Gepubliceerd op vrijdag 10 juli 2009
IEF 8049
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

De kleine waarheid

Rechtbank ’s-Gravenhage, 8 juli 2009, HA ZA 06-711, De Acteur tegen Bridge Rights B.V.

Acteursrecht. Billijke vergoeding auteursrecht en naburige rechten.  Eiser, de begin dit jaar overleden acteur Wil van Selst, heeft een rol gehad (als Jan Griffioen) in de televisieserie De Kleine Waarheid, uitgezonden vanaf december 1970 en in 2005 op DVD uitgebracht door gedaagde Bridge. Inzet van deze procedure is de hoogte van een door Bridge aan de Acteur  te betalen billijke vergoeding. De gevorderde vergoeding wordt gematigd tot het bedrag dat oorspronkelijk door gedaagde aan eiser was geboden.

“Aan de grondslag van de betalingsverplichting hebben partijen weinig woorden gewijd. (…) Voorshands gaat de rechtbank ervan uit dat partijen het oog hebben op de Wet op de naburige rechten (Wnr) en gelet op de daarin onder artikel 4 opgenomen verwijzing naar het filmrechtregime van de Auteurswet (Aw), de artikelen 45a tot en met 45g Aw, met name de onder 45d Aw bedoelde billijke vergoeding.”

4.7. De Acteur wil zich vergelijken met een acteur met een hoofdrol. Naar oordeel van de rechtbank is dat niet juist. Een acteur die in niet meer dan 2 van 26 afleveringen optreedt kan in de serie als geheel niet als een hoofdrolspeler worden aangemerkt. Wellicht was de bijdrage van de Acteur in de bedoelde twee afleveringen aanzienlijk, hij stelt 50 minuten aan het woord te zijn geweest, maar dat maakt hem in de serie niet tot hoofdrolspeler, zelfs niet tot de speler van een middenrol op welke positie de Acteur zich ter comparitie terugtrok. Nu de acteur overigens niet heeft gesteld waarom zijn rol in De Kleine Waarheid als een hoofdrol of middenrol moet worden aangemerkt en daarnaast weinig heeft gesteld omtrent de omvang van zijn rol in Hamelen, bieden de door de Acteur voor Hamelen ontvangen betalingen onvoldoende aanwijzing voor de “marktwaarde” van de Acteur.

4.8. Ter onderbouwing van haar uitgangspunt sub f heeft Bridge een overzicht van door Bridge betaalde vergoedingen voor het uitbrengen op DVD van de series Q&Q, Stille Kracht, Willem van Oranje en Van Oude Mensen overgelegd. De rechtbank ontleent aan dit document dat Bridge onderscheid maakt tussen bijrol, grote rol en hoofdrol, daarnaast onderscheidt Bridge de positie van de auteur/regisseur/uitvoerende producent en de positie van omroep/producent.

(…)

4.10. Naar oordeel van de rechtbank is het passend voor de bepaling van de redelijke vergoeding de markt in aanmerking te nemen. (…) De Acteur heeft niet toegelicht welk gewicht zijn rol in Hamelen was, hij heeft geen informatie verschaft omtrent de omvang van de cast en de bijdrage van medeacteurs en de door hen ontvangen vergoedingen. Voor de rechtbank blijft over als kenbron van de markt het door Bridge gegeven overzicht.

4.11. Door de Acteur is dit overzicht bestreden omdat het afkomstig is van slechts één speler op de markt. De rechtbank zal zich niettemin richten naar dit overzicht. Het stond De Acteur vrij meer of andere markt gegevens over te leggen, dat heeft hij evenwel nagelaten. Onbestreden is ook dat in de relevante periode Bridge de belangrijkste aanbieder was van televisieseries op dvd.

4.12. Hierboven is al overwogen dat de rol van de Acteur in de gehele serie De Kleine Waarheid moet worden gekwalificeerd als een bijrol. De verstrekte gegevens leren dat de vergoeding voor een bijrol bestaat uit een lumpsum en niet een royalty gerelateerd aan de omvang van de verkoop. De lumpsum voor een bijrol varieert van € 150 tot € 500, waarbij een lager bedrag wordt betaald naarmate het aantal medewerkers groter is. Het aantal medewerkers van de serie De Kleine Waarheid is groot. Naar oordeel van de rechtbank is dan ook een vergoeding van € 250 – zoals door Bridge aangeboden – voor medewerking in een bijrol, als marktconform en bij afwezigheid van andere aanknopingspunten ook als redelijk aan te merken. De rechtbank weegt mee dat hetzelfde bedrag is aangeboden als redelijke vergoeding aan andere acteurs die hebben meegewerkt aan twee, drie of vier afleveringen van de televisieserie De Kleine Waarheid en dat deze andere acteurs dat bedrag hebben geaccepteerd.

4.14. Bij deze stand van zaken kan de Acteur nauwelijks als de in het gelijk gestelde partij worden aangemerkt. De rechtbank acht het passend de kosten van de procedure te compenseren des dat partijen de eigen kosten dragen.

De rechtbank veroordeelt Bridge tot betaling aan de Acteur van € 250, te vermeerderen met de wettelijk rente vanaf 6 juli 2005 tot de dag van algehele voldoening.

Lees het vonnis hier.