Gepubliceerd op maandag 16 juli 2018
IEF 17840
Rechtbank Amsterdam ||
12 jul 2018
Rechtbank Amsterdam 12 jul 2018, IEF 17840; ECLI:NL:RBAMS:2018:4895 (ANBO tegen Omroep Max en Follow The Money), https://delex.nl/artikelen/berichtgeving-over-misstanden-bij-ouderenbond-anbo-niet-onrechtmatig

Berichtgeving over 'misstanden' bij ouderenbond ANBO niet onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 juli 2018, IEF 17840; ECLI:NL:RBAMS:2018:4895 (ANBO tegen Omroep Max en Follow The Money) Mediarecht. De ANBO is een belangenorganisatie voor senioren. In de uitzending van Meldpunt! van 1 november 2017 op Oproep Max is aandacht besteed aan deze organisatie. De bestuurder van ANBO heeft een uitnodiging om in de uitzending te verschijnen niet geaccepteerd. Verder worden op de websites van Follow The Money (FTM) drie artikelen geplaatst over de ANBO. Er moet een belangenafweging plaatsvinden tussen de vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van de goede naam. Een belangrijke omstandigheid die meeweegt is dat Omroep Max de ernst van de misstand en het maatschappelijk belang daarvan aan de kaak stelt. De uitzending is niet onrechtmatig. Tevens is het artikel van FTM van 1 november 2017 niet onrechtmatig, want de ANBO wordt er niet in gevolgd dat er feitelijke onjuistheden staan in het artikel. De gevraagde voorzieningen worden geweigerd. Zowel Omroep Max als FTM hoeven hun berichtgeving over ‘misstanden’ bij de ouderenbond niet te rectificeren of te verwijderen.

4.9. Belangrijke omstandigheden die voorts meewegen bij de vaststelling dat de uitzending van Omroep Max niet onrechtmatig is jegens de ANBO zijn de ernst van de misstand die Omroep Max aan de kaak stelt en het maatschappelijk belang daarvan. Het gaat hier immers om een grote landelijke organisatie en de ANBO moet als zodanig tegen kritiek kunnen. Omroep Max heeft voorts voldoende invulling gegeven aan het beginsel van hoor en wederhoor. Zij heeft [naam 1] uitgenodigd om in de uitzending op te treden, maar dit heeft zij geweigerd, terwijl dit bij uitstek de gelegenheid was geweest om een tegengeluid te laten horen. Ook staat vast dat de betrokken journalisten de ANBO op 25 oktober 2017 een uitgebreide vragenlijst hebben toegezonden, maar dat de ANBO daarop niet inhoudelijk is ingegaan. Dat die vragenlijst in de ogen van de ANBO suggestief was, maakt niet dat in dit geval onvoldoende mogelijkheid tot wederhoor is geboden. De ANBO heeft voorts een journalist van Omroep Max ( [naam 9] ) één dag voor de uitzending bij haar op kantoor uitgenodigd om stukken in te zien, maar stelde daarbij de voorwaarde dat hij daaruit niet mocht publiceren. Deze houding is door Omroep Max en [naam 7] terecht als defensief gekwalificeerd. Daarnaast getuigt de houding van de ANBO – zoals Omroep Max heeft aangevoerd – van weinig zelfinzicht en realiteitszin. Als grote landelijke organisatie dient zij transparant te zijn en verantwoording naar haar leden en de buitenwereld af te leggen. Daarbij past niet het persbericht van 31 oktober 2017 (dit is nog vóór de uitzending) waarin onder meer staat: […].

4.10. De conclusie ten aanzien van Omroep Max is dat de onder 4.1 genoemde belangenafweging in haar voordeel uitvalt, dat de uitzending van 1 november 2017 niet onrechtmatig is en dat haar vrijheid van meningsuiting dan ook niet kan worden ingeperkt. Dit leidt tot een afwijzing van alle vorderingen van de ANBO.

4.17. De vijfde feitelijke onjuistheid bestaat er volgens de ANBO uit dat de lokale afdelingen niet werden verdacht van fraude, zoals in het artikel is vermeld (overigens vreesde de ANBO wel voor het verduisteren van gelden, zie punt 65 van de dagvaarding). Dat er wel degelijk een publieke verdachtmaking van fraude was blijkt uit eerdere perspublicaties (zie de producties 17 tot en met 19 van FTM). 

4.18. De conclusie tot zover is dat de ANBO er niet in wordt gevolgd dat er feitelijke onjuistheden staan in het artikel van 1 november 2017 die dit artikel onrechtmatig maken.