4 nov 2016
Uitspraak ingezonden door: Thijs van Aerde en Rob Meijer (Houthoff Buruma), Dirk Visser en Paul Kreijger (Visser Schaap Kreijger)
Conclusie A-G in Thuiskopie zaak: HR kan de zaak zelf afdoen en dient Thuiskopie te veroordelen in de kosten in cassatie
Conclusie AG 4 november 2016, IEF 16358; (ACI Adam tegen Stichting De Thuiskopie) Auteursrecht. Deze zaak over het Nederlandse systeem van de thuiskopievergoeding komt terug na prejudiciële verwijzing uit Luxemburg. De vraag is of bij het bepalen van de thuiskopievergoeding rekening mag worden gehouden met de schade die het gevolg is van het maken van kopieën uit “illegale” of “niet-geautoriseerde” (d.w.z. met schending van het auteursrecht tot stand gekomen) bronnen. Het Hof heeft deze vraag ontkennend beantwoord. De A-G concludeert nu, in lijn met het prejudiciële arrest, tot vernietiging van het bestreden arrest. Volgens de A-G kan de HR de zaak zelf afdoen door de gevorderde verklaring voor recht toe te wijzen en dient Thuiskopie te worden veroordeeld in de kosten in cassatie.
3.10 Uw Raad kan de zaak zelf afdoen. Het gaat hier om een zuiver rechtsoordeel, waarvoor geen feitelijke beoordeling meer nodig is^^ Daartoe behoeft het bestreden arrest alleen in zoverre te worden vernietigd, dat tevens wordt toegewezen de gevorderde verklaring voor recht in hoger beroep onder II.A "...dat bij de bepaling van de hoogte van de thuiskopievergoeding geen rekening dient te worden gehouden met de schade die het gevolg is van illegaal kopiëren (incl. downloaden) uit een illegale bron".
4.3 Nu een proceskostenveroordeling volgens art. 1019h Rv i n deze cassatieprocedure niet aan de orde is, zijn de algemene regels van art. 237-245 Rv - middels de schakelbepaling van art. 418a Rv - van toepassing (liquidatietarief). In afwijking van deze regels laat art. 419 lid 4 Uw Raad de vrijheid te beslissen omtrent de proceskosten zoals hij vermeent te behoren^^. Van deze bevoegdheid maakt Uw Raad spaarzaam gebruik en toepassing is beperkt tot compensatie van kosten in cassatie. Uit Informatiebeheergroep/Groenhart volgt dat deze regeling geen vrijheid geeft om met betrekking tot de kostenveroordeling in lagere instanties van de gewone regels af te wijken. Compassie met de verliezende partij lijkt de drijfveer te zijn voor toepassing van art. 419 lid 4 Rv. Onze zaak geeft daar naar ik meen geen aanleiding toe. Thuiskopie heeft het incidentele cassatieberoep pas ingetrokken nadat uit het prejudiciële arrest bleek dat dit beroep geen kans van slagen had en er geen steekhoudend verweer mogelijk was tegen het principale beroep. Dan komt kostencompensatie niet aan de orde. Tot aan het Luxemburgse arrest heeft Thuiskopie verweer gevoerd en ACI c.s. hadden ook al gerespondeerd op het incidentele cassatieberoep van Thuiskopie. Zodoende dient Thuiskopie als verliezende partij te worden veroordeeld in de kosten van zowel het principale beroep (dat slaagt) als het incidentele cassatieberoep (dat faalt).
4.4 In geval van vernietiging van de uitspraak van de rechter in vorige instantie wordt de verliezende partij vaak ook veroordeeld in de kosten van die vorige instantie. Nu het bestreden arrest alleen behoeft te worden vernietigd voor zover de gevorderde verklaring voor recht met betrekking tot het kopiëren uit illegale bron is afgewezen, kan de kostenveroordeling van het Haagse hof naar ik meen in stand blijven, nu het dictum van het arrest a quo alsdan verder niet wordt vernietigd.
Prejudicieel gestelde vragen IEF 13741