14 dec 2016
Kopieer citeerwijze ||
Krim Musea, Oekraïne tegen UvA-Allard Pierson Museum
Allard Pierson Museum moet Krimschatten afgeven aan Oekraïne
Rechtbank Amsterdam 14 december 2016, IEF 16452; ECLI:NL:RBAMS:2016:8264 (Krim Musea, Oekraïne tegen UvA-Allard Pierson Museum) Kunst. Erfgoed. De rechtbank heeft bepaald dat het Allard Pierson Museum de in 2014 aldaar tentoongestelde stukken (de Krimschatten) moet afgeven aan de staat Oekraïne. De Krimschatten behoren voor de toepassing van het UNESCO-verdrag 1970 (en daarmee ook de Erfgoedwet die in artikel 6.1, onder c bij deze definitie aansluit) tot het erfgoed van Oekraïne.
Een redelijke uitleg van de woorden “buiten het grondgebied van [Oekraïne] gebracht” in artikel 6.3 Erfgoedwet (in het licht van het UNESCO-verdrag 1970) brengt mee dat het in dat artikel opgenomen verbod moet worden uitgelegd in die zin dat een verdragsstaat op grond van die bepaling zijn cultureel erfgoed moet kunnen opeisen indien dit zonder geldige (export)vergunning in een ander land verblijft, ook als het aanvankelijk rechtmatig buiten het grondgebied van die verdragsstaat was gebracht. De staat Oekraïne kan afgifte van de Krimschatten vorderen op grond van artikelen 1011a t/m 1011d Rv.
Artikel 1012 Rv: eventuele eigendomsvragen worden niet door de rechtbank beantwoord; deze worden pas beantwoord wanneer het goed feitelijk weer naar de staat van herkomst is teruggekeerd, en wel aan de hand van het recht van de opeisende staat.
Artikel 1011c Rv: staat Oekraïne moet kosten van het transport van de Krimschatten naar Oekraïne en “de kosten, gemaakt voor het materiële behoud van” de Krimschatten aan het Allard Pierson Museum vergoeden.
Beroep van staat Oekraïne op immuniteit wordt verworpen. Artikel 8 lid 1 onder a Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen uit 2004: een staat kan in een geding voor de rechter van een andere staat geen beroep doen op immuniteit van rechtsmacht indien hij het geding zelf heeft ingesteld (geldt ook voor vrijwillige tussenkomst). De vordering ingesteld op grond van een internationaal verdrag, het UNESCO-Verdrag 1970, artikel 6.7 Erfgoedwet en artikel 1011a Rv kan niet worden gezien als ingesteld: “uitsluitend ten behoeve van een beroep op een recht op of belang in de eigendommen die het voorwerp zijn van het geding”.
5.1. veroordeelt het APM de Krimschatten af te geven aan de Staat Oekraïne en deze te doen transporteren naar de door de Staat Oekraïne aangewezen permanente bewaarder van de Krimschatten, het National Historical Museum of Ukraine te Kiev,
5.2. veroordeelt de Krim Musea de afgifte van de Krimschatten aan de Staat Oekraïne te gedogen,
5.8. ontbindt de bruikleenovereenkomsten,