19 okt 2016
Uitspraak ingezonden door Lars Bakers, Bingh Advocaten
By-Boo maakt auteursrechtelijke inbreuk door het openbaar maken of verveelvoudigen van vloerkleden
Rechtbank Den Haag 19 oktober 2016, IEF 16322 ECLI:NL:RBDHA:2016:12637 (De Poortere Deco / By-Boo) Poortere en By-Boo brengen allebei vloerkleden op de markt. Poortere stelt dat de vloerkleden van By-Boo te veel op die van hen lijken en eist de door By-Boo gemaakte inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechte te staken. By-Boo blijft volgens Poortere inbreuk maken. In dit geschil eist Poortere staking van het maken van inbreuk op de auteursrechten en strekt zich uit tot inbreuk op niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht. De rechtbank beveelt met betrekking tot bepaalde vloerkleden dat By-Boo iedere inbreuk op de auteursrechten van De Poortere met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden.
Beoordeling niet-ingeschreven gemeenschapsmodel en auteursrecht
4.10 Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht dient beoordeeld te worden in welke mate de totaalindrukken van het beweerdeljk inbreuk makende werk en het beweerdeljk bewerkte of nagebootste werk overeenstemmen. De auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van laatstbedoeld werk zijn daarbij bepalend. Bij de vergelijking van de totaalindrukken dienen ook onbeschermde elementen in aanmerking te worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdeljk nagebootste werk aan de “werktoets” beantwoordt.4.12 Tussen partijen is niet in geschil dat De Poortere de Vintage Multi tapijten voor het eerst voor het publiek beschikbaar heeft gesteld op de beurs Maison et Objet in Parijs op
9 september 2011. By-Boo c.s. stelt zich op het standpunt dat de Vintage Mcilti tapijten op die datum, gegeven het toen bestaande vormgevingserfgoed, niet nieuw waren en eigen karakter ontbeerden. Zij heeft daartoe diverse afbeeldingen van tapijten in haar conclusie van antwoord opgenomen, afkomstig van via Google gegenereerde internetpagina’s, waarbij als zoekperiode 1 januari 2009 tot 31 december 2011 is gehanteerd. De Poortere heeft evenwel onderbouwd betoogd dat de ingevoerde zoekperiode en de bij de zoekresultaten vermelde data uitsluitend betrekking hebben op de datum waarop de betreffende webpagina’s online zijn gezet en niets zeggen over de inhoud (content) daarvan, die inmiddels weer kan zijn gewijzigd. By-Boo c.s. heeft dat niet gemotiveerd weersproken. Niet kan daarom worden aangenomen dat de tapijten op de afbeeldingen van de betreffende internetpagina’s al voor 9 september 2011 aan het publiek beschikbaar zijn gesteld en ten opzichte van de Vintage Multi tapijten als vormgevingserfgoed hebben te gelden. De rechtbank laat deze afbeeldingen daarom hier buiten beschouwing.4.16 Gelet op het vorenoverwogene moet worden aangenomen dat de Vintage Multi tapijten nieuw zijn en een eigen karakter hebben en derhalve - gegeven de voor niet- ingeschreven Gemeenschapsmodellen geldende beschermingsduur van 3 jaar - tot 9 september 2014 bescherming genoten als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen.
4.17 Bij de beoordeling of de Vintage Multi dessins (en de tapijten waarin deze zijn verwerkt) auteursrechtelijk beschermde werken zijn, gaat de rechtbank, conform hetgeen is vermeld in de onder 2.4 genoemde overeenkomst, uit van 1 februari 2011 als datum van totstandkoming van de dessins.
4.18 By-Boo c.s. betwist dat de Vintage Multi dessins (en de tapijten waarin deze zijn verwerkt) auteursrechtelijk beschermde werken zijn. Zij stelt daartoe dat de motieven op de afzonderlijke vlakken afkomstig zijn uit bestaande, traditionele tapijten zodat de keuzes voor die vlakken, ook in combinatie, niet zijn terug te voeren op Vrije en creatieve keuzes van de maker. Zij heeft er voorts op gewezen dat patchworktapijten in één overheersende kleur al deel uitmaakten van het vormgevingserfgoed. Tevens stelt zij dat het stikwerk een voor de patchwork-uitstraling noodzakelijke keuze voor de verbinding van de vlakken is. Alle kenmerken waarop De Poortere zich beroept, moeten daarom als banaal dan wel als (louter) technisch en/of functioneel bepaald worden aangemerkt, aldus By-Boo c.s.
4.19 De rechtbank verwerpt dit verweer. Hoewel de keuze voor één hoofdkleur van de Vintage Multi dessins (rood, blauw etc.) als banaal kan worden aangemerkt en niet in geschil is dat in de dessins gebruik is gemaakt van bestaande motieven, neemt dat niet weg dat de maker ten aanzien van de selectie van die motieven, de combinatie daarvan binnen de dessins en (de combinatie van) kleurschakeringen, persoonlijke keuzes heeft gemaakt. Dat geldt ook voor de belijning (vlakverdeling) en de wijze waarop het stikwerk is vormgegeven. Op deze punten waren ook vele andere ketizes mogelijk geweest. Dat het voor een patchworkuitstraling noodzakelijk is om de vlakken (zichtbaar) met stikwerk te verbinden, dan wel dat juist op de onderhavige wijze te doen (zie 3.2.1), valt zonder nadere motivering van By-Boo c.s., die ontbreekt, niet in te zien. Dat de combinatie van de door De Poortere genoemde kenmerken (in zijn geheel) al in het vormgevingserfgoed voorkwam en daaraan zou zijn ontleend, is voorts gesteld noch gebleken. De rechtbank is van oordeel dat de combinatie van deze, op zichzelf niet beschermde elementen - De Poortere heeft zich niet op afzonderlijke bescherming van één van de door haar genoemde kenmerken beroepen - blijk geeft van vrije creatieve keuzes van de maker, waardoor een oorspronkelijk werk is ontstaan. De Vintage Multi dessins en tapijten waarin deze zijn belichaamd zijn daarom, ook binnen de reeds bestaande patchwork-stijl, auteursrechtelijk beschermd.
4.22 De stelling van De Poortere dat By-Boo inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten - de rechtbank leest: auteursrechten (zie 4.5) - heeft gemaakt door accessoires te verhandelen die met delen van het Patchwork-dessin 1 zijn bekleed, treft geen doel. De Poortere heeft namelijk niet duidelijk gemaakt om welke concrete accessoires, meer specifiek de dessins daarvan, het gaat, terwijl het wel op haar weg lag hierover duidelijkheid te verschaffen. Ten eerste omdat By-Boo betwist dat zij accessoires met het Patchwork-dessin 1 heeft verhandeld. Ten tweede omdat de vermeend inbreukmakende accessoires, zoals volgt uit wat De Poortere zelf heeft aangevoerd, (slechts) met een deel van het Patchwork-dessin 1 zijn bekleed. Teneinde te kunnen beoordelen of deze ‘delen’ inbreuk maken op de Vintage Multi dessins van De Poortere, is een beoordeling van de (totaalindruk van de) betrokken dessins noodzakelijk, te meer nu niet in geschil is dat de motieven van de afzonderlijke vlakken van de Vintage Multi dessins als zodanig geen bescherming genieten. Bij gebreke van een concrete en duidelijke op- of weergave van de door De Poortere bedoelde accessoires, gaat de rechtbank aan de stelling van De Poortere als onvoldoende onderbouwd voorbij, zodat aan het ter zitting gedane aanbod tot (nadere) bewijslevering niet wordt toegekomen.
4.23 Het subsidiaire standpunt van De Poortere dat de accessoires bekleed met een deel van het Patchwork-dessin 1 een slaafse nabootsing vormen van de producten uit haar collectie, stuit ook al af op het hiervoor genoemde gebrek aan een concrete en duidelijke opgave van (het uiterlijk van) de te vergelijken producten.
4.29 Uit het vorenoverwogene vloeit voort dat het tapijt met het Patchwork dessin 2 ook niet is te beschouwen als een ongeoorloofde verveelvoudiging in de zin van de Aw. Daarbij is van belang dat de bescherming van de Vintage Multi dessins en de tapijten waarin deze zijn verwerkt, is gelegen in de combinatie van op zichzelf niet beschermde kenmerken. Dientengevolge is de beschermingsomvang beperkt, in die zin dat al snel sprake zal zijn van een andere totaalindruk als de combinatie van kenmerken niet geheel terugkeert in het gewraakte voortbrengsel. Dat is hier het geval. Gezien de hiervoor, ten aanzien van het niet- ingeschreven Grneenschapsrnodel, besproken verschillen ttissen het tapijt met Patchwork dessin 2 en het (dessin van het) Vintage Multi tapijt, is sprake van een andere totaalindruk. Met het tapijt met het Patchwork-dessin 2 wordt dan ook geen inbretik gemaakt op de auteursrechten van De Poortere.
4.39 Het gevorderde inbreukverbod (B van het petitum) op grond van het auteursrecht op het Vintage Multi dessin wordt toegewezen op de wijze als in het dictum bepaald.
4.40 By-Boo heeft voorts aangevoerd dat niet aannemelijk is dat de met het Patchwork dessin 1 gemaakte inbreuk tot schade heeft geleid, nu het slechts 22, inmiddels allemaal teruggehaalde, prototype tapijten betrof. Dat zij over niet meer dan 22 tapijten heeft beschikt heeft By-Boo echter niet met stukken onderbouwd. Hierbij wreekt zich ook dat By-Boo zich in haar verklaringen inzake de verhandeling van de tapijten niet betrouwbaar heeft getoond. Gelet hierop kan niet worden uitgesloten dat de inbreuk tot schade heeft geleid en wordt de mogelijkheid daarvan aannemelijk geacht. De rechtbank kan de schade thans niet begroten en zal daarom bepalen dat de hoogte van de schade bij staat wordt opgemaakt. De gevorderde veroordeling tot schadevergoeding nader op te maken bij staat is derhalve toewijsbaar. Daarbij heeft 17 september 2013 als datum van eerste inbreuk te gelden, gelet op de stelling van De Poortere dat zij in september 2013 heeft geconstateerd dat By-Boo tapijten met Patchwork-dessin 1 aanbood en de daarbij overgelegde screenprints van de website by-boo.com van 17 september 2013 (productie 7). Voor een eerdere datum van inbreuk bestaan geen aanwijzingen. Wat betreft de niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrechten, strekt de schadevergoedingsplicht zich niet verder uit dan tot 9 september 2014.
4.43 In het licht van de hiervoor vastgestelde inbreuk en het recht op schadevergoeding en/of winstafdracht is de niet afzonderlijk bestreden vordering tot opgave van de in het petitum genoemde gegevens toewijsbaar als nader in het dictum bepaald. De termijn voor opgave zal worden verlengd en de opgave zal worden beperkt tot de periode vanaf 17 september 2013 (zie 4.40). De door De Poortere gevorderde accordering van deze opgave door een registeraccountant vormt een opdracht voor het geven van een vorm van assurance door een registeraccountant. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat een registeraccountant, zeker als dat niet de huisaccountant is van degene die opgave dient te doen, die assurance niet kan geven. Toewijzing van het gevorderde leidt derhalve gemakkelijk tot executieproblemen. Een minder ver strekkende opdracht tot het maken van een “rapport van feitelijke bevindingen”, zoals door gerechtshof’s-Hertogenbosch voorgestaan, biedt geen extra zekerheid ten aanzien van de juistheid van de opgave, omdat de accountant daarin kennelijk volgens zijn gedragsregels geen conclusies mag trekken. Gelet op de beperkte zekerheid die een rapport van feitelijke bevindingen De Poortere zal bieden in aanvulling op de ter staving van de opgave te verstrekken bescheiden en naast de op te leggen dwangsom, rechtvaardigt dat niet de aanzienlijke kosten die met een dergelijk rapport gemoeid zijn. Om die reden zal de rechtbank de gevorderde accordering door een accountant niet toewijzen)4
5. De beslissing. De rechtbank in de procedure tussen De Poortere en By-Boo:
5.1. Beveelt By-Boo iedere inbreuk op de auteursrechten van De Poortere met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder het openbaar maken of verveelvoudigen van het Vintage Multi dessin van De Poortere, waaronder begrepen het produceren, leveren of anderszins verhandelen van tapijten met het Patchwork-dessin 1 (hierna: inbreukmakende tapijten);