De zeer vriendschappelijk band
Hof 's-Hertogenbosch 1 april 2008, LJN BQ8899 (Waardebepaling litigeuze kunstwerken)
Wellicht interessant: in navolging van LJN BQ8895. Misbruik van bijzondere omstandigheden. Aanzienlijk waardeverschil c.q. nadeel volgt uit deskundigenrapport. Hof stelt vragen aan deskundigen. Bewijswaardering wordt aangehouden.
8.3. Uit het voorgaande valt af te leiden dat ten aanzien van de overeenkomsten I, II, III en V het vermoeden dat door [X.] misbruik is gemaakt van de eerder genoemde bijzondere omstandigheid – de aftakelende fysieke en geestelijke gezondheid van [A.] in combinatie met de zeer vriendschappelijk band met [X.] – in belangrijke mate is gebaseerd op voornoemde rapporten van de deskundige Swagemakers. Juist vanwege het door de deskundige geconstateerde aanzienlijk waardeverschil c.q nadeel aan de kant van [A.] had [X.] zich immers van het aangaan van deze overeenkomsten moeten weerhouden.
8.8. Het hof merkt voorts op dat het van belang is dat de litigieuze kunstwerken zoveel mogelijk door de deskundige(n) op zicht worden getaxeerd; voor zover dat redelijkerwijs niet mogelijk is, dient de deskundige in zijn rapport aan te geven hoe de waarde is bepaald, zo mogelijk onder bijvoeging van de relevante bescheiden.
Lees de uitspraak hier (link)