Een redelijk handelend opdrachtnemer
Rechtbank Den Haag, 19 oktober 2005, zaak 213895, Interconnect tegen J.J. Graphics. Wel of geen vaststellingsovereenkomst en zijn de gemaakte afspraken wel of niet nagekomen?
Een deel van de vorderingen is eerder door een Voorzieningenrechter bekeken in kort geding (vonnis niet gepubliceerd?). Interconnect had JJ Graphics opdracht verleend tot het ontwikkelen van cursusmateriaal voor de cursussen VW (“Veilig Werken aan en bij Wegafzettingen”) en FD ("?"). Uit deze opdracht verlening zijn werken in de zin van de Auteurswet 1912 ontstaan. JJ Graphics is (ruim) na totstandkoming van de overeenkomst van mening dat Interconnect niet zonder licentievergoeding gebruik mag maken van de door JJ Graphics gecreëerde werken, omdat het auteursrecht daarop bij JJ Graphics zou rusten. Brinkman vindt er het volgende van:
"Met betrekking tot het werk VW heeft Interconnect reeds tijdens het kort geding erop gewezen dat volgens de tussen partijen geldende opdrachtovereenkomst in elk geval het gebruik aan haar zou moeten worden toegestaan. De voorzieningenrechter heeft dit standpunt juist geoordeeld, evenwel met de aantekening – kort gezegd – dat de eventuele verschuldigdheid van een licentievergoeding voor dat gebruik in de bodemprocedure dient te worden bepaald. In het kader van de voorlopige voorziening was ook de rechtbank dat oordeel toegedaan en thans in de hoofdzaak volhardt zij hierbij."
"De rechtbank vermag niet in te zien dat de overeenkomst tussen partijen aldus zou moeten worden uitgelegd dat de VW-cursus die in opdracht werd ontwikkeld niettemin door Interconnect niet zou mogen worden gebruikt dan na toestemming van de opdrachtnemer (onder betaling van een licentievergoeding). In de door Interconnect geaccepteerde offerte valt hierover niets terug te vinden. Hierbij is verder van belang dat JJ Graphics in deze procedure nog immer niet heeft gesteld dat zij een dergelijk voorbehoud voor of tijdens het aangaan van de opdrachtovereenkomst voor de VW-cursus zou hebben gemaakt (en zo ja, wat dit dan precies zou hebben ingehouden), zelfs nadat de voorzieningenrechter dit manco reeds had gesignaleerd (zie r.o. 3.2 van dat vonnis).
Zodoende kan niet van een tijdig door JJ Graphics gemaakt voorbehoud ter zake uit worden gegaan, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank wel op haar weg als opdrachtnemer had gelegen. Van een redelijk handelend opdrachtnemer mag verwacht worden dat hij in een geval als het onderhavige bij het aannemen van de opdracht zou hebben gemeld zoniet welke licentievergoeding hij zou gaan vragen dan toch op zijn minst dat daarover nog onderhandeld zou moeten worden. Dit geldt eens te meer omdat JJ Graphics wist waar het cursusmateriaal voor gebruikt zou gaan worden en dat het vanzelfsprekend in dat kader aan cursisten en docenten dient te worden verstrekt."
Lees het vonnis hier.