D.J.G. Visser, De Speerpunten van Teeven, IEF 9547, 12 april 2011
De speerpunten van Teeven
Dirk Visser, Universiteit Leiden, Klos Morel Vos & Schaap: De speerpunten van Teeven
Op 11 april 2011 heeft staatsecretaris Teeven zijn langverwachte ‘Speerpuntenbrief auteursrecht 20©20’ aan de Tweede Kamer verstuurd. De eerste reacties waren gemengd en voorspelbaar. Alle belangenorganisaties die niet of niet volledig hun zin kregen waren teleurgesteld. Belangenorganisaties die wel kregen waarop ze hadden gehoopt, waren blij.
In zijn brief bespreekt Teeven 4 speerpunten, te weten:
1. Het vergroten van het vertrouwen in het auteursrecht en de auteursrechtorganisaties. In dat verband wil ik het wetsvoorstel toezicht, dat thans in de Kamer aanhangig is, overnemen.
2. Het versterken van de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars ten opzichte van exploitanten door middel van een wetsvoorstel auteurscontractenrecht.
3. Het bevorderen en beschermen van nieuwe bedrijfsmodellen op internet door een wetsvoorstel ter bestrijding van inbreukfaciliterende websites en een herbezinning op de thuiskopie-exceptie. Daartoe wordt het downloaden uit evident illegale bron onrechtmatig verklaard in combinatie met een afgewogen handhavingskader waarin een balans wordt gevonden tussen de bescherming van rechthebbenden en het belang van een open internet.
4. Het steunen van de Europese plannen om digitaliseringsprojecten en het behoud van cultureel erfgoed te faciliteren en om de territoriale beperkingen van auteursrechtlicenties terug te dringen. Daarnaast wil ik inzetten op een fair-use exceptie in de richtlijn auteursrecht.
In deze bijdrage worden deze vier speerpunten kort besproken.
Lees het gehele artikel hier (opgemaakte pdf volgt)
Speerpunt 1
Speerpunt 1 is het vergroten van het vertrouwen in het auteursrecht en de auteursrechtorganisaties. Dit speerpunt is politiek nauwelijks omstreden. Iedereen lijkt het erover eens dat het ‘wetsvoorstel toezicht’ dat reeds geruime tijd bij de Tweede Kamer ligt en wacht op mondelinge behandeling, snel tot wet wordt verheven. Of strenger toezicht daadwerkelijk de belangenverstrengeling, zelfverrijking, vriendjespolitiek en ‘het geld dat aan de strijkstokken blijft hangen’ in het collectief beheer effectief gaat bestrijden, is de vraag. Maar het is een begin. Veel zal afhangen van hoe actief het College van Toezicht zich zal gaan opstellen en hoeveel financiële armslag het daarvoor krijgt. Tot nu toe had het College van Toezicht te weinig mogelijkheden voor effectieve handhaving, maar gaf het ook blijk van erg weinig ambitie. Ook de ‘1-loket gedachte’ kent weinig tegenstanders. Met name één loket voor al het gebruik van audio- en videomateriaal in bedrijven en horeca ligt voor de hand en is ook al een eind gevorderd. Buma/Stemra, Sena en Videma werken op dit gebied al samen. Nu bij beide organisaties nieuwe directeuren zijn aangetreden is er misschien ook eindelijk ruimte voor een fusie van Buma/Stemra en Sena.
De mogelijkheid van concurrerende collectieve beheersorganisaties om de monopolieposities te doorbreken wijst Teeven af. Ik denk dat dat niet onverstandig is. Concurrentie lijkt mooi, maar wie het drama, de chaos en de moddergevechten van de twee concurrerende organisaties Norma en Irda van nabij heeft gevolgd, weet dat de nadelen ook heel groot zijn.
Speerpunt 2
Speerpunt 2 is het versterken van de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars ten opzichte van exploitanten door middel van een wetsvoorstel auteurscontractenrecht. Het lijkt erop dat na alle negatieve reacties en adviezen (o.a. van de Cie. Auteursrecht) de meer draconische voorstellen, zoals het afschaffen van de overdraagbaarheid van het auteursrecht bij leven en de beperking van exclusieve licenties tot 5 jaar, van tafel zijn. Teeven wil een auteurscontractenrechtelijke regeling, vergelijkbaar met die in Duitsland, België en Frankrijk. De ervaring in die landen leert dat het niet zo veel uithaalt. Een structurele verbetering van de inkomenspositie van auteurs en artiesten levert het in ieder geval niet op. Het levert vooral veel discussies, ingewikkelde contracten en procedures op over wat een billijke vergoeding is en wanneer een vergoeding billijk is. De realiteit zal zijn dat als uitgevers en producenten vaker aanvullende vergoedingen voor bepaalde gebruiksvormen zullen moeten gaan betalen, de initiële vergoedingen omlaag zullen gaan.
Speerpunt 3
Speerpunt 3 is het bevorderen en beschermen van nieuwe bedrijfsmodellen op internet door een wetsvoorstel ter bestrijding van inbreukfaciliterende websites en een herbezinning op de thuiskopie-exceptie. Daartoe wordt het downloaden uit evident illegale bron onrechtmatig verklaard in combinatie met een afgewogen handhavingskader waarin een balans wordt gevonden tussen de bescherming van rechthebbenden en het belang van een open internet.
Dit is ongetwijfeld het lastigste onderwerp, waarbij het onmogelijk is iedereen tevreden te stellen. Veel rechthebbenden willen het liefst strenge handhaving én heffingen. Sommige organisaties van rechthebbenden, die vooral denken aan het geld dat via hen wordt verdeeld, willen geen handhaving, maar wel heffingen. Organisaties die consumenten of ‘internetvrijheden’ stellen te vertegenwoordigen willen het liefst helemaal geen handhaving en ook geen heffingen, maar liever (lage) heffingen dan handhaving. De bestaande heffingen op blanco cd’s en dvd’s verdwijnen vanzelf, omdat die dragers verdwijnen. Een overstap naar heffingen op MP3-splers, harddisks of op internetaansluitingen of abonnementen is een mogelijkheid die ook niet erg populair is. Als die stap eenmaal gemaakt is, dan houdt het nooit meer op met die heffingen en voelen gebruikers zich bovendien begrijpelijkerwijs gelegitimeerd om alles wat los en vast zit te kopiëren. Handhaven jegens of ‘criminaliseren’ van individuele internetgebruikers is misschien wel het minst populair. Maar de situatie, waarin kopiëren uit evident illegale bron (beweerdelijk) was toegestaan, is ook niet te handhaven, zeker niet nu rechters daaraan openlijk de conclusie gingen verbinden dat het faciliteren van dergelijk ‘illegaal downloaden’ ook niet onrechtmatig zou zijn.
De keuze die Teeven nu maakt is duidelijk:
1) Kopiëren uit illegale bron is onwenselijk en moet verboden kunnen worden, maar de handhaving van zo’n verbod moet zoveel mogelijk bij de bron en bij de tussenpersonen plaatsvinden. Dat betekent inderdaad dat tussenpersonen in een bepaalde mate zullen moeten gaan filteren. En dat draagt het risico in zich dat er te veel gefilterd gaat worden. Daaraan moet dus veel aandacht besteed worden. Kopiëren uit evident illegale bron zal wel civielrechtelijk te verbieden zijn, wat ook nodig is gebleken om de tussenpersonen te kunnen aanpakken. Als rechthebbenden in Nederland zouden proberen om individuele internet gebruikers via civielrechtelijke weg aan te pakken, wat ze op grond van het aan hun toestemming onderworpen uploaden al lang hadden kunnen doen omdat veel gebruikers ook uploaders zijn, krijgen ze publicitair iedereen over zich heen. Kopiëren uit evident illegale bron wordt niet strafrechtelijk verboden en er zal geen strafrechtelijke handhaving tegen individuele internetgebruikers plaatsvinden. Daarop kan men allerlei kritiek hebben, maar het is nu eenmaal een compromis tussen de belangen van rechthebbenden en de privacybelangen van gebruikers.
2) De Thuiskopieheffing wordt afgeschaft. Dat is een dapper besluit, waartegen nationaal en internationaal veel weerstand zal bestaan bij alle grote en kleine organisaties die uit deze ruif mee-eten. Zij zullen moord en brand schreeuwen omdat hun omzet, hun werkgelegenheid en hun voortbestaan in gevaar komen. Als je als organisatie gewend bent dat er tonnen of miljoenen binnenkomen waarvoor je geen dienst als tegenprestatie hoeft te leveren en waarvan je een fors percentage inhoudt (voor eigen salarissen, ‘goede doelen’, het voeren van publiciteitscampagnes en allerlei juridische procedures) en de rest als een soort sinterklaas kan verdelen onder je dankbare aangeslotenen, dan is het zeer bedreigend als die geldstroom ophoudt. Zeker als ook die andere geldstroom, de kabel-vergoeding, onder druk staat. Voor de individuele creatieven zal het betekenen dat zij een klein bedrag minder krijgen, waarvan zij de herkomst of de hoogte nooit konden verifiëren. Op het functioneren van de markt voor creatieve producten en op de incentives om te blijven creëren zal het geen enkel effect hebben. Samen met de thuiskopieheffing zou overigens ook de reprorechtheffing op het fotokopiëren eindelijk eens moeten worden afgeschaft. Maar omdat het bedrag dat daarvoor per gebruiker wordt betaald zo klein is, maakt niemand zich daar momenteel druk over.
Speerpunt 4
Speerpunt 4 is het steunen van de Europese plannen om digitaliseringsprojecten en het behoud van cultureel erfgoed te faciliteren en om de territoriale beperkingen van auteursrechtlicenties terug te dringen. Daarnaast wil Teeven inzetten op een fair-use exceptie in de richtlijn auteursrecht.
Digitaliseringsprojecten waarbij materiaal dat al jaren niet meer commercieel wordt geëxploiteerd via internet wordt ontsloten worden vaak gefrustreerd door het auteursrecht. Individuele rechthebbenden en collectieve organisaties vragen vaak prohibitief hoge bedragen, waardoor de projecten geen doorgang kunnen vinden. De territoriale beperkingen van auteursrechtlicenties zijn ook een probleem waardoor Europa grote achterstand heeft op de Verenigde Staten op het gebied van legaal aanbod van auteursrechtelijk beschermd materiaal. In beide gevallen zijn het ook weer de bestaande belangen van de nationale collectieve beheersorganisaties die een groot obstakel vormen. Iedereen is bang dat hij ‘handel’ verliest als er in Europa centraal kan worden afgerekend of als er dwanglicenties van kracht worden. Teeven maakt duidelijk dat initiatieven om dit te doorbreken op Europees niveau moeten worden geconstrueerd.
Tot slot wil Teeven aandringen op de invoering van een Europese fair-use exceptie. Dat ligt in veel landen politiek en juridisch-systematisch heel gevoelig. Maar als er nu één maatregel is die het vertrouwen in het auteursrecht zou vergroten, dan is het het bieden van meer vrijheid voor creatief hergebruik van bestaand materiaal, onder andere het zogenaamd remixen in al zijn verschijningsvormen. Dat zou kunnen via een fair-use beperking, maar ook via een ruime en eigentijdse interpretatie van bestaande beperkingen ten aanzien van citaatrecht, parodie en incidentele verwerking. Het kan ook door een rechtstreekse afweging van buiten het auteursrecht liggende grondrechten van informatievrijheid/kunstvrijheid tegen het auteursrecht. Tenslotte kan creatief hergebruik desgewenst worden toegestaan met een beroep op de leerstukken van misbruik van machtspositie en misbruik van recht.
Dirk Visser (12 april 2011)