Een ongevraagde ondercuratele stelling
Prof. dr. Th.C.J.A. van Engelen, Universiteit Utrecht, Ventoux Advocaten: Een niet-overdraagbaar auteursrecht? De collectieve ondercuratelestelling van creatieve geesten! Gepubliceerd in NJB 27 augustus 2010, afl. 28, p. 1827 e.v.
“Het auteursrecht wordt pas na het overlijden van de maker vatbaar voor overdracht, aldus het voorontwerp auteurscontractenrecht. Dat is door een betuttelende wetgever, ingegeven door een misplaatst romantische opvatting van het auteursrecht.”
“Het voorontwerp auteurscontractenrecht (…) legt een bom onder de vermogensrechtelijke positie van auteursrechthebbenden en uitvoerende kunstenaars. (…) Hier volgen een paar kritische kanttekeningen bij dit voorontwerp dat voor de rechtspraktijk en betrokken kringen ‘uit de lucht is komen vallen’.”
(…) “Per saldo wordt met dit nieuwe regime aan deze personen het vrije beheer over hun rechten – lees: vermogensbestanddelen – ontnomen, wat neerkomt op een collectieve ondercuratelestelling van deze creatieve medeburgers. Bij een dergelijk draconische wijziging zou je verwachten dat er sprake is van een duidelijk in de praktijk ondervonden probleem en dat een ‘groot onrecht’ schreeuwt om krachtig ingrijpen door een bevoogdende overheid. Dat probleem heb ik echter niet kunnen ontdekken.”
(…) “Het voorstel om de overdraagbaarheid van deze rechten tijdens het leven van de oorspronkelijke rechthebbende af te schaffen, komt dan ook uit de lucht vallen. Dat wordt in het voorontwerp onderkoeld aangegeven met de opmerking dat dit een ‘nieuw element’ is. Wel vreemd om een dergelijk nieuw element dan maar zonder een degelijk onderzoek te introduceren, en eerdere onderzoeken en rapporten daarmee terzijde te schuiven. “
(…) “Dat een individuele rechthebbende achteraf soms spijt heeft van een verkoop van rechten mag zo zijn, maar dat rechtvaardigt niet het collectief niet meer overdraagbaar maken van die rechten voor alle rechthebbenden.”
(…) “Als het probleem zou zijn dat het auteursrecht niet de belangen van willekeurig welke auteursrechthebbenden beoogt te beschermen, maar alleen maar van de oorspronkelijke makers – een stelling waarvoor iedere onderbouwing ontbreekt – dan zou de consequentie moeten zijn dat iedere overdracht van auteursrechten of uitvoerende kunstenaarsrechten wordt uitgesloten. Die consequentie wordt in het voorontwerp echter niet getrokken. Consequentie van de stelling dat het auteursrecht of het recht van de uitvoerend kunstenaar alleen de eerste rechthebbende beoogt te beschermen zou overigens ook moeten zijn dat dit recht niet voortduurt na het overlijden van diezelfde rechthebbende.”
(…) “Tegen de achtergrond van de toenemende noodzaak voor – in ieder geval Europese – harmonisatie van ook de vermogensrechtelijke aspecten van intellectuele eigendomsrechten, lijkt het bovendien ook van weinig praktisch inzicht te getuigen door nu voor Nederland een drastische vermogensrechtelijke wijziging door te voeren op het gevaar af dat deze binnen een aantal jaren weer ingehaald wordt door een andersluidende Europese harmonisatie.”
(…) “Per saldo getuigt het wetsontwerp in mijn ogen van een misplaatste romantische opvatting van het auteursrecht.”
(…) “Bij gebreke van een duidelijk probleem dat dringend opgelost dient te worden, lijkt het mij een onzalige gedachte dat de Nederlandse wetgever dit nieuwe vermogensrechtelijke regime introduceert. De noodzaak ontbreekt, en de onderbouwing is niet overtuigend.”
Lees het gehele artikel hier.