Als het ware poster en lijst ineen?
Dirk Visser, Universiteit Leiden, Klos Morel Vos & Schaap: Noot bij Rechtbank Roermond, 22 september 2010, Pictoright / Art & AllPosters (IEF 9106).
"Als deze casus als tentamenvraag verzonnen zou worden, zou men misschien geneigd zijn deze als te vergaande academische fantasie te verwerpen: verf die van papieren posters wordt afgeweekt en op canvas geplakt, waardoor wel of niet een verveelvoudiging of nieuwe openbaarmaking aan de orde is. Maar het schijnt echt zo te gaan.
(...) Alle insiders denken onmiddellijk aan de Rien Poortvliet-kalenders en het arrest van de Hoge Raad daarover uit 1979. (..) In het merkenrecht bestaat een expliciete Europese bepaling dat uitputting van het distributierecht doorbroken wordt in geval van wijziging van de waar. (…) Maar in het geharmoniseerde Europese auteursrecht bestaat een dergelijke regel niet. (…) De tussenconclusie is dat Poortvliet/Hovener waarschijnlijk nog geldend recht is.
(…) Vergt een bewerking in de zin van artikel 13 Aw altijd een reproductie? De Rechtbank meent van wel (zie ov. 4.6.4). Dat lijkt mij vrijwel zeker onjuist. (…) In de praktijk zullen de meeste bewerkingen ook een reproductie met zich mee brengen, maar dat hoeft niet. (…) Ik ben geneigd te denken dat er in casu geen sprake is van een bewerking in auteursrechtelijke zin. Bij een bewerking moet het mijns inziens toch gaan om een waarneembare wijziging van het werk zelf, niet alleen van het exemplaar.
Bij het openbaarmakingsrecht gaat het om toepassing van ‘Poortvliet/Hovener’. (…) Is de ‘nieuwe markt’ een hanteerbaar, uit Poortvliet/Hovener af te leiden criterium? Ik denk dat het op zich zelf wel uit Poortvliet/Hovener is af te leiden. (…) Uiteindelijk is het begrip ‘nieuwe markt’ even glibberig als ‘nieuw publiek’ in het auteursrecht en alle betekenissen van het begrip ‘markt’ waarmee in het mededingingsrecht eindeloos wordt gegoocheld. (…) Het gaat er in casu om hoe men de activiteit van Art & AllPosters wil zien.
(…) Het beroep op de persoonlijkheidsrechten wordt m.i. terecht verworpen (…) Het gaat in casu om het commerciële, niet om het morele belang van de maker.”
Lees de volledige noot hier.