2 mei 2024
Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien
Rb. Amsterdam 2 mei 2024, IEF 22029, IT 4546; C/13/733040 / HA RK 23/141 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney maakt op haar platform Disney+, een subscription video on demand (hierna: SVOD)-dienst, gebruik van muziek die behoort tot het door Buma/Stemra beheerde repertoire. Voor dit gebruik hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten. Disney stelt dat zij sterke indicaties heeft dat het tarief dat door Buma/Stemra wordt gehanteerd niet is gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Dit zou in strijd zijn met artikel 21 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht), artikel 102 van het VWEU en artikel 4 van de Mededingingswet. In verband daarmee verzoekt Disney bij de rechtbank op grond van artikel 843a Rv verstrekking van, primair, de meest recente overeenkomsten die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders (waaronder Netflix en Apple) en, subsidiair, de geanonimiseerde versie van deze documenten. Uiterst subsidiair vordert Disney een door een onafhankelijk registeraccountant gecontroleerd en gewaarmerkt afschrift van informatie over de door Buma/Stemra toegepaste licentietarieven. Buma/Stemra betwist deze stellingen en betoogt dat het verzoek van Disney neerkomt op een “fishing expedition”.
Als partij die inzage verlangt, zal Disney voldoende feiten en omstandigheden moeten stellen waaruit kan worden afgeleid dat zij een rechtmatig belang heeft. Disney betoogt dat haar rechtmatige belang voortvloeit uit het eerste en tweede lid van artikel 2L van de Wet Toezicht. De rechtbank is van oordeel dat uit de criteria van artikel 2L niet volgt dat Buma/Stemra inzage zou moeten geven in de overeenkomsten. De informatie die op grond van deze bepaling dient te worden verschaft, ziet op de criteria die voor het bepalen van de tarieven worden gebruikt. Deze criteria zijn door Buma/Stemra aan Disney verstrekt. Bovendien heeft Disney onvoldoende onderbouwd dat de tarieven niet gebaseerd zijn op objectieve en niet-discriminerende criteria. Daarnaast zijn de tarieven gebaseerd op diverse omstandigheden die per aanbieder kunnen verschillen, waardoor vergelijking ervan lastig is. De conclusie is dan ook dat Disney onvoldoende heeft onderbouwd dat zij een rechtmatig belang heeft; de verzoeken zijn niet toewijsbaar. Ten overvloede wordt nog overwogen dat Netflix en Apple voldoende hebben toegelicht dat inzage in de betreffende documenten bedrijfsvertrouwelijke informatie zou geven aan Disney als concurrent. Dit zou in strijd zijn met geheimhoudingsbedingen.
2.9. Disney wordt niet gevolgd in haar stelling dat voor Buma/Stemra uit artikel 2L, eerste en tweede lid, Wet Toezicht een verplichting volgt om inzage te geven in de overeenkomsten die Buma/Stemra met de andere SVOD-aanbieders heeft gesloten. De informatie die op grond van artikel 2L, eerste en tweede lid, Wet Toezicht dient te worden verschaft ziet, zoals door Buma/Stemra aangevoerd, op de criteria die voor het bepalen van de tarieven worden gebruikt. Die criteria zijn door Buma/Stemra aan Disney verstrekt.
2.10. Verder heeft Disney onvoldoende onderbouwd dat de tarieven die aan de hand van voormelde criteria door Buma/Stemra worden vastgesteld, niet zijn gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Disney meent dat het tarief te hoog is, omdat het "erop lijkt" dat het tarief hoger is dan het tarief dat Buma/Stemra hanteert voor andere vergelijkbare SVOD-diensten in Nederland en omdat het tarief hoger is dan de tarieven die Disney voor de dienst Disney+ in het buitenland betaalt, maar heeft dat tegenover de gemotiveerde betwisting door Buma/Stemra niet, althans onvoldoende, onderbouwd. Daar komt bij dat Buma/Stemra ter zitting heeft toegelicht dat het tarief dat aan een SVOD-aanbieder in rekening wordt gebracht mede afhankelijk is van diverse omstandigheden die per aanbieder kunnen verschillen, bijvoorbeeld welk revenumodel er door de SVOD-aanbieder wordt toegepast en in welke mate muziek dat behoort tot het repertoire van Buma/Stemra, wordt gebruikt. Daarom zijn de SVOD-aanbieders slecht te vergelijken. Hieruit volgt dat zelfs als uit de overeenkomsten zou blijken dat Buma/Stemra bij Disney een hoger tarief in rekening brengt dan bij een andere SVOD-aanbieder, hetgeen niet vaststaat, die enkele omstandigheid niet betekent dat het door Buma/Stemra ten opzichte van Disney gehanteerde tarief is gebaseerd op niet objectieve of discriminerende criteria.