6 jun 2018
Commissie Plagiaat: melodie leader 'Westenwind' vrijwel exact overgenomen van leader 'Nieuwslijn'
Vaste Commissie Plagiaat 6 juni 2018, IEF 17827 (Nieuwslijn tegen Westenwind) Auteursrecht. Klagers zijn van mening dat het werk 'Westenwind' gelijkenis vertoont met het door hen gecomponeerde leader voor 'Nieuwslijn'. Ze stellen dat het eerste en meest herkenbare deel van de leader van de serie 'Westenwind' exact is overgenomen van de leader van programma 'Nieuwslijn'. Het notenbeeld toont aan dat niet alleen de melodie vrijwel geheel overeenkomstig is, maar ook dat de keuze voor een modulatie door beklaagden is overgenomen. De klacht is gegrond verklaard omdat de compositorische keuzes zijn overgenomen en ze destijds kennis hebben genomen van de 'Nieuwslijn' leader.
10. De VCP overweegt als volgt.
De VCP stelt vast dat het beroep op verjaring door de beklaagden geen steun vindt in het Reglement op de behandeling van plagiaatgeschillen tussen deelnemers van Buma en Stemra. Voorts is de VCP van mening dat het feit dat componist [c] bestuurslid is geweest van Buma/Stemra, niet ter zake doet voor het plagiaatgeschil.
Voor wat betreft het plagiaatgeschil, constateert de VCP dat de melodielijnen van de werken ‘Nieuwslijn’ en ‘Westenwind’ in belangrijke mate overeenstemmen. Dat de melodielijnen van beide werken aanvangen met een kwintsprong en die stijgende kwint eveneens te horen is in de melodieën van eerdere werken, doet hier niet aan af. Het is nu juist het vervolg op deze kwintsprong, te weten de stijgende kwart (vanaf IV) gevolgd door de dalende kwint, dat kenmerkend is voor de melodische curve van beide werken. Eveneens is opvallend dat in beide werken de tweede frase van het thema eindigt op de kwint. Voor het overige stemmen de melodielijnen overeen voor wat betreft frasebouw, met een voor- en nazin, en voor wat betreft de ritmiek en de metrische structuur. De modulatie van de thema’s in beide werken, of die nu met een hele of een halve toon plaatsvindt, versterkt de indruk van gelijkenis tussen beide werken. Alle hiervoor genoemde karakteristieken zijn uiting van de persoonlijke compositorische keuzes van de componisten van ‘Nieuwslijn’, die tot de conclusie leiden dat het werk ‘Nieuwslijn’ aan de voor auteursrechtelijke bescherming gestelde vereisten voldoet. Het zijn nu juist deze compositorische keuzes die zijn overgenomen in het werk ‘Westenwind’.
Gelet op het feit dat de leader van “Nieuwslijn’ gedurende enkele jaren regelmatig via de publieke omroep te horen is geweest, in een periode dat de publieke omroep een veel groter publieksbereik had dan tegenwoordig, is het aannemelijk dat beklaagden destijds kennis hebben genomen van dit werk.
Al het bovenstaande in aanmerking genomen, oordeelt de VCP dat er sprake is van plagiaat.
De VCP ziet in het feit dat klagers lang hebben gewacht met het formeel indienen van hun klacht geen reden om beklaagden niet te veroordelen tot het dragen van de kosten van de behandeling van de zaak.