Een doekje voor het branden
Rechtbank Haarlem, 16 mei 2007, KG ZA 07-134. Ludvig Svensson B.V. tegen Bonar technical Fabrics N.V. (met dank aan Joost van Ooijen, De Brauw Blackstone Westbroek).
Misleidende reclame en mededelingen. EN-normen en brandvertragende schermdoeken voor de kastuinbouw.
Svensson stelt dat concurrent en gedaagde Bonar in diverse uitingen (brochure, mailing, advertorial) misleidende mededelingen heeft gedaan, omdat zij ten onrechte zou suggereren dat haar Brandvertragende schermdoeken onder de norm EN 13501-1 in klasse B-sl zijn ingedeeld, althans gelijkgesteld kunnen worden met schermen die tot die klasse behoren en voorts ten onrechte claimt dat haar schermdoeken maximale brandveiligheid bieden.
Gedaagde heeft aangegeven aan in te zien dat zij de indeling onder de genoemde EN-normen niet kan claimen, maar stelt dit genoegzaam gerectificeerd te hebben door middel van een brief aan relaties en klanten. Naar oordeel van de voorzieningenrechter heeft gedaagde echter ook met de brief “de grens van het toelaatbare overschreden”. Ook in de brief wordt de suggestie gewekt dat het product voldoet aan de B-sl normering en de conclusies in de brief over de gebruikte testmethode zijn onvolledig en misleidend. Op grond van een oordeel van “de belangrijkste verzekeringsmaatschappij” wordt ook de claim van gedaagde dat haar schermdoeken maximaal brandveilig zijn als misleidend bestempeld. “Een doek is maximaal veilig indien er geen veiliger doeken bestaan”, aldus de voorzieningenrechter.
Naast een openbaarmakingsverbod van (soortgelijke) reclame-uitingen, worden de gevorderde rectificaties in het tijdschrift ‘Kassenbouw’ en per post toegewezen.
Lees het vonnis hier.