31 aug 2016
Uitspraak mede ingezonden door Ruby Nefkens, Van der Steenhoven advocaten.
Bouwstop appartementencomplex na overname licentie uit faillissement
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 31 augustus 2016, IEF 16221; ECLI:NL:RBNHO:2016:7375 (Klous + Brandjes tegen Bot Bouw) Auteursrecht Contractenrecht. Het afbouwen van een appartementencomplex na overname van het contract van de failliete aannemer met de woningbouwcorporatie levert inbreuk op auteursrecht van architect van het ontwerp. De aan de (thans) failliete aannemer door de architect verstrekte licentie is naar haar aard niet voor overdracht aan een derde vatbaar. Uit de bijzondere deskundigheid en reputatie van deze aannemer volgt dat onderhavige prestatie verband houdt met persoonlijke eigenschappen van de licentienemer.
Het belang van de architect bij bescherming van zijn auteursrecht tegen gebruik zonder toestemming en zonder vergoeding prevaleert boven het belang van de aannemer en anderen die niet bij het kort geding zijn betrokken. De voorzieningenrechter legt een bouwstop en verbod tot oplevering op met bepaling dat de architect daar geen rechten aan kan ontlenen zodra de aannemer de fee en vergoeding van proceskosten voldoet. Niet voorstelbaar is dat de aannemer niet over de liquiditeiten beschikt om vrijgave van het bouwproject te bewerkstelligen.
4.6. Als uitgangspunt geldt dat de auteursrechthebbende door verlening van een licentie aan de licentienemer de bevoegdheid verstrekt om exploitatiehandelingen met betrekking tot het auteursrechtelijk beschermd werk te verrichten, die op grond van de wet in beginsel alleen aan de rechthebbende zijn voorbehouden. Een licentie is een vorderingsrecht (gelegen in een door de licentiegever op zich genomen verplichting zich te onthouden van optreden tegen het gebruik van het auteursrecht, en de daaraan ontleende aanspraak) en geschiedt, behoudens de exclusieve licentie, vormvrij. Vorderingsrechten zijn op grond van artikel 3:83 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek overdraagbaar, tenzij de wet of de aard van het recht zich tegen een overdracht verzet.
Van dit laatste is in onderhavig geval sprake. De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat Klous + Brandjes Architecten niet nastreeft dat elke willekeurige aannemer haar bouwwerk uitvoert. De kwaliteit van de aannemer bepaalt immers mede de esthetische kwaliteit van het gerealiseerde werk. Uit de toelichting ter zitting is gebleken dat Klous + Brandjes Architecten een projectoverstijgende samenwerking met VBK had, waaruit kan worden afgeleid dat zij een voorkeur had voor de bijzondere deskundigheid en reputatie van deze aannemer. Dat wordt bevestigd door de stelling van Klous + Brandjes Architecten dat VBK de volledige vrijheid kreeg het ontwerp uit te voeren. Daarmee is voldoende aannemelijk dat de onderhavige prestatie verband houdt met de persoonlijke eigenschappen van de licentienemer. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de aan VBK verstrekte licentie niet overdraagbaar is.
4.10. De voorzieningenrechter is van oordeel dat een belangenafweging niet aan toewijzing van een voorziening in de weg mag staan. Aannemelijk is dat een bouwstop onfortuinlijk en nadelig kan zijn, ook voor personen die niet bij dit kort geding zijn betrokken, waaronder in dit geval de senioren die volgens de stelling van Bot Bouw al drie jaar op hun nieuwe woning wachten. Dat legitimeert evenwel niet een inbreuk op het auteursrecht van Klous + Brandjes Architecten toe te staan. Klous + Brandjes Architecten heeft er belang bij om haar auteursrechten door middel van een verbod in een kort geding van deze strekking te beschermen tegen gebruik zonder toestemming en zonder vergoeding. Niet weersproken is dat het nog openstaande bedrag dat Klous + Brandjes Architecten aan VBK heeft gefactureerd met betrekking tot de werkzaamheden voor het project € 17.500,- bedraagt. Niet voorstelbaar is dat Bot Bouw niet over de liquiditeit beschikt om door betaling van dit bedrag, vermeerderd met de te liquideren proceskosten, vrijgave van het bouwproject te bewerkstelligen. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat het belang van Klous + Brandjes Architecten om voor haar inspanningen betaald te worden moet prevaleren boven het verdere – ongeoorloofde – gebruik van die onbetaalde inspanningen door Bot Bouw.
Wat betreft de vergoedbaarheid van de proceskosten wordt het volgende overwogen.
Ter zitting is duidelijk geworden dat de inzet van Klous + Brandjes Architecten van meet af aan is geweest om betaling te verkrijgen van de vergoeding die is toe te rekenen aan de werkzaamheden voor het ontwerp van het appartementencomplex. Dat is naar het oordeel van de voorzieningenrechter een redelijk verlangen. Bot Bouw had in een veel eerder stadium voorafgaand aan dit kort geding aan dit verlangen tegemoet moeten komen. Door dat na te laten heeft Klous + Brandjes Architecten extra kosten moeten maken. Nu het met name de arrogante opstelling van Bot Bouw is geweest die tot het oplopen van de kosten heeft geleid, acht de voorzieningenrechter geen reden het te vergoeden bedrag te matigen tot onder het niveau van de specificatie.
Op andere blogs:
Dirkzwager