DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 14 oktober 2021
IEF 20245
Rechtbank Amsterdam ||
8 sep 2021
Rechtbank Amsterdam 8 sep 2021, IEF 20245; ECLI:NL:RBAMS:2021:5395 (Dierentuinen tegen EAZA), https://delex.nl/artikelen/dierentuinbestuurder-schreef-opinie-op-persoonlijke-titel

Dierentuinbestuurder schreef opinie op persoonlijke titel

Rechtbank Amsterdam 8 september 2021, IEF 20245, IT 3682; ECLI:NL:RBAMS:2021:5395 (Dierentuinen tegen EAZA) Vonnis in incident. Voorlopige voorziening. Eiseressen zijn twee in Engeland gelegen dierentuinen. EAZA is een vereniging voor dierentuinen in Europa en West-Azië. Een van de bestuurders van de dierentuinen publiceerde onder meer in de Britse krant 'The Independant' een opiniërend artikel waarin hij kritiek uit op kleine dierentuinen en stelt dat (beschermde) dieren naar natuurlijke leefgebieden moeten worden gebracht. Ook brengen de dierentuinen twee cheeta's naar een reservaat in Zuid-Afrika in plaats van naar een EAZA-dierentuin. EAZA heeft vervolgens de dierentuinen voor twee jaar de status 'uitgesloten' opgelegd op basis van een sanctieprotocol. Geoordeeld wordt onder meer dat de uitingen in de pers op persoonlijke titel zijn gedaan en niet door de dierentuinen zelf. De waarschuwingsbesluiten van EAZA zijn echter wel op die veronderstelling gegrond. EAZA moet de aan de dierentuinen opgelegde status ‘uitgesloten’ ongedaan maken voor de duur van de procedure in de hoofdzaak.

 4.17. De rechtbank is met [eiseressen] van oordeel dat de door EAZA aangedragen argumenten de gestelde toerekening aan [eiseressen] niet kunnen dragen. De betrokken journalisten en [naam 2] verwijzen weliswaar naar zijn betrokkenheid bij [eiseressen] , maar [naam 2] profileert zich met zijn uitlatingen niet uitdrukkelijk als bestuurder van [eiseressen] . De boodschap van de uitlatingen is blijkens de strekking van de artikelen (4.10.) immers een persoonlijke visie van hemzelf op het bestaan(srecht) van dierentuinen in relatie tot dierenwelzijn in het algemeen. Deze boodschap heeft een algemene opiniërende strekking en ziet – als onweersproken gesteld door [eiseressen] – niet specifiek op [eiseressen] . Tussen partijen is bovendien niet in geschil dat, als gesteld door [eiseressen] , [naam 2] zich in de media wel vaker pleegt te positioneren als een conservationist met een uitgesproken visie op dierentuinen en dat hij daaraan als privé persoon een zekere publieksbekendheid ontleent. Zijn door EAZA aangehaalde betrokkenheid bij [eiseressen] en de vermeldingswijze daarvan in de artikelen maakt dan ook in de gegeven omstandigheden niet dat sprake is van vereenzelviging en dat daarom de uitlatingen met [eiseressen] moeten worden toegerekend.

Het ontbreken van een ‘op persoonlijke titel’- toevoeging in de artikelen dan wel het zich ervan distantiëren door [eiseressen] leidt daar in dit geval dan ook evenmin toe.


4.18.

Concluderend hebben [eiseressen] naar het voorlopig oordeel van de rechtbank de uitlatingen dus niet zelf gedaan. De waarschuwingsbesluiten zijn echter wel op die veronderstelling gegrond met de gevolgen van dien voor [eiseressen] . Reeds deze gang van zaken leidt tot het voorlopig oordeel zoals hierna is geformuleerd in overweging 4.28.