Gepubliceerd op dinsdag 26 mei 2009
IEF 7927
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

De gezichtsuitdrukking van beide kinderen is angstaanjagend weergegeven

Rechtbank Alkmaar,  sector kanton, 20 april 2009, LJN: BI4783, Eiser tegen Gedaagde (in China vervaardigd schilderij).

Portret in opdracht. Geen IE, wel aardig. Gedaagde weigert afname van in zijn opdracht in China vervaardigd schilderij. Ktr. stelt vast dat het een resultaatsverbintenis betreft nu prestatie overwegend bestaat uit naschilderen van een foto en het in mindere mate gaat om het artistieke gehalte van het schilderij. Deels sprake van een tekortkoming. Partiële ontbinding wordt toegewezen. Gedaagde behoudt recht op schilderij.
 
De kantonrechter stelt voorop dat de door eiseres op zich genomen verplichting kan worden gekenschetst als een resultaatsverbintenis nu de prestatie overwegend bestaat uit het (na)schilderen van een foto en in mindere mate om het artistieke gehalte daarvan.

Daaraan getoetst is de kantonrechter van oordeel dat de dochter prima is weergegeven, dat de hond een goed geschilderde Golden Retriever (doch volgens gedaagde niet zijn hond), terwijl de weergave van de zoon, zeker van dichtbij, minder geslaagd is te noemen. Er is dan ook sprake van enige tekortkoming. De wettelijk uitgangspunt is dat in een dergelijk geval de opdrachtnemer, in dit geval de portretschilder, in de gelegenheid dient te worden gesteld om de geleverde prestatie te perfectioneren, hetgeen door een enkele retouche zeer wel mogelijk lijkt.

In de onderhavige situatie blijkt dit echter op praktische gronden onuitvoerbaar te zijn. Het door eiseres via een tussenpersoon getroffen arrangement met de (haar onbekende) Chinese uitvoerder voorziet daar niet in. Een beroep op overmacht gaat in dit geval niet op. De onmogelijkheid om het portret te verbeteren komt in de gegeven omstandigheden voor rekening van eiseres, terwijl bovendien de Chinese schilder als haar hulppersoon is te beschouwen.

De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval de ernst van de tekortkoming niet een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. Gedaagde wist bij het aangaan van de transactie dat het schilderij in China zou worden vervaardigd, dus ook gedaagde moet zich er redelijkerwijs van bewust zijn geweest dat, indien het resultaat zou tegenvallen “ruilen”voor een beter exemplaar onmogelijk zou zijn.

De kantonrechter acht daarom gerechtvaardigd een partiële ontbinding van de overeenkomst, in dier voege dat gedaagde slechts de helft van de overeengekomen prijs verschuldigd is, overeenkomend met de kwaliteit van het schilderij. De vordering van eiseres zal dan ook voor de helft worden toegewezen (waarbij gedaagde zijn recht behoudt op het schilderij).

Lees het vonnis hier.