Gepubliceerd op woensdag 15 november 2017
IEF 17276
HvJ EU ||
14 nov 2017
HvJ EU 14 nov 2017, IEF 17276; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-een-consument-verliest-niet-zijn-hoedanigheid-na-langdurig-gebruik-van-een-particulier

Conclusie AG: Een consument verliest niet zijn hoedanigheid na langdurig gebruik van een particulier Facebookaccount om activiteiten te ontplooien

Conclusie AG HvJ EU 14 november 2017, IEF 17276; IEFbe 2403; IT 2410; RB 3032; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook) vgl. IT 1878 . Voor „socinfluencers”, „prosumers” (professionele consumenten) zijn hun persoonlijke accounts op sociale netwerken een onmisbaar instrument voor hun werk. Een consument verliest niet zijn hoedanigheid indien hij – na langdurig gebruik van een particuliere Facebookaccount om zijn rechten uit te oefenen – boeken publiceert, lezingen houdt (soms ook tegen betaling), websites exploiteert, giften inzamelt om de rechten te kunnen uitoefenen. Bevoegdheid in zaken betreffende consumentenovereenkomsten – Begrip ,consument’ – Sociale media –Facebookaccounts en Facebookpagina’s – Cessie van vorderingen door consumenten die woonplaats hebben in dezelfde lidstaat, in een andere lidstaat en in een derde land – Collectief verhaal.

Conclusie AG:

1)       Artikel 15, lid 1, van [EEX-verordening (EG) 44/2001] dient aldus te worden uitgelegd dat de verrichting van activiteiten als het publiceren van boeken, het geven van lezingen, de exploitatie van websites of de werving van fondsen om vorderingen geldend te kunnen maken, niet het verlies van de hoedanigheid van consument meebrengt voor vorderingen die betrekking hebben op de eigen, voor particuliere doeleinden gebruikte Facebookaccount.

2)       Op grond van artikel 16, lid 1, van verordening nr. 44/2001 kan een consument in een lidstaat tezamen met zijn eigen vorderingen niet ook gelijklopende vorderingen van andere consumenten met woonplaats in dezelfde lidstaat, in een andere lidstaat of in een derde land geldend maken.

Gestelde vragen:

1)      Dient artikel 15 van [verordening nr. 44/2001] aldus te worden uitgelegd dat een ,consument’ in de zin van deze bepaling die hoedanigheid verliest indien hij – na langdurig gebruik van een particuliere Facebookaccount om zijn rechten uit te oefenen – boeken publiceert, lezingen houdt (soms ook tegen betaling), websites exploiteert, giften inzamelt om de rechten te kunnen uitoefenen, en de rechten van talrijke consumenten aan zich laat cederen onder de belofte dat een mogelijke procesopbrengst, na aftrek van de proceskosten, aan hen zal worden overgemaakt?

2)      Dient artikel 16 van verordening nr. 44/2001 aldus te worden uitgelegd dat een consument in een lidstaat tezamen met zijn eigen rechten uit een consumententransactie bij het forum actoris ook gelijklopende rechten van andere consumenten met woonplaats
(a)      in dezelfde lidstaat,
(b)      in een andere lidstaat, of
(c)      in een derde land,
geldend kan maken, indien deze uit consumententransacties met dezelfde verwerende partij in dezelfde juridische context voortvloeiende rechten aan hem werden gecedeerd, en de cessietransactie geen deel uitmaakt van een handels- of beroepsactiviteit van verzoeker maar de gezamenlijke uitoefening van de rechten tot doel heeft?

Afbeelding - By Manfred Werner - Tsui - Own work, CC BY-SA 3.0, Link