Erik Thijssen - Nog weinig verschil na twee jaar auteurscontractenrecht
Performers Magazine 3, 2017; Erik Thijssen - Nog weinig verschil na twee jaar auteursrechtencontract. Twee jaar geleden werd na een lange lobby het Auteurscontractenrecht, een wettelijke bescherming van auteurs en artiesten tegen wurgcontracten, ingevoerd. Nederland liep ver achter bij de ons omringende landen. In Frankrijk, Duitsland en België werden de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten al jaren eerder aangepast. De nieuwe wet, beloofde toenmalig staatssecretaris Fred Teeven, zou na vijf jaar geëvalueerd worden, met een tussenevaluatie na tweeënhalf jaar. Wat is, met de tussenevaluatie in aantocht, de tussenstand? Is de contractpraktijk werkelijk verbeterd? En zo niet, waarom niet?
In Performers Magazine 4 van 2015 vertelde Erwin Angad-Gaur (secretaris van de Ntb en voorzitter van Sena Performers) desgevraagd dat veel af zou hangen van de oprichting van de Geschillencommissie Auteurscontractenrecht: “Bij die geschillencommissie zullen makers, of groepen makers, anoniem kunnen klagen, tegen een laag klachtengeld; pas bij een positieve uitspraak hoeven zij hun naam kenbaar te maken. Als wij er als vakbonden en beroepsorganisaties in slagen voldoende makers te verenigen in zo’n procedure, hoeft men niet alleen te staan en kunnen we de zwakte van het individu doorbreken.” De geschillencommissie is inmiddels ingericht, maar de eerste klacht tegen een major platenmaatschappij kon niet in behandeling worden genomen. De betreffende maatschappij weigerde zich bij de commissie in te schrijven.
“Dat is een serieus probleem aan het worden,” aldus Angad-Gaur. “De branche-organisaties van producenten bezweren ons en de overheid telkens dat zij hard werken aan een collectieve aansluiting van hun leden (of een collectieve aansluiting met een opt-out mogelijkheid voor bedrijven die echt weigeren mee te doen), maar er komt maar geen schot in de zaak. Wat dat betreft is het goed dat de tussentijdse evaluatie van de wet eraan komt. Het zet hopelijk extra druk op de zaak, want op deze manier is het hele circus, waarvoor ook alle beroepsorganisaties en vakbonden arbiters hebben aangeleverd, waarvoor collectief financiering is geregeld en waarvoor ik mede zelf uren heb onderhandeld over het geschillenreglement, één grote wassen neus.” Alleen VMU en NMUV hebben zich onlangs collectief aangesloten. “Dat betekent dat klachten tegen muziekuitgevers nu in behandeling genomen kunnen worden. Maar klachten tegen een boeken- of bladenuitgever, tegen een omroep of tegen een platenmaatschappij, nog steeds niet.”
COLLECTIEF ONDERHANDELEN
Een ander belangrijk element in de wet is de mogelijkheid van collectieve onderhandeling tussen bonden en beroepsorganisaties enerzijds en brancheorganisaties van producenten anderzijds. Al geruime tijd zijn NVPI en de muziekbonden Kunstenbond en Ntb in onderhandeling over platencontracten. Vorig jaar was de hoop dat uiterlijk begin van dit jaar resultaten zouden worden bereikt. “Dat klopt. Het loopt traag, maar die gesprekken lijken met een jaar uitstel wel tot resultaat te gaan leiden. Heel spectaculair zal dat niet zijn, omdat de muziekwereld te divers is om één standaardplatencontract uit te onderhandelen, maar een aantal do’s en don’ts voor contracten, die dan ook een norm voor de geschillencommissie of voor de rechter gaan vormen, moeten nog steeds uit te onderhandelen zijn.” “Daarnaast zijn momenteel verkenningen bezig om ook de muziekauteursorganisaties in onderhandeling te laten treden over standaard muziekuitgavecontracten. Of dát lukt moet echt blijken. In andere branches weigeren bijvoorbeeld dagbladuitgevers tot op heden botweg om überhaupt aan onderhandelen te denken. Het gaat dus echt traag en er zal in de muziek toch ergens in de loop van dit jaar moeten blijken of we terug moeten naar de wetgever of dat de industrie de boodschap van de overheid en de politiek eindelijk serieus gaat nemen.”
TEKENTAFEL
“We hebben steeds gezegd dat de wet zoals hij is aangenomen wel erg beperkt is in de dwang die kan worden uitgeoefend op opdrachtgevers en exploitanten. De wet schept kaders, de mogelijkheid van een geschillencommissie en de mogelijkheid van collectief onderhandelen, maar als zelfs de door de overheid gesubsidieerde publieke omroep tot op heden weigert aan de geschillencommissie deel te nemen en daarmee voorlopig blijft wegkomen, zal men op het ministerie van Justitie toch echt terug moeten naar de tekentafel.”
(Wordt vervolgd...)