Gepubliceerd op dinsdag 27 september 2016
IEF 16273
Rechtbank Rotterdam ||
8 aug 2016
Rechtbank Rotterdam 8 aug 2016, IEF 16273; ECLI:NL:RBROT:2016:6950 (USG tegen Retail Unity), https://delex.nl/artikelen/computerprogramma-kan-een-werk-zijn-dat-auteursrechtelijke-bescherming-geniet

Computerprogramma kan een werk zijn dat auteursrechtelijke bescherming geniet

Rechtbank Rotterdam 8 augustus 2016, IEF 16273; ECLI:NL:RBROT:2016:6950 (USG tegen Retail Unity) Intellectuele eigendomsrechten. Auteursrechten. Een computerprogramma kan een werk zijn dat auteursrechtelijke bescherming geniet. De vordering strekt met name tot het verkrijgen van recht op inzage in softwaregegevens, middels rapportage door een deskundige derde aan SUR, dit teneinde te bezien of sprake is van schending van auteursrechten van SUR. Het is begrijpelijk dat Retail Unity om commerciële redenen in haar berichtgeving (op haar website) laat weten dat zij een fraai en gebruiksklaar softwareprogramma in de aanbieding heeft, ook al vergt dit programma in feite nog wat schaven en meten. De vorderingen van SUR worden afgewezen en deze zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskostenkosten van Retail Unity.

4.1. Het spoedeisend belang volgt uit de stellingen van SUR.

4.2. Een computerprogramma kan een werk zijn dat auteursrechtelijke bescherming geniet (art. 10 lid 1 onder 12 Aw).

4.6. Aan het vereiste van het bestaan van een rechtsbetrekking als bedoeld in art. 1019a jo. art. 843 is - in geval van betwisting - niet reeds voldaan indien (dreigende) inbreuk op een recht van intellectuele eigendom onderbouwd is gesteld. Degene die inzage, afgifte of uittreksel van bewijsmateriaal verlangt, dient zodanige feiten en omstandigheden te stellen en met reeds voorhanden bewijsmateriaal te onderbouwen dat voldoende aannemelijk is dat inbreuk op een recht van intellectuele eigendom is of dreigt te worden gemaakt. De vraag wat in het kader van een vordering uit hoofde van art. 1019a als een ‘voldoende’ mate van aannemelijkheid kan worden beschouwd, kan niet in algemene zin worden beantwoord. Daarbij komt het immers aan op een waardering van de stellingen en verweren van partijen en de overtuigingskracht van het eventueel reeds overgelegde bewijsmateriaal. Wel is uitgangspunt dat niet behoeft te zijn voldaan aan de mate van aannemelijkheid die is vereist voor toewijzing in kort geding van een op een (dreigende) inbreuk gebaseerde vordering. De in de feitenrechtspraak veelal gehanteerde formulering dat uit de door eiser gestelde (en zo mogelijk met bewijsmateriaal gestaafde) feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van een (dreigende) inbreuk moet kunnen worden afgeleid, geeft geen blijk van miskenning van het voorgaande (HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3304).

4.10. SUR stelt dat het softwareprogramma van Retail Unity volgens eigen berichtgeving op de website van Retail Unity al volledig operationeel is bij alle 122 vestigingen van het bedrijf Jeans Centre, waaronder 22 buitenlandse vestigingen. Ook deze stelling heeft Retail Unity voldoende gemotiveerd weersproken. Retail Unity beroept zich op haar productie 13. In deze productie is e-mailverkeer opgenomen tussen Retail Unity en Jeans Centre. Uit dit e-mailverkeer valt genoegzaam op te maken dat het softwareprogramma van Retail Unity, ondanks de andersluidende uitlatingen waar SUR op wijst, feitelijk nog in de ontwikkelingsfase verkeert. Onder meer blijkt dit uit een e-mailbericht van Jeans Centre van 15 april 2016. Daarin worden 22 opmerkingen (met name verbeterpunten) geplaatst over het nieuwe softwareprogramma. In een e-mailbericht van Jeans Centre van 21 april 2016 staat dat de volgende dag 10 met name genoemde winkels kunnen worden aangesloten op het softwareprogramma. Eén en ander wijst er op dat het softwareprogramma van Retail Unity niet vanaf aanvang probleemloos heeft gefunctioneerd en dat dit programma gefaseerd in gebruik wordt genomen, hetgeen niet rijmt niet met de stelling van SUR dat dit programma gekopieerd is van SUR.

Het is begrijpelijk dat Retail Unity om commerciële redenen in haar berichtgeving (op haar website) laat weten dat zij een fraai en gebruiksklaar softwareprogramma in de aanbieding heeft, ook al vergt dit programma in feite nog wat schaven en meten.

4.11. De vorderingen van SUR zullen derhalve worden afgewezen. SUR zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskostenkosten van Retail Unity. Deze kosten worden begroot op € 15.000,-, overeenkomstig de “Indicatietarieven in IE-zaken,” onder de categorie: “overige korte gedingen: maximaal € 15.000.” Beide partijen hebben een gespecificeerde declaratie overgelegd die uitkomt boven de € 15.000,- maar beide partijen hebben verklaard zich te conformeren aan de Indicatietarieven. Kennelijk achten beide partijen een vergoeding van € 15.000,- redelijk. De voorzieningenrechter zal de proceskostenveroordeling ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.