13 feb 2018
EHRM: Vrijheid van meningsuiting niet meegewogen in arrestatie journalist bij protest tegen globalisatie
EHRM 13 februari 2018, IEF 17557; IEFbe 2502; Application no. 5865/07 (Butkevich tegen Rusland) Vrijheid van meningsuiting. Mediarecht. Uit het persbericht: De zaak betrof de arrestatie van een journalist tijdens een protest tegen globalisering op 16 juli 2006 in Sint-Petersburg. Overgebracht naar een plaatselijk politiebureau, werd een administratieve procedure tegen hem gestart wegens ongehoorzaamheid aan een politiebevel. De zaak werd in een versnelde procedure onderzocht en hij werd door een rechter gehoord en diezelfde avond nog veroordeeld tot drie dagen hechtenis. Op 18 juli 2006 verlaagde het hof van beroep deze straf tot twee dagen en beval zijn vrijlating met onmiddellijke ingang. Het EHRM oordeelde met name dat noch de nationale rechtbanken noch de Russische regering de aanhouding van Butkevich of een vertraging van zes uur om hem vrij te laten hadden gerechtvaardigd. Bovendien was de procedure waarin hij was veroordeeld in strijd met de eis van objectieve onpartijdigheid vanwege het ontbreken van de aanklagende partij bij de rechtszitting. Die procedure was ook oneerlijk omdat de politieambtenaren die hem hadden gearresteerd en de rapporten uit het vooronderzoek waarop zijn veroordeling was gebaseerd hadden geproduceerd, tijdens die hoorzitting niet werden ondervraagd. Ten slotte constateerde het Hof dat de binnenlandse autoriteiten geen afweging hadden gemaakt tussen het recht van Butkevich op vrijheid van meningsuiting en het voorkomen van wanorde, waarbij het argument dat Butkevich als een journalist handelde werd genegeerd en niet voldoende werd onderzocht of de demonstratie vreedzaam verliep.