19 jul 2024
Uitspraak ingezonden door Dominique Geerts, &Co Advocaten.
Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd
Vzr. Rb. Midden-Nederland 19 juli 2024, IEF 22155; ECLI:NL:RBMNE:2024:4318 (Boska tegen gedaagde) Boska, aanbieder van kaasschaven, kaasraspen en smeermessen, had sinds 2009 een samenwerking met Plus. Na het eindigen van de samenwerking in 2023 brengt PLUS de kaasschaven van gedaagde op de markt onder het private label ‘Klaverland’. Boska vordert gedaagde te verbieden inbreuk te maken op haar auteursrechten, dan wel anderszins onrechtmatig handelen jegens Boska.
De voorzieningenrechter oordeelt dat Boska onvoldoende heeft onderbouwd op grond waarvan de combinatie van de onbeschermde elementen in de Boska Producten, de persoonlijke visie van de maker tot uiting brengt. Uit de overgelegde producties blijkt tevens voldoende dat er veel op Boska Producten lijkende producten op de markt worden aangeboden. In het licht hiervan voegen de Boska Producten zo weinig toe dat er niet kan worden gesproken van een auteursrechtelijk beschermd werk, althans heeft Boska dit onvoldoende onderbouwd. Daarbij is het ontwerp van de Boska Producten hoofdzakelijk functioneel en gebruiksgericht. Het ontwerp bevat derhalve geen creatieve keuzes. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het voorshands niet voldoende aannemelijk dat de Boska Producten kwalificeren als zelfstandig auteursrechtelijk beschermde werken. In het kader van slaafse nabootsing oordeelt de voorzieningenrechter dat van een eigen gezicht van de Boska producten op de relevante markt is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake, zodat er geen sprake is van nodeloze verwarring. De vorderingen van Boska worden afgewezen.
3.12. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. In alinea 21 van de dagvaarding stelt Boska zich op het standpunt dat de combinatie van de door haar genoemde elementen (zie hierboven onder 3.9) creatief genoeg is om de Boska Producten de auteursrechtelijke drempel te laten halen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Boska bevestigd dat zij zich niet beroept op de auteursrechtelijke bescherming van één of meerdere specifieke elementen van de Boska producten. Dit betekent dus dat Boska zich beroept op de auteursrechtelijke bescherming van de combinatie van deze (stuk voor stuk onbeschermde) elementen. Het is echter niet duidelijk welke beschermingswaardige creativiteit Boska heeft toegepast om met de combinatie van de op zichzelf onbeschermde elementen, een auteursrechtelijk beschermd werk te creëren. Boska heeft onvoldoende onderbouwd op grond waarvan de combinatie van de onbeschermde elementen in de Boska Producten, de persoonlijke visie van de maker tot uiting brengt. Dit had wel van haar verwacht mogen worden. Zeker gezien de betwisting door [gedaagde] . Op grond van de afbeeldingen die door Boska (productie EP23) en [gedaagde] (productie GP3) zijn overgelegd, blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende dat er veel sterk op de Boska Producten lijkende kaasschaven, kaasraspen en smeermessen op de markt worden aangeboden. Uit dit vormgevingserfgoed, dat is weergegeven in alinea 2.4, blijkt niet dat de Boska Producten zich in hun uiterlijke verschijningsvorm wezenlijk onderscheiden van andere gelijksoortige producten op de markt. Kortom, in het licht van dit vormgevingserfgoed voegen de Boska Producten zo weinig toe dat er niet kan worden gesproken van een auteursrechtelijk beschermd werk, althans heeft Boska dit onvoldoende onderbouwd.
3.13. De voorzieningenrechter overweegt verder dat het hier gaat om gebruiksvoorwerpen. En hoewel die niet per definitie uitgesloten zijn van auteursrechtelijke bescherming6, geldt dat de Boska kaasschaaf, kaasrasp en smeermessen producten zijn, die naar hun aard een bepaalde basisvorm hebben. Deze basisvorm wordt bepaald door de gebruiksbestemming en is daardoor mede functioneel bepaald. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de keuzes die zijn gemaakt met betrekking tot (de ronde vorm, en breedte en lengte van) het handvat, de lengte van het blad en de totale lengte van het product, in het geval van de kaasschaaf en de smeermessen (de vorm van) het blad, en in het geval van de kaasrasp de (hoeveelheid) gaatjes waarmee geraspt kan worden. Deze elementen en de combinatie daarvan zijn ingegeven door bruikbaarheid en/of ergonomische overwegingen en ruim in het vormgevingserfgoed aanwezig. Van enige creatieve keuzes om dergelijke elementen in de Boska Producten op te nemen is geen sprake.
3.28. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Boska onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de Boska Producten voldoende onderscheidend waren en nog steeds zijn toen de Klaverland Producten op de markt kwamen. De Boska Producten onderscheiden zich in uiterlijke verschijningsvorm onvoldoende van de in alinea 2.4 afgebeelde producten. Uit dit vormgevingserfgoed blijkt namelijk dat er een aantal kaasschaven, kaasraspen en smeermessen van verschillende producenten op de markt zijn die nauwelijks afwijken van de Boska Producten. Het is om die reden dan ook niet aannemelijk dat de Boska Producten een eigen gezicht op de markt hebben. Dit betekent dat al daarom het beroep op slaafse nabootsing faalt en dat de voorzieningenrechter aan de vraag of er sprake is van een (gevaar voor) nodeloze verwarring niet meer toekomt.