12 apr 2023
Uitspraak ingezonden door: Diederik Stols, Hanna van Til en Otto Volgenant, Boekx Advocaten
EOKM vordert verbod tegen pornowebsite
Rb. Amsterdam 12 april 2023, IEF 21357; ECLI:NL:RBAMS:2023:2192 (EOKM tegen Hammy Media) Het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) heeft een rechtszaak aangespannen tegen Hammy Media, de exploitant van de pornowebsite 'xhamster.com'. EOKM stelt dat op deze website mogelijk beeldmateriaal wordt getoond dat in strijd is met een eerder vonnis van deze rechtbank, waarin het publiceren van beeldmateriaal waarop personen herkenbaar te zien zijn die (1) heimelijk zijn gefilmd op plekken waar zij zich onbespied wanen, of (2) in de privésfeer seksuele handelingen verrichten zonder hun toestemming wordt verboden. Daarnaast stelt EOKM dat Hammy Media, door publicatie van het onrechtmatige beeldmateriaal, in strijd handelt met het portretrecht van artikel 21 Auteurswet (Aw) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). EOKM vordert een verbod op het onrechtmatige beeldmateriaal jegens Hammy Media.
De rechter oordeelt dat de openbaarmaking van het betreffende beeldmateriaal onrechtmatig is, tenzij sprake is van toestemming door de personen die herkenbaar worden getoond. Uit verklaringen van Hammy Media blijkt dat deze toestemming niet altijd is gevraagd. Omdat het beroep van EOKM op artikel 21 Aw niet tot een verderstrekkende veroordeling kan leiden, hoeft dit geen verdere bespreking, zo oordeelt de rechtbank.
De rechter wijst de vordering van EOKM toe en verbiedt Hammy Media om beeldmateriaal openbaar te maken en/of te verspreiden waarop personen herkenbaar te zien zijn die (1) heimelijk zijn gefilmd en ontkleed zijn op plekken waar zij zich onbespied wanen, of (2) waarop personen herkenbaar te zien zijn die seksuele handelingen verrichten in de privésfeer en waarvan het beeldmateriaal niet professioneel is gemaakt zonder hun toestemming. Dit verbod geldt wereldwijd voor personen die in Nederland woonachtig zijn, én in Nederland voor personen die niet in Nederland woonachtig zijn.
4.7. In r.o. 5.22 tot en met 5.26 van het vonnis van 16 februari 2022 is geoordeeld dat openbaarmaking van zowel het filmmateriaal uit de eerste als dat uit de tweede categorie onrechtmatig is, tenzij sprake is van toestemming hiervoor van de personen die herkenbaar worden getoond. De voorzieningenrechter sluit zich aan bij het oordeel in het bodemvonnis. Ook hier geldt derhalve dat Hammy Media zich ervan dient te vergewissen dat de desbetreffende personen toestemming hebben gegeven voor openbaarmaking, bij gebreke waarvan die openbaarmaking onrechtmatig is. Uit de eigen stellingen van Hammy Media kan worden afgeleid dat bij het openbaar maken van beeldmateriaal vóór oktober 2021 niet om toestemming van de performers is gevraagd. Nu gesteld noch gebleken is dat al dit materiaal (voor openbaarmaking waarvan de performer niet kenbaar toestemming heeft verleend) van de website is verwijderd (het is volgens Hammy Media alleen onderhevig aan remoderation), vormt dit reeds voldoende aanleiding voor toewijzing van de vorderingen in dit kort geding, op dezelfde wijze als in het bodemvonnis. Daar komt bij dat (ondanks dat in een kort geding geen ruimte is voor bewijslevering) in dit geval van Hammy Media had mogen worden verwacht dat zij ten aanzien van de tien filmpjes die EOKM in het geding heeft gebracht, had kunnen aantonen dat zij over de vereiste toestemming beschikte. Dat heeft zij niet kunnen doen. Slechts van één uploader heeft zij de gegevens in het geding gebracht, waarbij wordt opgemerkt dat niet kan worden vastgesteld of die uploader degene is die in het filmpje in beeld komt. Nu Hammy Media van de tien filmpjes (nagenoeg) geen documenten in het geding heeft gebracht die zien op toestemming én beeldmateriaal van vóór oktober 2021 nog steeds openbaar wordt gemaakt, is voorshands voldoende aannemelijk dat op xhamster.com een grote hoeveelheid beeldmateriaal openbaar wordt gemaakt, waarvan niet kan worden aangetoond dat toestemming is verkregen van de personen die herkenbaar in beeld komen.