DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 13 januari 2022
IEF 20461
Hof Amsterdam ||
15 apr 2021
Hof Amsterdam 15 apr 2021, IEF 20461; ECLI:NL:RBROT:2020:11356 (Shirin tegen PH Express), https://delex.nl/artikelen/afwijzing-enqueteverzoek-na-verbod-gebruik-pizza-hut-merk

Afwijzing enqueteverzoek na verbod gebruik Pizza Hut-merk

Hof Amsterdam 15 april 2021, IEF 20461; ECLI:NL:GHAMS:2021:1441 (Shirin tegen PH Express) Deze zaak gaat over een geschil tussen Shirin en PH NL over het bestuur van PH Express en over onvrede over de verlieslatende exploitatie door PH Express van een Pizza Hut restaurant dat inmiddels definitief is gesloten. Shirin houdt 25% van de aandelen in PH Express. PH Nederland is in de bodemprocedure [IEF 19718] bevolen het gebruik van de handelsnaam en merkenrecht en franchiseformule van Pizza Hut te staken. De verzoeken van Shirin bij de Ondernemingskamer, waaronder onderzoek naar beleid, ontslaan van bestuurders en meer, worden afgewezen. Het gevorderde valt buiten het bereik van een eventuele enquêteprocedure.

3.11 Het onder 3.1. g) verwoorde bezwaar is gegrond. Hoewel het restaurant in 2018 slechts enkele dagen open geweest en de keuze voor een verlengd boekjaar mogelijk was geweest, stelt de Ondernemingskamer vast dat daarvoor niet is gekozen en dat de jaarrekening over dat jaar te laat is opgemaakt. De jaarrekening 2019 is pas op 3 juli 2020 aan Shirin c.s. gezonden; dat lijkt ook te laat, nu niet ondubbelzinnig gebruik is gemaakt van de mogelijkheid tot verlenging van de wettelijke termijn. Ondanks het feit dat de cijfers regelmatig onderwerp van gesprek zijn geweest, is uit de overgelegde notulen van de algemene vergaderingen niet op te maken dat de jaarrekeningen 2018 en 2019 ter vaststelling aan de algemene vergadering zijn voorgelegd. Beide jaarrekeningen zijn daarenboven te laat gedeponeerd. Op zichzelf acht de Ondernemingskamer dit een en ander echter van onvoldoende gewicht om een onderzoek naar te gelasten, omdat de vennootschap technisch failliet is en niet valt in te zien welk belang van de onderneming er bij die stand van zaken mee is gediend om kosten te maken ten behoeve van een onderzoek naar dit onderwerp.