30 okt 2018
Artikel Parool over sluiting gokhallen van "stroman topcrimineel" rechtmatig: zocht zelf de media op
Hof Amsterdam 30 oktober 2018, IEF 18066; IT 2664; ECLI:NL:GHAMS:2018:3951 (Appellant tegen Het Parool c.s.) Mediarecht. Privacy. Appellant is verdachte in het strafproces tegen A en is eerder vrijgesproken van medeplegen van witwassen. Gemeente Amsterdam heeft een Bibob-besluit genomen waarbij de vergunningen voor de speelautomatenhallen van appellant zijn ingetrokken. Het Parool heeft hierover een artikel uitgegeven, mede inhoudende dat de overheid appellant als stroman van topcrimineel A ziet. Appellant acht deze berichtgeving onrechtmatig. De rechtbank heeft overwogen dat appellant zelf aandacht van de media heeft gezocht en mede daardoor een publiek figuur is geworden. De door Het Parool gehanteerde kwalificatie van appellant als stroman van A vindt voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. Het recht op vrijheid van meningsuiting van Het Parool c.s. prevaleert. Het hof voegt daar aan toe dat witwassen van crimineel geld op de Wallen een maatschappelijke misstand betreft die onderdeel is van het publieke debat. Het hof bekrachtigt het vonnis.
3.20 Gegeven de hiervoor beschreven feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat de publicatie van het artikel van 18 april 2011 niet onrechtmatig was jegens [appellant] . [appellant] is mede door eigen handelen een publieke figuur en het onderwerp van het artikel - witwassen van crimineel geld op de Wallen - betreft een maatschappelijke misstand die onderdeel is van het publieke debat. De feitelijke beweringen in het artikel vinden, naar nu blijkt, voldoende steun in de tekst van het besluit, terwijl de betiteling van [appellant] als stroman van [A] in voldoende mate binnen de gegeven context past. Voorts is in het oorspronkelijke artikel in voldoende mate aandacht geweest voor het standpunt van [appellant] en is zijn vordering niet gericht op herstel daarvan in de online versie van het artikel. In dit geval dient dan ook het belang van Het Parool c.s. bij publicatie van het artikel te prevaleren boven het belang van [appellant] bij bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. Er is geen grond voor toewijzing van het gevorderde voor zover het genoemd artikel betreft.