Bij vernietiging of opeising van octrooien
Kamerstuk 31286, nr. 3, 2e Kamer. Aanpassing van diverse wetten m.b.t. burgerlijke rechtsvordering en de verkrijging van bewijs. Memorie van toelichting.
“In een vierde aan artikel 5 toegevoegd lid wordt de mogelijkheid gegeven dat, evenals in artikel 2, vierde lid, van de Uitvoeringswet EG-bewijsverordening, bij algemene maatregel van bestuur nadere regels met betrekking tot de bevoegdheid worden gesteld. In deze algemene maatregel van bestuur kan rekening gehouden worden met de aard van de zaak of het belang van de goede procesgang.
Zoals ook in de memorie van toelichting bij de Uitvoeringswet EG-bewijsverordening is aangegeven, kan wat betreft de bijzondere aard van de zaak gedacht worden aan het speciale technische karakter hiervan, waardoor het wenselijk kan worden geacht dat een verhoor wordt uitgevoerd door een gerecht dat in dergelijke zaken gespecialiseerd is, bijvoorbeeld bij vernietiging of opeising van octrooien de rechtbank te `s-Gravenhage. In de algemene maatregel bestuur kan de bijzondere bevoegdheid van gerechten als een (aanvullende) bevoegdheid van de gerechten worden opgenomen. Bij het belang van de goede procesorde kan gedacht worden aan de situatie dat door het gehele land heen woonachtige getuigen beter alleen door een daartoe aangewezen rechter in een centraal gelegen plaats kunnen worden gehoord.”
Lees het kamerstuk hier.