Dat gaan we toch geen openbaar maken noemen?
Lex Bruinhof (Wieringa Advocaten): Kort commentaar bij Vzr. Rechtbank Zwolle, 10 december 2008, IEF 7655, Buma /Suplacon.
“Whoa! Het enkele toestaan van het luisteren naar muziek op de werkplek (hoe die muziek ook wordt voortgebracht en ongeacht of de werkgever daar zelf de hand in heeft gehad) is hier dus voldoende om auteursrechtinbreuk aan te nemen. Oók waar deze muziek naar eigen keuze van de werknemer uitsluitend via een i-Pod of mobiele telefoon (naar wij mogen aannemen) vrijwel ongemerkt rechtstreeks in de oren van de werknemer verdwijnt.
Dat is een behoorlijke stap verder dan in bovengenoemd "De Zon" arrest van de Hoge Raad werd aangenomen (…) Hier wordt het openbaarmakings-begrip naar mijn mening ruim voorbij de uiterste rek opgerekt. En dus breekt het. Het is misschien met enige moeite nog wel aan te nemen dat de werkgever hier min of meer profiteert van het feit dat er mensen zijn geweest die zulke mooie muziek hebben gemaakt. Dat is echter niet relevant. Misschien profiteert hij ook wel van het feit dat de werknemer een pijnstiller heeft genomen en daarom ondanks zijn hoofdpijn toch kan doorwerken. Feit is dat de werknemer een eigen keuze heeft gemaakt waar de werkgever hoegenaamd niets anders mee van doen heeft dan dat hij die niet heeft verboden. Dat gaan we toch geen openbaar maken noemen?”
Lees het commentaar hier.