zijn mening de indruk wekt dat Profinance ook advocatendiensten verleent, hetgeen – nu er geen advocaten aan Profinance Juristen verbonden zijn - onrechtmatig is tegenover de Orde Arnhem. De voorzieningenrechter is het inhoudelijk eens met de Deken en verbiedt gedaagde om de handelsnaam Profinance Juristen en Advocaten te voeren alsmede enige andere handelsnaam waarin het woord ‘advocaat’, ‘advocaten’, of ‘advocatuur’ voorkomt.
“4.2. Krachtens artikel 9a van de Advocatenwet is tot het voeren van de titel advocaat uitsluitend gerechtigd hij die als advocaat binnen Nederland is ingeschreven en hij die buiten Nederland tot het voeren van een overeenkomstige titel bevoegd is. Het optreden op grond van artikel 9a Advocatenwet en artikel 435 WvSr tegen personen die ten onrechte de titel advocaat voeren valt onder de belangenbehartiging van de Orde Arnhem, zodat de Orde Arnhem kan worden ontvangen in haar vorderingen die hierop zijn gebaseerd.
De vraag is of de Orde Arnhem ook kan worden ontvangen in haar vorderingen voor zover deze zijn gebaseerd op artikel 6:194 sub i BW. Artikel 6:194 BW beoogt concurrenten en consumenten te beschermen tegen misleidende reclame. Omdat de advocaten van het arrondissement Arnhem concurrenten zijn van personen die in dat arrondissement anders dan als advocaat juridische diensten aanbieden, valt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ook het belang van advocaten bij het staken van misleidende mededelingen van concurrenten omtrent de hoedanigheid van advocaat onder de belangenbehartiging van de Orde Arnhem.“
“4.4. Vast staat dat gedaagde in persoon in 2006 misleidende mededelingen heeft gedaan in de zin van artikel 6:194 sub i BW en onrechtmatig heeft gehandeld door het gebruik van het woord ‘advocaten’ en door het gebruik van foto’s van advocaten, terwijl hij noch zijn medewerker gerechtigd is de titel advocaat te voeren. Dit biedt voldoende grondslag voor toewijzing van het onder 3.1 sub a) gevorderde verbod. Het onder 3.1 sub b) gevorderde verbod is iets ruimer en behelst alle mededelingen in de zin van artikel 6:194 BW waarmee ten onrechte bij het publiek de indruk wordt gewekt dat Profinance Juristen een advocatenkantoor is, althans een kantoor dat ook advocatendiensten verleent. Partijen verschillen van mening of in die zin het gebruik van het woord ‘advocatendiensten’ geoorloofd is.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat ook door het gebruik van dit woord ten onrechte de indruk wordt gewekt dat het om diensten van personen gaat die gerechtigd zijn de titel advocaat te voeren. Dat gedaagde zelf gebruik maakt van advocatendiensten, geeft hem geen recht dit woord in verband met zijn juridische dienstverlening te gebruiken. Er bestaat ook voldoende aanleiding voor toewijzing van het onder 3.1 sub b) gevorderde, ruimere verbod.
4.5. In het licht van het voorgaande ziet de voorzieningenrechter voldoende grond gedaagde in persoon te veroordelen tot het opnemen van een rectificatie ingevolge artikel 6:196 BW, zoals hierna in het dictum is weergegeven. De wijze van rectificeren, zoals gevorderd onder 3.1 sub c), acht de voorzieningenrechter echter niet zinvol en te verstrekkend, nu de huis-aan-huis verspreiding in een oplage van 1500 tot 2000 stuks inmiddels al bijna een jaar geleden heeft plaatsgevonden. In verband met dit laatste ontvalt ook het belang aan de onder 3.1. sub e) gevorderde lijst, welke ook moeilijk is op te stellen in geval van huis-aan-huis verspreiding. Een rectificatie op de internetsite www.profinancejuristen.nl, zoals onder 3.1 sub d) gevorderd, wordt voldoende geacht. Tijdens de zitting heeft de Deken van de Orde Arnhem verklaard zich te kunnen vinden in een rectificatie enkel op de internetsite van gedaagde in persoon.”
De voorzieningenrechter verbiedt gedaagde om de handelsnaam Profinance Juristen en Advocaten te voeren alsmede enige andere handelsnaam waarin het woord ‘advocaat’, ‘advocaten’, of ‘advocatuur’ voorkomt.
Lees het vonnis hier.