EU Rapporteur met doelstellingen Richtlijn collectief beheer
Werkdocument over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt (COM(2012)0372 –C7-0183/2012 – 2012/0180(COD))
Collectief beheer. Multiteritoriale licentieverlening muziekwerken voor online gebruik. Wijziging term "rechtenbeheerder".
A) Doelstellingen van de rapporteur
Het voorstel voor een richtlijn over het beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt valt in twee delen uiteen. Deel een (titels 1, 2 en 4) stelt de voorschriften vast die voor een goede werking van het beheer van auteursrechten en naburige rechten door rechtenbeheerders nodig zijn. Deel twee (titel 3 en de artikelen 36 en 40 van titel 4), beoogt de verlening van multiterritoriale licenties te vergemakkelijken voor rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik .
De rapporteur heeft drie doelstellingen voor ogen: Allereerst een verbeterde bescherming van de belangen van makers en het behoud van de culturele verscheidenheid in de Europese Unie. Vervolgens de optimalisering van de relaties tussen rechtenbeheerders en commerciële gebruikers in het belang van de consument. Deze twee doelstellingen hebben betrekking op het eerste deel van de richtlijn. De derde doelstelling ten slotte beoogt de versterking van de eengemaakte digitale markt door een vereenvoudiging en verlaging van de kosten van licenties om de ontwikkeling van nieuwe multiterritoriale onlinediensten voor muziekwerken te bevorderen.
Voordat het werkdocument werd opgesteld heeft de rapporteur een uitgebreide raadpleging van belanghebbenden gehouden die de komende maanden zal worden voortgezet. De rapporteur ziet erop toe dat rekening wordt gehouden met de gerechtvaardigde belangen van alle belanghebbenden hoewel zoals hierna zal blijken het niet altijd even gemakkelijk is om de eerste en derde doelstelling met elkaar te verzoenen en deze zullen dan ook bij de implementatie tegen elkaar moeten worden afgewogen.
Doelstelling 1: Bescherming van de belangen van de kunstenaars en behoud van de culturele verscheidenheid
(...) Allereerst dient de definitie van de term "rechtenbeheerder" in artikel 3, onder a) te worden gewijzigd. Het is onder meer nodig dat de filialen van de rechtenbeheerders aan dezelfde eisen voldoen.
Ten tweede wordt in het voorstel onvoldoende rekening gehouden met de bestaande marktsituatie waarin commerciële bedrijven en agenten soortgelijke activiteiten ontplooien en de rechtenbeheerders beconcurreren. Voor deze natuurlijke of rechtspersonen zullen specifieke voorschriften moeten gelden. (...)
Doelstelling 2: optimalisering van de relatie tussen rechtenbeheerders en commerciële gebruikers in het belang van de consument.
Afgezien van de bepalingen van titel 3 die uitsluitend de onlinemuzieksector betreffen, moeten, met het oog op de verbetering van de relaties tussen rechtenbeheerders en commerciële gebruikers, bepaalde artikelen in de titels 2 en 3 worden aangescherpt, herzien en uitgebreid.
Doelstelling 3: versterking van de eengemaakte digitale markt in het belang van de Europese burgers
De toepassing van de mededingingregels verhindert de invoering van een enkel aanspreekpunt in de EU (one stop shop). De invoering van een mechanisme van uitgebreide licenties in combinatie met de toepassing van het principe van het "land van oorsprong"1 levert geen oplossing voor de grote moeilijkheden die commerciële gebruikers ondervinden bij het samenvoegen van het repertoire. Derhalve lijkt de keuze voor bepaalde rechtenbeheerders om multiterritoriale licenties te verlenen (artikel 21), met een verplichting van deze maatschappijen om het repertoire van de andere beheerders te vertegenwoordigen (artikel 29), het meest voor de hand te liggen.
Een van de punten die in de door de rapporteur gehouden brede raadpleging naar voren komt is het vertrouwen van de belanghebbenden2 in de verwezenlijking van de "Global Repertoire Database". Het bestaan van een gedetailleerde, volledige en bijgewerkte databank vergemakkelijkt ontegenzeggelijk de multiterritoriale licentieverlening van meerdere
repertoires tegelijk.
(...)
Opgemerkt dient te worden dat er momenteel in Europa meer dan 250 websites zijn die onlinemuziekdiensten verlenen en dat bijna geen enkele daarvan uitsluitend het EngelsAmerikaanse repertoire aanbiedt3 . Vervolgens hebben alle geraadpleegde aanbieders van onlinemuziekdiensten laten weten dat zij de beschikking moeten hebben over het
wereldrepertoire of een zeer gevarieerd repertoire om hun diensten te kunnen aanbieden.
Met het oog op het evenwicht tussen de verschillende doelstellingen van de richtlijn zal de rapporteur er met name op bedacht zijn dat de "must-carry-verplichting" in artikel 29 op zodanige wijze wordt geformuleerd dat aan de doelstelling van behoud van culturele verscheidenheid volledig recht wordt gedaan. Men zou ook kunnen overwegen rechtenbeheerders die multiterritoriale licenties verlenen te laten bijdragen aan de ontwikkeling en financiering van de culturele verscheidenheid in de lidstaten waarvan zij de repertoires vertegenwoordigen.