17 aug 2017
BNN-VARA mag uitzending Boos uitzenden
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 17 augustus 2017, IEF 17044; ECLI:NL:RBMNE:2017:4347 (huisbaas tegen BNN-VARA) Uit het persbericht: De voorzieningenrechter in Utrecht heeft donderdag bepaald dat BNN/VARA de aflevering van Boos later vanmiddag mag uitzenden. In de aflevering gaat presentator Tim Hofman langs bij een huisbaas om klachten van huurders aan hem voor te leggen. Dit resulteerde in een handgemeen. De huisbaas spande een kort geding aan om een verbod op de uitzending af te dwingen. Hij wilde dit verbod omdat de uitzending inbreuk zou maken op zijn persoonlijke levenssfeer en die van zijn medewerkers.
Incident Donderdag heeft de advocaat van BNN/VARA ter zitting over de inhoud van de uitzending verklaard. De programmakers willen het publiek met de beelden laten zien wat er tijdens het incident feitelijk gebeurd is. Verder heeft BNN/VARA toegezegd dat alle medewerkers die ook op het kantoor van de huisbaas aanwezig waren, onherkenbaar in beeld worden gebracht.
Geen verbod De rechter mag een uitzending alleen verbieden in zeer uitzonderlijke gevallen waarbij onherstelbare schade door publicatie zou ontstaan. Zo’n uitzonderlijk geval is in dit geval niet aan de orde. De rechter zal de uitzending daarom nu niet verbieden. Het incident is al bekend bij het publiek. Als de uitzending achteraf onrechtmatig blijkt te zijn, kunnen de gevolgen daarvan naar verwachting ongedaan worden gemaakt.
Beoordeling van de voorzieningenrechter:
4.5. [eiser 2] heeft als belang bij een preventief verbod aangevoerd dat de betreffende cameraploeg van BNN-VARA op onrechtmatige wijze zijn pand is binnengevallen, door na het aanbellen en openen van de deur naar binnen te stormen, onder gebruik van confettikanonnen, en meteen zonder toestemming filmopnames te maken en daarmee door te gaan, ook nadat hen was verzocht om daarmee te stoppen en het pand te verlaten. Daarmee heeft de cameraploeg zich volgens [eiser 2] c.s. schuldig gemaakt aan huis- en lokaalvredebreuk. Het bezoek heeft ook geleid tot een handgemeen tussen [presentator] en [eiser 2] , waarbij [eiser 2] uit zelfverdediging een klap aan [presentator] heeft gegeven. Door deze hele gang van zaken voelden de medewerkers van de vennootschap en de overige aanwezigen zich onveilig.
Over de gevolgen van eventuele uitzending van de filmopnames heeft [eiser 2] c.s. naar voren gebracht dat dan de medewerkers van de vennootschap, waaronder [eiser 2] , en eventuele andere aanwezigen herkenbaar in beeld zullen zijn, terwijl zij voor de filmopnames geen toestemming hebben verleend. Dat is in strijd met hun recht op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer en in strijd met hun portretrecht. Daarnaast kan bij uitzending van de beelden een ieder een blik werpen op wat er in kantoor aan de muur hangt, hoe de bureaus eruitzien etc., en dat is eveneens een schending van het recht op privacy.4.6. BNN-VARA heeft een andere lezing van wat op 14 augustus 2017 is voorgevallen. Volgens haar kwam de cameraploeg met een draaiende camera bij het pand, liet [eiser 2] het hele gezelschap inclusief cameraman naar binnen, leidde hen zelf door het kantoor rond en vroeg hij bij zijn medewerkers na of zij met de situatie met betrekking tot de huurwoning van de student bekend waren. Toen een medewerkster aangaf dat zij niet gefilmd wilde worden, stelde [eiser 2] voor het gesprek op de gang voort te zetten. Toen iedereen in de gang stond, sloeg de stemming bij [eiser 2] om, zei hij dat ze weg moesten en begon hij te duwen. De zoon van [eiser 2] stormde op het gezelschap af en vloog [presentator] aan. De cameraman en een student probeerden [presentator] te beschermen en liepen ook letsel op. [presentator] zelf liep bij het handgemeen een gebroken kaak op.
4.8. In het kader van dit kort geding is niet aannemelijk geworden dat uitzending van de filmbeelden van hetgeen op 14 augustus 2017 is voorgevallen, zal leiden tot onherstelbare schade bij [eiser 2] c.s. BNN-VARA heeft ter zitting verklaard dat de medewerkers van de vennootschap en de overige personen die al aanwezig waren in het pand, met uitzondering van [eiser 2] , zodanig zullen worden ‘geblurd’, dat zij onherkenbaar zijn. [eiser 2] c.s. heeft niet gesteld dat deze personen door de opgenomen geluiden wel herkenbaar zullen zijn, zodat niet valt in te zien waarom de gemaakte geluidsopnames eveneens aangepast zouden moeten worden. Dat het kantoor wel zichtbaar zal zijn, acht de voorzieningenrechter - zonder nadere concretisering, die ontbreekt - in deze geen relevante omstandigheid.
Voor zover het gaat om de herkenbaarheid van [eiser 2] op de filmbeelden, is van belang dat [eiser 2] niet heeft gesteld dat hij bij uitzending van de filmbeelden reputatieschade zal lijden. Bovendien zijn de lezingen van beide partijen over de gebeurtenissen op 14 augustus 2017 reeds in de openbaarheid gekomen, mede doordat [eiser 2] een interview daarover aan het tijdschrift Quote heeft gegeven. Het gaat derhalve alleen om onbekendheid van het publiek met de filmbeelden die van die gebeurtenissen zijn gemaakt. Openbaarmaking daarvan dient het belang van het publiek om zelf te bepalen welke lezing de juiste is.
Bovendien is niet voldoende aannemelijk geworden dat - mocht de uitzending onrechtmatig blijken te zijn en tot schade aan de zijde van [eiser 2] c.s. leiden - deze schade niet meer ongedaan kan worden gemaakt door middel van het verwijderen van de filmbeelden van internet, en/of het uitspreken van andere veroordelingen, zoals tot rectificatie of schadevergoeding.4.9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen moeten worden afgewezen.