Erfgoedinstellingen hoeven gedigitaliseerde werken niet vrij te geven
Overheidsinformatie. Tarieven. Reikwijdte van de richtlijn naar erfgoedinstellingen en het auteursrecht. Contractenrecht. Het voornaamste discussiepunt gaat over de tarieven die overheden in rekening mogen brengen voor de informatie die beschikbaar wordt gesteld voor hergebruik. In het voorstel mogen overheden (voor zover ze geen culturele instellingen zijn) alleen afwijken van het uitgangspunt dat alleen maximaal marginale verstrekkingskosten in rekening mogen worden gebracht als ze voor de uitvoering van de publieke taak afhankelijk zijn van tarieven.
Een ander groot discussiepunt was de uitbreiding van de reikwijdte van de richtlijn naar musea, archieven en bibliotheken. Nederland wilde geen dwingende Europese regels voor hergebruik van (digitaal) cultureel erfgoed. Er bleek echter geen blokkerende minderheid van lidstaten om de uitbreiding van de richtlijn tegen te houden, of te beperken tot alleen de grote musea, archieven en bibliotheken. Wel zijn de spelregels voor erfgoedinstellingen mede dankzij Nederlandse beïnvloeding gematigd:
- Erfgoedinstellingen hoeven gedigitaliseerde werken waarop (nog) auteursrecht rust niet vrij te geven voor hergebruik;
- Zij mogen meer rekenen dan de marginale (verstrekkings)kosten;
- En zij mogen voor digitalisering van collecties exclusieve contracten sluiten met bedrijven voor een langer periode dan andere overheidsinstellingen.
Al met is Nederland tevreden met wat tot nu toe is bereikt. Op nationaal niveau wordt hergebruik van digitaal erfgoed al gestimuleerd. De instellingen zullen daarbij straks de Europese regels hanteren.