Bloementherapie
Gerechtshof ’s-Gravenhage, 23 februari 2010, 105.002.481/01, Bach Flower Remedies Ltd tegen Healing Herbs Ltd. (met dank aan Anne Marie Verschuur, NautaDutilh)
Merkenrecht. Inburgering. Eindarrest na Gerechtshof ’s-Gravenhage, 15 november 2007, IEF 5215. “Het hof is van oordeel dat Flower Remedies dient te bewijzen dat haar merken zijn ingeburgerd op het moment dat de nietigheid werd gevorderd en dat dit nog steeds het geval is op het moment dat het arrest wordt gewezen. indien een inschrijving nietig wordt verklaard heeft dit terugwerkende kracht. Nietigverklaring is niet mogelijk als de merken na inschrijving zijn ingeburgerd.”
Het hof oordeelde in het tussenarrest dat de aanduidingen BACH, THE BACH REMEDIES en BACH FLOWER REMEDIES beschrijvend soortnamen zijn en ten tijde van de depots/inschrijvingen waren voor waren en diensten bestaande uit of betrekking hebbend op bloesem- en bloemenremedies, vervaardigd volgens de methode van dr. Bach en dat de woordmerken bestaande uit deze aanduidingen in zoverre elk onderscheidend vermogen missen. Deposant Flower Remedies is in gelegenheid gesteld inburgering te bewijzen, maar is daarin volgens het hof onvoldoende geslaagd. Beeldmerken ware reeds in het tussenarrest als niet-nietig aangemerkt.
Inburgering: 9. Partijen twisten over de vraag of de beoordeling van het onderscheidend vermogen in kader van de inburgering na inschrijving (als bedoeld in artikel 2.28, lid 2 BVIE) ex tunc (waarbij verschillende momenten denkbaar zijn) of ex nunc moet geschieden. Het hof is van oordeel dat Flower Remedies dient te bewijzen dat haar merken zijn ingeburgerd op het moment dat de nietigheid werd gevorderd en dat dit nog steeds het geval is op het moment dat het arrest wordt gewezen. indien een inschrijving nietig wordt verklaard heeft dit terugwerkende kracht. Nietigverklaring is niet mogelijk als de merken na inschrijving zijn ingeburgerd. Naar het oordeel van het hof moet dat al het geval zijn op het moment van het inroepen van de nietigheid. Anders zouden de belangen van belanghebbenden die de nietigheid kunnen inroepen en de onderhavige aanduidingen vrij zouden moeten kunnen gebruiken op dat moment indien zij (dan) niet zijn ingeburgerd, niet zijn gewaarborgd. De merkhouder kan, indien de inschrijving nietig wordt verklaard omdat het merk (dan nog) niet is ingeburgerd, bij latere inburgering de desbetreffende aanduiding opnieuw als merk deponeren. De onderhavige vordering tot nietigverklaring is ingesteld bij inleidende dagvaarding van 1 2 november 200 l. Ook the cancellation division of de Office for Harmonization in the internal Market (trademarks and designs) - hierna: OHIM - gaat hiervan uit in zijn, door Healing Herbs bij haar antwoordakte overgelegde beslissing van 9 september 2008 (rechtsoverweging 24).
10 (…) In het licht van het bovenstaande is het hof van oordeel dat hetgeen door Flower Remedies aangevoerd en overgelegd onvoldoende is om inburgering in november 2001 aan te nemen. Nu Flower Remedies, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen nader gemotiveerd bewijsaanbod heeft gedaan, ziet het hof ook geen reden haar toe te laten tot bewijslevering. Het hof gaat er dan ook van uit dat de woordmerken niet waren ingeburgerd in november 2001 .
11. Overigens is het hof van oordeel dat ook onvoldoende is aangevoerd om aan te nemen dat de merken thans zijn ingeburgerd. (…) Het onderzoek /de winkelbezoeken door de advocaat van Flower Remedies geeft slechts de mening weer van 12 personen, werkzaam in (gespecialiseerde) winkels die producten van Flower Remedies verkopen. Deze personen zijn niet representatief voor het relevante publiek dat voornamelijk uit particuliere afnemers bestaat met in het algemeen minder vergaande productkennis.(…)
Beeldmerken / non-usus / belanghebbende: 14. (…) Healing Herbs heeft er belang bij dat Flower Remedies zich niet jegens Healing Herbs met een beroep op die bepalingen, al dan niet ten onrechte, op haar merkrechten kan beroepen. De omstandigheid dat zij ook bloesem- en bloemen remedies, die zijn vervaardigd volgens de methode Bach, aanbiedt en dat kenbaar wil kunnen maken is voldoende om Healing Herbs als belanghebbende in de zin van artikel 2.27, lid 1, BVIE aan te merken. Grief 8 faalt derhalve.
15. Het hof gaat aan de bewijsaanbiedingen van Flower Remedies (…) als onvoldoende onderbouwd voorbij (…) Ook aan het bewijsaanbod van Healing Herbs gaat het hof als niet relevant en/of onvoldoende geconcretiseerd voorbij.
Lees het arrest hier.