Een sprekende gelijkenis
Gerechtshof ‘s-Gravenhage, 11 juli 2007, 22-006799-06. Strafzaak tegen verdachte. (Met dank aan Wouter Pors, Bird & Bird).
Inzender Wouter Pors bericht rechtsvergelijkend over het verwarringsbegrip in het strafrecht: “Deze zaak bevindt zich aan de rafelranden van de IE, maar het ging er toch wel degelijk om of de plastic speelgoedpistooltjes verwarringwekkend veel lijken op een echt pistool. In eerst aanleg ging het OM voor gelijkenis met de FN1910. Historisch interessant, want daarmee is aartshertog Frans Ferdinand vermoord, wat het startsein was voor de Eerste Wereldoorlog. In hoger beroep bedacht het OM zich en vond dat het ging om de FN1906. Het Hof vindt echter dat het pistooltje nergens op lijkt.”
Het hof besluit tot vrijspraak: “Het hof stelt vast dat de inbeslaggenomen voorwerpen niet zijn vermeld op lijst a of lijst b van de bij de Regeling wapens en munitie behorende bijlage I. Evenmin gaat het om voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmetingen met in die bijlage genoemde voorwerpen een sprekende gelijkenis vertonen.
Derhalve dient te worden vastgesteld of de voorwerpen vallen onder de 'vangnetbepaling' uit artikel 3 aanhef onder a van de Regeling wapens en Munitie derhalve of de voorwerpen een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens en (daardoor) voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn. In het dossier bevindt zich een inbeslaggenomen speelgoedwapen als beschreven in proces-verbaal nr. 2006-0626-00145/01. Naar het oordeel van het hof is er in de onderhavige zaak zo duidelijk reeds bij eerste aanblik sprake van plastic speelgoedwapens dat deze redelijkerwijs niet voor bedreiging of afdreiging geschikt kunnen worden geacht. Derhalve dient de verdachte van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken .”
Lees het vonnis hier.