De nieuwe kleren van de leraar
Een geanominiseerd portretrecht-vonnis van de Rechtbank Den Haag van 26 oktober 2005. Leraar A poseerde voor een amateurschildersgroep welke onder leiding stond van B. B vroeg na afloop van de posseersessie of hij foto's van A mocht maken. De verklaring van B aan A voor het maken van de foto's was dat het lesmateriaal betrof om de betreffende naaktstudies van A op een andere avond af te kunnen maken. A heeft hiervoor toestemming verleend. De foto van A is vervolgens door B op zijn website te koop aangeboden. De naakt foto van A is vervolgens op de school waar hij lesgeeft gaan circuleren.
A heeft B aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van de materiele schadevergoeding af. A heeft geen sluitende afspraken gemaakt omtrent eventuele openbaarmaking of verveelvoudiging van de naaktfoto's door de cursisten. A heeft volgens de rechtbank bewust een risico genomen dat zijn naakt foto's in de openbaarheid terecht zouden kunnen komen. De rechtbank verwerpt het door A gestelde psychisch letsel. A heeft zich niet onder behandeling behoeven te stellen. Bovendien verwerpt de rechtbank de stelling van A dat het voor hem onmogelijk zou zijn om voor de door hem opgenomen Bapu-uren vervangende uren te verwerven, vanwege gemis aan causaliteit.
De immateriele schadevergoeding (E 4.500) wordt wel toegewezen, omdat meer dan voldoende is komen vast te staan dat A ten gevolge van het onrechtmatig handelen van B in zijn eer en goede naam is aangetast en/of vanwege de inbreuk op zijn portretrecht op andere wijze in zijn persoon is aangetast. De rechtbank houdt daarbij rekening met het beroep van B op matiging ex art. 6:109, met name vanwege zijn niet rooskleurige financiele situatie. Naaktfoto's verkopen loont kennelijk niet altijd. Lees hier de uitspraak.