Europees Hof: embedded linken mag, (blijkbaar) ook naar illegale content
Bijdrage ingezonden door Kamiel Koelman, Van Diepen Van der Kroef. Voor ‘embedded’, of ‘framed’, linken naar de content van een anders website is de auteursrechtelijke toestemming van die ander niet nodig. Dit wisten we al sinds het Svensson-arrest van eerder dit jaar. Nu lijkt de hoogste rechter in auteursrechtzaken, het Europese Hof van Justitie, daaraan met de recente Bestwater-uitspraak [IEF 14315] toe te voegen dat het embedden van de content óók geen inbreuk oplevert, als die content zonder toestemming van de rechthebbende is geupload naar de website waarnaar wordt gelinkt.
Svensson In het Svensson-arrest oordeelde het Hof – kort gezegd - dat met het aanbrengen van een embedded link geen auteursrechtinbreuk wordt gemaakt, omdat men er van kan uitgaan dat de rechthebbende die iets op internet zette, de bedoeling had dat daarnaar wordt gelinkt. Commentatoren speculeerden dat hieruit moest volgen dat linken en embedden weer wél een inbreuk moet opleveren, als de content waarnaar wordt gelinkt illegaal op internet is gezet; dat wil zeggen zonder de toestemming van de rechthebbende, en dus ook zonder dat deze de bedoeling had dat iedereen ernaar kan linken.
Bestwater Maar uit Bestwater-arrest kan volgen dat het niet uitmaakt of het materiaal waarnaar wordt gelinkt al dan niet rechtmatig op internet is geplaatst. Het ging hier om een embedded link naar een Youtube filmpje, dat zonder toestemming van de auteursrechthebbenden op Youtube was gezet. Deze omstandigheid weerhield het Hof er niet van te oordelen dat het embedden géén auteursrechtinbreuk oplevert.
Betekenis Is nu helder hoe het zit met het linken naar en embedden van materiaal dat zonder adequate toestemming is geupload? In het kort: nee. Het Hof zegt helaas niet onomwonden dat – laat staan: waarom - het geen verschil zou maken of het oorspronkelijke filmpje met of zonder de toestemming van de auteursrechthebbende op internet is gezet. Naar de precieze bedoelingen van het Europese Hof moeten we daarom – zoals wel vaker tegenwoordig – gissen.
Redelijke verwachting Het Hof schrijft wel dat als een werk vrij op internet beschikbaar is, ervan kan worden uitgegaan dat de rechthebbende de bedoeling had om het hele internetpubliek te bedienen, inclusief het publiek dat door de embedded link wordt bereikt. Bedoelt het Hof dat men er ten aanzien van al het materiaal dat vrij op internet staat eenvoudigweg altijd van mag uitgaan dat het met toestemming van de rechthebbende is geupload, zodat er vrijelijk naar kan worden gelinkt, en het kan worden ge-embed?
Nieuw publiek In de Svensson-uitspraak oordeelde het Hof dat met de embedded link geen ‘nieuw’ publiek wordt bereikt dat de rechthebbende niet in gedachten had, toen hij het werk op internet plaatste. Dat was doorslaggevend om aan te nemen dat geen sprake was van auteursrechtinbreuk. In het Bestwater-geval stond het werk al op internet – al was dat illegaal - zodat met deze embedded link evenmin een nieuw publiek wordt bereikt. Zou dit de achterliggende redenering van het Hof zijn: het werk is al openbaar gemaakt door degene die het naar Youtube uploadde, zodat de partij die het werk embedde dat niet nog eens kan doen en daarmee niet nog eens inbreuk kan plegen?
Niet gevraagd Of zou het Hof de omstandigheid dat het filmpje zonder toestemming op Youtube was gezet gewoon niet in aanmerking hebben genomen, omdat de Duitse rechter die de zaak naar het Hof had doorverwezen, daar niet uitdrukkelijk om had gevraagd? Het Europese Hof herformuleert echter wel vaker vragen, als het daar zin in heeft. De vraag van de Duitse rechter verwijst bovendien weldegelijk naar de omstandigheden van het Duitse geval. En het overzicht van de feiten van dit geval in de uitspraak van het Europese Hof, laat zien dat dit Hof zich ervan bewust was dat de rechthebbende had gesteld dat het filmpje zonder diens toestemming naar Youtube was geupload.
Kamiel Koelman