Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger
Dirk Visser - Peta & Diera
Twintig jaar geleden schreef mr. Binnert Snijder een bijdrage in IER, die hieronder met zijn toestemming integraal wordt weergegeven.
Hoewel hij in zijn artikeltje ook op een ironische wijze verwees naar de toename (‘wildgroei’) van rechtenorganisaties indertijd, lijkt anno 2017 de door hem voorgestelde DIERA (Droit Intemational (of was het Intellectuel?) d'Exploitation et Repartition pour des Animaux) minder ver weg dan toen.
Dierenrechtenorganisatie PETA (People for the Ethical Treatment of Animals) trof recent een schikking met fotograaf David Slater die een kuifmakaak een selfie had laten maken. Slater betaalt 25% van de opbrengst van de foto aan een goed apen-doel. (Zie bijvoorbeeld: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/09/12/schikking-getroffen-in-zaak-apenselfie-a1573117 )
Studenten auteursrecht in Leiden worden inmiddels aangespoord om een scriptie te schrijven over hoe een nieuw naburig recht voor dieren of hun verzorgers of fotografen vorm zou kunnen krijgen. Een apart recht zoals het recht op gevonden voorwerpen van artikel 45o Auteurswet? Of een nieuwe vergoedingsaanspraak ten aanzien van commercieel gebruik, vergelijkbaar met het commercieel portretrecht?
Het maatschappelijk draagvlak om ondernemers die profiteren van de goodwill van dieren te dwingen een vergoeding te betalen die ten goede komt aan de betreffende diersoort is vermoedelijk al aanwezig. Een wettelijke plicht om een dergelijke vergoeding te betalen kan worden opgenomen in een door de Partij voor de Dieren op te nemen initiatiefwet.
Enkele mogelijkheden:
“Indien een werk is tot stand gebracht door een dier, onder leiding en toezicht van een natuurlijk persoon, wordt deze natuurlijk persoon als de maker van dat werk aangemerkt. Deze maker is gehouden om een substantieel deel van de opbrengst van de exploitatie van het werk aan het welzijn van het dier of de betreffende diersoort ten goede te laten komen”.
“Indien een werk is tot stand gebracht door een dier, wordt de eigenaar van het dier als de maker van dat werk aangemerkt. De eigenaar van het dier is gehouden om een substantieel deel van de opbrengst van de exploitatie van het werk aan het welzijn van het dier of de betreffende diersoort ten goede te laten komen”.
“Voor de openbaarmaking met winstoogmerk van de afbeelding van een dier is een billijke vergoeding verschuldigd die ten goede komt aan het welzijn van het dier of de betreffende diersoort”.
Suggesties voor alternatieve wettelijke bepalingen kunnen naar d.j.g.visser@law.leidenuniv.nl
----
IER 1997, p. 130:
En weer een nieuw recht: de DIERA
Ik heb een idee. Ik ga de DIERA oprichten. Een rechten-organisatie voor een nieuwe categorie rechthebbenden.
Dieren.
DIERA; Droit Intemational (of was het Intellectuel?) d'Exploitation et Repartition pour des Animaux. Ach, het beestje moet een naam hebben. Het auteursrecht is een mensenrecht, aldus de Verenigde Naties. Maar ik verklaar hierbij plechtig, vanaf heden ook een dierenrecht.
Geen wetenschappelijke onderbouwing? Ze creëren niets? Moet je in het plantsoen kijken. Trouwens, het portretrecht was ook altijd al een vreemde eend. En wat geeft de wetenschap eigenlijk; de maatschappelijke ontwikkelingen maken het absoluut noodzakelijk dat deze sinds Bern en Rome schromelijk achtergestelde categorie rechthebbenden nu eindelijk gehonoreerd wordt. Alleen nog even parlementaire erkenning en wat lobbyen binnen WIPO.
Ik ga uiteraard alleen voor een volledig auteursrecht voor mijn lieverdjes; een absoluut verbodsrecht. Want denk maar niet dat ik me laat afschepen met beperkingen, dwanglicenties of een of ander recht op slechts een billijke vergoeding, zoals die andere A-organisaties als Buma, Lira, Sena, Norma, Etcetera. Over een korting valt met mij alleen te praten bij gebruik op Dierendag. Wegens de promotiewaarde.
Ik vertegenwoordig het wereldrepertoire. Niet alleen van de animalus domesticus, maar ook van luiaards, poema's en gordeldieren. Repertoire, dat door het exotische en zeldzame karakter natuurlijk al meteen een veel hogere vergoeding waard is. Zoiets als voetbalrechten, maar dan anders.
Tenzij - door het dier - anders overeengekomen, komt het recht toe aan de baasjes c.q. bazinnetjes. Op grond van een wettelijk vermoeden van overdracht ex art. 2, lid 3 AW nieuw.
Dresseurs en dompteurs komt daarnaast nog een zelfstandig naburig recht toe. Die vertegenwoordig ik ook.
Zo'n overdracht is natuurlijk praktisch nodig. Maar daardoor vertegenwoordig ik wel meteen een enorme groep rechthebbenden. Niet alleen in omvang — kijk ’s avonds laat maar eens op straat — maar ook qua economische macht immens. Er wordt meer omgezet in diervoeders en zo, dan in ontwikkelingshulp, als ik het goed heb. Met die macht dwing ik makkelijk zo'n nieuw recht af; een onontkoombare economische realiteit.
Vanuit die basis laat ik eerst het oog vallen op de kabelovereenkomsten. Dat is miljoenen biznis. Oh, als ik daar alleen maar een percentage achter de komma van krijg ...
Moet lukken. Er zijn vast meer dieren op TV te zien dan literatuur, foto's of beeldrecht repertoire. Wedden dat?
Met deze structurele kabelinkomsten krijg ik DIERA definitief op de kaart. Niet meer weg te denken uit het intellectuele en culturele landschap. Van het geld koop ik een turbo diesel. Ik neem een lieftallige secretaresse en een paar mensen in dienst. Pour moi la vie va commencer!
Vervolgens gaan al deze mensen de maatschappij afstruinen. Uitgevers, kunstinstellingen, omroep, overheid, platenindustrie, filmmaatschappijen, databankbeheerders.
Ik pak nog wat mee uit Reprorecht, Leenrecht ... Overal waar gekke koeien, ezels, circusapen, Turtles, Daffy Duck, Loeki of die andere de Leeuw zich openbaren of — nog interessanter — reproduceren, duik ik met mijn incasso-organisatie op. Zelfs de thuiskopie van huisdieren blijft niet buiten schot. Voor mijn organisatie is het dan ook van vitaal belang dat het verveelvoudigingsrecht blijft. Denk eens aan al die klonen in de toekomst!
Als de individuele repartitie naar rechthebbenden toe — iets wat die andere organisaties nog wel eens proberen — in mijn tent te lastig is om te realiseren, dan heb ik nog wel wat collectieve doelen. Leniging van dierenleed, pension-voorzieningen, asielcentra, varkenspestslachtoffers. Da’s de politieke prijs die ik moet betalen voor de medewerking van mijn toezichthouder; het Ministerie van Landbouw. Ja, ook dat Ministerie heeft nu bemoeienis met het auteursecht.
Nee, niet de Dierenbescherming. Da's teveel concurrentie.
Is dit een geniaal idee, of wat? Hoe bedoel je, geen acceptatie meer bij de betalingsplichtigen? Voor alle onwilligen heb ik nog het ultieme wapen achter de hand dat in de goede oude tijd ook wel tegen Stemra-controleurs werd ingezet; Bello, Bello! grijp ze!