Apple moet de Galaxy Tab gehengen en gedogen in Nederland en Europa
Rechtbank Den Haag 16 januari 2013, LJN BY8487 (Samsung tegen Apple Inc.)
Uitspraak ingezonden door Laurens Kamp, Simmons & Simmons.
Modellenrecht. Geen inbreuk, volgen van het oordeel van de Britse rechter (IEF 11891). Apple is houdster van gemeenschapsmodel 181607-001 voor een handheld computer. Samsung maakt tablets.
Samsung vordert, met succes, dat de rechtbank oordeelt dat voor het Nederlandse grondgebied Samsung Ltd. met de vervaardiging, het aanbod, het in de handel brengen, de in- en uitvoer alsmede het gebruik van de Samsung Galaxy Tab 10.1, 8.9 wof 7.7 geen inbreuk maakt op het Gemeenschapsmodel. Samsung vordert dat de rechtbank dit oordeel ten aanzien van de overige eiseressen zal uitspreken met gelding in de gehele Europese Unie, een en ander met veroordeling van Apple in de proceskosten conform artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). De vorderingen worden toegewezen.
Ten aanzien van Samsung Korea is er alleen een gebod tot gehengen en gedogen in Nederland op straffe van een dwangsom. Ten aanzien van Samsung NL is er én een verklaring voor recht dat de tablets geen inbreuk maken op het model, én een gebod tot gehengen en gedogen in de EU op straffe van een dwangsom.
De rechtbank beveelt Apple te gehengen en gedogen dat Samsung Ltd de Samsung Galaxy Tab 10.1, 8.9 en 7.7 in Nederland en in de Europese Unie vervaardigt, aanbiedt, in de handel brengt, invoert, uitvoert of gebruikt op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 100.000,00 voor elke dag of een gedeelte van een dag dat Apple in strijd handelt met dit bevel, met een maximum van € 10.000.000,00.
4.6. Het feit dat de Britse rechter al heeft uitgemaakt dat de Galaxy Tab 7.7, 8.9 en 10.1 niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel vallen, brengt, anders dan Apple meent, ook niet mee dat het instellen van dezelfde niet-inbreukvorderingen in deze Nederlandse procedure in strijd is met de goede procesorde. Daarbij staat voorop dat geen van partijen heeft aangevoerd dat aan het Britse oordeel - op grond van het van toepassing zijnde Britse recht (HvJ EG 4 februari 1988, C-145/86, Jur. 1988, blz. 645 , NJ 1990,209 en HR 12 maart 2004, LJN A01332) - gezag van gewijsde toekomt in de relatie tussen Apple en de Samsung-vennootschappen die partij zijn in deze Nederlandse procedure. Apple zelf heeft juist uitdrukkelijk het standpunt ingenomen dat er geen sprake is van gezag van gewijsde omdat de Samsung-vennootschappen die de vorderingen hebben ingesteld in deze Nederlandse procedure, geen waren partij in de Britse procedure.
4.10. Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank in beginsel bet oordeel van de Britse rechter moet volgen. Samsung heeft er terecht op gewezen dat Apple geen redenen heeft aangevoerd om in dit geval afte wijken van bet genoemde beginsel. Apple heeft in deze Nederlandse procedure geen andere argumenten naar voren gebracht dan de argumenten die de Britse rechter gemotiveerd heeft verworpen en Apple heeft niet aangegeven op welke grond de rechtbank in dit geval voorbij zou kunnen gaan aan het oordeel van de Britse Court of Appeal. Het enkele feit dat Apple bet niet eens is met dat oordeel, is daarvoor onvoldoende.
Lees de uitspraak hier zaaknr. C/09/404787 / HA ZA 11-2522, LJN BY8487.
Op andere blogs:
IPKat (The Battle of the Tablets: Dutch follow the Court of Appeal for England and Wales on Apple's RCD)