Gepubliceerd op dinsdag 27 juni 2023
IEF 21514
Rechtbank Zeeland-West-Brabant ||
14 jun 2023
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 jun 2023, IEF 21514; ECLI:NL:RBZWB:2023:4175 (Buma c.s./SSCB), https://delex.nl/artikelen/buma-stelt-schadeplicht-van-stichting-vast

Buma stelt schadeplicht van stichting vast

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, IEF 21514; ECLI:NL:RBZWB:2023:4175 (Buma c.s./SSCCB) Onderwerp van het geschil is of de Stichting Sociaal Cultureel Centrum Brabantpark (hierna: SSCCB) schadeplichtig is jegens Buma en Sena (hierna: Buma c.s.). Buma c.s. heeft namelijk vastgesteld dat SSCCB onrechtmatig heeft gehandeld door muziek te openbaren zonder een licentieovereenkomst te tekenen met Buma c.s. Het SSCCB is een openbaar gebouw waar altijd muziek wordt gedraaid. SSCCB voert aan dat zij geen vergoeding hoeven te betalen, omdat er op de website van Buma een aantal uitzonderingen staan voor situaties waarin geen vergoeding hoeft te worden betaald voor muziek. Een van de vrijwilligers die werkzaam is bij SSCCB had haar telefoon aan de muziekboxen verbonden om naar muziek te kunnen luisteren. Het zou in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid als hier een vergoeding voor moet worden betaald. Buma c.s. vordert voldoening van haar factuur.

De rechter stelt dat er geen sprake is van een utizonderingssituatie waar SSCCB zich op kan beroepen. Hoewel SSCCB stelt dat het centrum niet zomaar toegankelijk is, kon de inspecteur van Buma c.s. tot tweemaal toe probleemloos naar binnen lopen om te controleren of er muziek werd geopenbaard. Dat de vrijwilligers sporadisch muziek opzetten in een openbare ruimte maakt dat SSCCB zich schuldig maakt aan een ongeoorloofde openbaring zonder daarvoor de benodigde licentieovereenkomst met Buma c.s. te hebben. Ook zijn er geen omstandigheden die het beroep op de redelijkheid en billijkheid steunen. De rechter ziet ook geen reden om de gevorderde vergoeding te matigen. 

4.2 In tegenstelling tot hetgeen SSCCB betoogt is de kantonrechter van oordeel dat er geen sprake is van een uitzondering – zoals die op de website van BumaStemra staan vermeld – waardoor zij geen vergoeding is verschuldigd. Als door SSCCB erkend staat vast dat vrijwilligers sporadisch via een mobiele telefoon muziek luisteren, al dan niet aangesloten op een (geluids)box. Hoewel zij aanvoert dat het gebouw slechts toegankelijk is voor de personen die het wijkcentrum bezoeken voor een activiteit in één van de beschikbare ruimtes, volgt dit niet uit het feit dat [naam04] tot twee keer toe het wijkcentrum zomaar binnen heeft kunnen lopen voor een controlebezoek. Ook het feit dat – zoals door SSCCB is aangevoerd – de foyer slechts een doorgang is naar de ruimtes die verhuurd worden, de bezoekers van SSCCB zich in een afgesloten ruimte bevinden en in de foyer geen consumpties worden verkocht maakt niet dat het wijkcentrum niet vrij toegankelijk is en dat andere personen het wijkcentrum niet (vrij toegankelijk) kunnen betreden. Het standpunt van SSCCB dat zij geen personeel in dienst heeft, maar gebruik maakt vrijwilligers leidt er evenmin toe dat zij geen vergoeding is verschuldigd. Het enkele feit dat er door vrijwilligers muziek wordt geopenbaard via een muziekinstallatie c.q. (geluids)box in een vrij toegankelijke ruimte maakt al dat er sprake is van een inbreuk op het auteursrecht en naburige rechten. Dit betekent dat SSCCB hiervoor een vergoeding is verschuldigd aan Buma en Sena.