Column is niet feitelijk onjuist en geeft slechts mening van de schrijver
Vzr. Rechtbank Limburg 3 september 2015, IEF 15333; ECLI:NL:RBLIM:2015:7621 (eiser tegen T&S Productions)
Mediarecht. Onrechtmatige publicatie. Eiser is werkzaam geweest bij een reisbranche waarvan de reisorganisatie in 2007 failliet is verklaard. Eiser richtte daarna reisorganisatie Hellas Travel BV op. T&S is een uitgeverij die een publicatie op website Travelpro.nl plaatste. Eiser vindt dat T&S door openbaarmaking van de publicatie onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt: Er is een voldoende mate van zekerheid dat de vordering tot rectificatie niet wordt toegewezen in de bodemprocedure. De vraag of een publicatie onrechtmatig is ligt in het spanningsveld tussen het recht op uitingsvrijheid enerzijds en het recht op bescherming van eer en goede naam, de persoonlijke levenssfeer en het recht om gevrijwaard te worden van discriminatie anderzijds. Van belang is dat de publicatie een voorwoord/column is, waarbij het de lezer voldoende duidelijk is dat het slechts de mening van de schrijver weergeeft. De publicatie bevat geen feitelijke onjuistheden. Er is geen sprake van onrechtmatig handelen.
4.3. De vraag of een publicatie onrechtmatig is ligt in het spanningsveld tussen het recht op uitingsvrijheid (art. 10 EVRM) enerzijds en het recht op bescherming van eer en goede naam, de persoonlijke levenssfeer en het recht om gevrijwaard te worden van discriminatie tie anderzijds. Bij de vraag of een publicatie in strijd is met de in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid staan dus in beginsel twee, ieder voor zich hoogwaardige maatschappelijke belangen tegenover elkaar: aan de ene kant het belang dat individuele burgers niet door publicaties in de pers worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen; aan de andere kant het belang dat niet, door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek, misstanden, die de samenleving raken, kunnen blijven voortbestaan. Het antwoord op de vraag welk van beide rechten in het onderhavige geval zwaarder weegt, moet worden gevonden door een afweging van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval en met inachtneming van de proportionaliteitstoets en de noodzakelijkheidstoets (artikelen 8 lid 2 en 10 lid 2 EVRM). Bij het oordeel over de onrechtmatigheid van de publicatie zal tevens de zogenoemde Leidraad van de Raad voor de Journalistiek (verder te noemen: de Leidraad) worden betrokken. De Leidraad is weliswaar geen geldend recht, maar partijen zijn het wel er over eens dat het een door beroepsgenoten geformuleerd geheel van regels is, enigszins vergelijkbaar met tuchtreglementen en gedragscodes. Overtreding er van brengt zeker niet zonder meer met zich dat sprake is van onrechtmatig gedrag in burgerrechtelijke zin, doch kan een aanwijzing in die richting zijn.
4.4. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is een voldoende mate van zekerheid over toewijzing van de vordering tot rectificatie in een bodemprocedure, gelet op het onder 4.3. genoemde toetsingskader, thans niet aanwezig. Daartoe wordt als volgt overwogen.
4.5. Van belang is allereerst dat, gelet op alle ingebrachte stukken en het verhandelde ter zitting, voldoende is komen vast te staan dat het gewraakte artikel een voorwoord/column is, waarbij het voor de lezer voldoende duidelijk is dat de inhoud slechts de mening van de schrijver weergeeft. (...)
4.7. Gesteld noch gebleken is dat de gewraakte publicatie – voor de beoordeling van de gestelde onrechtmatigheid – relevante, feitelijke onjuistheden bevat. (...) Bij afweging van de onder 4.3. genoemde, tegen elkaar af te wegen, belangen, kan naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter niet worden geoordeeld, dat sprake is van onrechtmatig handelen door de onderhavige publicatie. Ook de laatste volzin van deze column maakt dit niet anders, nu deze moet worden gelezen in de context van het gehele artikel. (...)