19 nov 2018
Uitspraak ingezonden door Jan Jacobi, Hofhuis Alkema Groen.
Bevoegdverklaring rechter locus damni ondanks ontbreken toegankelijkheid software voor algemeen publiek
Vzr. Rechtbank Den Haag 19 november 2018, IEF 18114 (TVS tegen Revo) Auteursrecht. Databankenrecht. Procesrecht. Partijen verhandelen beide versnellingsbakoptimalisatiesoftware (DSG-software). TVS stelt dat Revo inbreukmakend handelt door terbeschikkingstelling van andere DSG-software via een online dealerportaal. Revo betwist voor alle weren de bevoegheid van de voorzieningenrechter van deze rechtbank. In geval van intellectuele eigendomsrechten waarbij wordt gesteld dat de inbreuk heeft plaatsgevonden via gebruik van een website, is de locus actus de plaats waar de eigenaar van de website is gevestigd. In dit geval is dat Daventry, VK, nu dat de vestigingsplaats van Revo dan wel RDL is. Op die grond komt de voorzieningenrechter geen bevoegdheid toe. Revo voert aan dat voor bevoegdheid van de locus damni nodig is dat de software van RDL toegankelijk voor het algemene publiek is in het gebied van de aangezochte rechter. Daarvan is geen sprake omdat de toegang tot Revo Portal beperkt is tot dealers uit het dealernetwerk van RDL die specifieke toegangsgegevens van RDL hebben gekregen. Deze uitleg volgt niet uit de jurisprudentie van de HvJ EU. De website van Revo dan wel RDL was voor Heemskerk, derhalve vanuit Nederland, toegankelijk. De voorzieningenrechter is daarmee relatief bevoegd. Revo stelt ook dat TVS de verkeerde entiteit heeft gedagvaard. Dit blijkt mede uit een "tag" (coderegel) in de vermeend inbreukmakende software. Vorderingen (gedeeltelijk) afgewezen.
4.4. Op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I Bis-Vo is de Nederlandse rechter bevoegd indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan of kan voordoen. Volgens vaste uitleg kan onder de plaats van het schadebrengende feit worden verstaan zowel de plaats waar de veroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan (de locus actus) als de plaats waar de schade is ingetreden (de locus damni). Ingeval van intellectuele eigendomsrechten zoals auteursrechten en databankrechten waarbij wordt gesteld dat de inbreuk heeft plaatsgevonden via - verkort weergegeven - gebruik van website, is de locus actus de plaats waar de eigenaar van de website is gevestigd, aangezien aldaar de beslissing tot het inbreukmakende handelen wordt genomen. De locus damni kan elke plaats in een lidstaat zijn waar door de vermeend rechthebbende gesteld wordt dat haar auteursrecht / databankrecht door (gebruikmaking van) de website wordt geschonden, mits haar rechten in die lidstaat worden beschermd.
4.5. De locus actus is in dit geval Daventry, Verenigd Koninkrijk, nu dat de vestigingsplaats van Revo dan wel RDL is. TVS heeft te dien aanzien ook niet anders gesteld. Op die grond komt de voorzieningenrechter dan ook geen bevoegdheid toe.
4.6. Voor wat betreft vaststelling van de locus damni stelt de voorzieningenrechter voorop dat hij zijn internationale bevoegdheid dient te toetsen aan alle te zijner beschikking staande gegevens, daaronder begrepen, in voorkomend geval, de betwistingen van de verweerder. Revo voert aan dat voor bevoegdheid op grond van de locus damni nodig is dat de software van RDL toegankelijk is in het gebied van de aangezochte rechter. Toegankelijkheid in deze zin is volgens Revo toegankelijk voor het algemene publiek. Van een dergelijke toegankelijkheid is volgens Revo geen sprake omdat de toegang tot de Revo Portal beperkt is tot dealers uit het dealernetwerk van RDLL die specifieke toegangsgegevens van RDL hebben gekregen. Deze voor Revo voorgestande uitleg van toegankelijkheid, volgt niet uit de jurisprudentie van het HvJ EU. Dat de Advocaat Generaal in zijn conclusie bij dit arrest feitelijk heeft geconstateerd dat in die zaak sprake was van toegankelijkheid voor het algemene publiek, doet daaraan niet af. De website van Revo dan wel RDL was voor Heemskerk (derhalve vanuit Nederland) toegankelijk. Niet betwist is voorts dat het recht dat zou zijn geschonden, ook in Nederland wordt beschermd tegen inbreuk. Bovendien wordt niet betwist dat een download van de software van de Revo/RDL-server heeft plaatsgevonden, waarmee ook sprake is van een (mogelijk door Nederland auteursrecht verboden) reproductiehandeling waardoor voorts schade kan worden geleden in Nederland. Aangezien X is gevestigd in Alphen aan de Rijn, zijnde in het arrondissement Den Haag, is de onderhavige voorzieningenrechter ook relatief bevoegd, welke bevoegdheid overigens niet is bestreden. De bevoegdheid strekt zich - anders dan TVS ten onrechte meent - uitsluitend uit tot het Nederlands grondgebied.
4.7. Volgens Revo dient TVS niet ontvankelijk verklaard te worden in haar vorderingen, aangezien zij de verkeerde rechtspersoon heeft gedagvaard. Revo is een onderneming die al sinds 2005 inactief is en geen handelsactiviteiten meer uitvoert. Zij bezit activa noch passiva en heeft geen werknemers in dienst. RDL is de onderneming die (versnellingsbak)software optimaliseert en verhandelt, aldus Revo.
4.8. De voorzieningenrechter volgt Revo in dit verweer. Dat, zoals TVS ter zitting heeft aangevoerd, door andere directieleden (en programma X) gemaild wordt met gebruik van e-mailadressen met een "@revotechnik.com" extensie (vergelijk onder 2.6) zoals TVS terecht stelt, mag verwarrend zijn, maar wettigt niet zonder meer de conslusie dat Revo de rechtspersoon is die de vermeende auteursrechtinbreuken heeft gepleegd of dreigt te plegen, terwijl ook niet is gesteld of anderszins gebleken dat de website door Revo wordt gehouden. De heer X heeft in zijn eerste communicatie aan de toenmalige advocaat van TVS direct duidelijk gemaakt dat hij optreedt namens RDL. Daarnaast wordt in de digitale handtekening die onder alle in het geding aangebrachte e-mails afkomstig van Revo dan wel RDL, waarbij een e-mailadres meteen "revotechnik.com" extensie is gebruikt, RDL genoemd als rechtsperoon namens wie de mail is gestuurd (vergelijk wederom onder 2.6). Ten slotte is in de software, aan de hand van de noread tag, te detecteren dat de software van RDL afkomstig is. Door de voormalig advocaat van TVS is na het bericht van 1 september 2017 van X ook gecommuniceerd met RDL en niet met Revo (zie onder 2.7). Op basis van deze omstandigheden is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat RDL en niet Revo de vermeend inbreukmakende partij betreft. Dat betekent dat TVS niet ontvankelijk is in haar vorderingen. Aan een inhoudelijk oordeel over de zaak kan niet worden toegekomen.