3 jun 2020
Auteursrecht foto's geschonden
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 3 juni 2020, IEF 19564; ECLI:NL:RBMNE:2020:2050 (Auteursrecht foto's) Kort geding. Eiser is fotograaf en digitaal kunstenaar. Gedaagde houdt zich bezig met de verkoop van afbeeldingen via haar website en het maken van fototechnische producten. Gedaagde heeft op haar website afbeeldingen van werken van eiser aangeboden, zonder zijn toestemming en onder een andere naam. Gedaagde erkent dat ze door het plaatsen van de afbeeldingen de auteursrechten van eiser heeft geschonden. Gedaagde is daarvoor als websitehouder in beginsel aansprakelijk, ondanks haar verweer dat zij ten tijde van plaatsing op de website niet op de hoogte was van de auteursrechten van eiser. Gedaagde wordt onder meer bevolen een rectificatie op haar website te plaatsen; een registeraccountant dient een gecertificeerde schriftelijke verklaring op te stellen van het totale aantal verhandelde prints van werken van eiser.
4.4.
Bovengenoemd betoog van [gedaagde] slaagt niet, omdat dit kort geding op 7 april 2020 reeds aanhangig was. Ook het tijdens de mondelinge behandeling ingenomen standpunt van [gedaagde] , dat deze procedure voorkomen had kunnen worden indien [eiser] rechtstreeks contact had opgenomen met [gedaagde] , biedt haar geen soelaas. Uit de correspondentie tussen partijen blijkt immers dat [gedaagde] , ook nadat zij was gewezen op haar inbreukmakend handelen, de inbreuk op de rechten van [eiser] heeft voortgezet. De reeds gepleegde inbreuk en de voortzetting daarvan ondanks melding hiervan door [eiser] , wettigt in dit geval het opstarten van deze procedure. Onder deze omstandigheden heeft [eiser] weliswaar geen belang meer bij zijn vordering tot het staken van het gebruik van zijn werk op de website van [gedaagde] , maar [eiser] heeft wel een spoedeisend belang bij de inhoudelijke behandeling van zijn overige vorderingen. De voorzieningenrechter gaat dan ook over tot inhoudelijke beoordeling van de zaak.
45.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat de in het geding zijnde afbeeldingen inmiddels van de website van [gedaagde] zijn gehaald. Bovendien heeft [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling uitdrukkelijk verklaard het gebruik van de prints gestaakt te houden. De vordering tot het opleggen van een stakings- en verwijderingsbevel nu en in de toekomst zal daarom bij gebrek aan belang worden afgewezen.gebod tot rectificatie (vordering II)
4.6.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling verklaard overeenstemming te hebben bereikt over de door [gedaagde] te plaatsen tekst van rectificatie op de hoofdpagina van haar website en dat deze gedurende zeven dagen na plaatsing getoond zal worden. [gedaagde] zal conform overeenstemming tussen partijen worden veroordeeld om gedurende zeven dagen op de hoofdpagina van haar website de volgende rectificatie te plaatsen:
Afbeelding: Geralt, Pixabay.