Een gouden gezagsverhouding (arrest)
HR 11 mei 2012, LJN BW5408 ('Terror Jaap' / Inspecteur) - persbericht
In navolging van de eerdere randvermelding IEF 9820. Prijs voor winnaar ‘De Gouden Kooi’ vormt loon uit dienstbetrekking; niet van belang is dat die winnaar via een sms-stemming is aangewezen.
Procedure bij hof en Hoge Raad
Het hof ’s-Gravenhage oordeelde op 22 juni 2011 dat de arbeidsverhouding tussen Talpa en belanghebbende moet worden aangemerkt als een dienstbetrekking. Het hof oordeelde voorts dat het winnen van de hoofdprijs bij belanghebbende opkwam in de sfeer van zijn dienstbetrekking en daarom moet worden aangemerkt als loon.
Belanghebbende heeft cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad. Hij stelt zich op het standpunt dat hij de hoofdprijs niet heeft verkregen uit zijn dienstbetrekking bij Talpa, maar uit een kansspel waarbij de televisiekijkers de winnaar hebben aangewezen.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond. De Hoge Raad stelt voorop dat de arbeidsverhouding tussen Talpa en belanghebbende aangemerkt moet worden als een dienstbetrekking. De Hoge Raad oordeelt verder dat het hof terecht heeft geoordeeld dat de hoofdprijs een voordeel vormt dat door Talpa is verstrekt op grond van de overeenkomst die Talpa met belanghebbende had gesloten. Daarom is sprake van loon uit dienstbetrekking. Hierbij doet het er volgens de Hoge Raad niet toe dat belanghebbende via een sms-stemming als winnaar is aangewezen.
Gevolgen van deze uitspraak: Het oordeel van het hof is hiermee definitief geworden.
3.3.1. In 's Hofs uitspraak ligt het oordeel besloten dat belanghebbende het recht op de prijs uit hoofde van zijn deelname aan het programma ontleende aan de overeenkomst, en niet aan enige andere rechtsverhouding met Talpa. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, en behoefde geen nadere motivering.
3.3.2. Nu deze overeenkomst, naar in cassatie niet in geschil is, moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst, volgt uit hetgeen hiervoor in 3.3.1 is overwogen dat de prijs een voordeel vormt dat Talpa als werkgever heeft verstrekt op grond van een uit die arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichting. Het Hof heeft daarom terecht geoordeeld dat dit voordeel is aan te merken als een voordeel dat is genoten uit dienstbetrekking en daarom is aan te merken als loon in de zin van artikel 10, lid 1, van de Wet op de loonbelasting 1964 (vgl. HR 8 februari 2008, nr. 43514, LJN BB3896, BNB 2008/82). Hierbij doet niet ter zake of belanghebbende, zoals de toelichting op het middel stelt, redelijkerwijs geen (afdoende) invloed kon uitoefenen op zijn kans om de prijs te winnen. Evenmin doet ter zake of sprake was van een kansspel.
Op andere blogs:
Intellectueel Eigendomsrecht.nl (‘De Gouden Kooi’ bakermat van juridische discussie)