Gepubliceerd op woensdag 1 november 2017
IEF 17229
Rechtbank Amsterdam ||
26 okt 2017
Rechtbank Amsterdam 26 okt 2017, IEF 17229; (Buma/Stemra tegen CVTA), https://delex.nl/artikelen/cvta-had-buma-stemra-om-haar-zienswijze-moeten-vragen

CvTA had BUMA/Stemra om haar zienswijze moeten vragen

Rechtbank Amsterdam 26 oktober 2017, IEF 17229 (Buma/Stemra tegen CVTA) Buma/Stemra heeft een extern onderzoek laten verrichten naar hun financiële organisatie, waar na afronding van het onderzoek CVTA over heeft bericht. Vervolgens heeft CVTA Buma/Stemra geadviseerd nader onderzoek te laten verrichten naar haar financiële organisatie en ook hier een persbericht over gepubliceerd. Buma/Stemra maakt bezwaar tegen het advies en het daaraan gekoppelde persbericht. Het advies van het CVTA is aan te merken als een besluit in de zin van de Awb. Voorafgaand aan het advies had het CVTA Buma/Stemra om haar zienswijze moeten vragen. Nu deze zienswijze alsnog gevraagd is, is het advies zorgvuldig tot stand gekomen zodra de zienswijze toegevoegd is aan het advies. Daarnaast is het uitbrengen van een persbericht dat betrekking heeft op een advies waarvan de inhoud nog niet vaststaat prematuur. Nu ook het persbericht aangepast is, kan dit tegelijkertijd met het advies gepubliceerd worden. 

3.1 De tekst van het persbericht is naar aanleiding van de mondelinge zienswijze van verzoekers gewijzigd. Ter zitting is gebleken dat partijen het over die gewijzigde tekst eens zijn. Verweerder wil het persbericht terstond publiceren, maar zal wachten met de publicatie van het advies tot na 25 oktober 2017, de laatste dag waarop verzoekers de gelegenheid hebben gekregen een zienswijze in te dienen. Verzoekers verzetten zich tegen publicatie van zowel het persbericht als het advies en stellen dat het persbericht niet zonder het advies kan worden gepubliceerd. De voorzieningenrechter volgt verzoekers daarin. Het uitbrengen van een persbericht dat betrekking heeft op een advies waarvan de inhoud nog niet vast staat, lijkt prematuur. De zienswijze zou namelijk kunnen leiden tot (ingrijpende) wijzigingen van het advies.

3.2 Verweerder heeft op 28 september 2017 een advies uitgebracht zonder dat vooraf aan verzoekers een zienswijze is gevraagd. Deze omissie heeft verweerder willen herstellen door verzoekers tot 25 oktober 2017 hiertoe de gelegenheid te geven. Verweerder heeft daarom ook toegezegd niet te publiceren totdat de zienswijze is gegeven en is betrokken bij het advies. Zodra de zienswijze bij het advies is betrokken is de voorzieningenrechter van oordeel dat het advies zorgvuldig tot stand is gekomen. Er is dan geen reden meer om het advies tezamen met het persbericht niet te mogen publiceren. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af. De voorzieningenrechter ziet wat aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten, omdat er in eerste instantie ten onrechte geen zienswijze was gevraagd aan verzoekers en zij bezwaar hebben moeten instellen om dit te herstellen.