FIAR CE mag zich voegen in proces Thuiskopie-Staat
HR 28 maart 2014, 13/02422 (FIAR CE c.s. tegen Stichting De Thuiskopie)
Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek, Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen en Thijs van Aerde, Houthoff Buruma. Zie eerder IEF 13419 en IEF 12082. Procesrecht. Voeging. De Hoge Raad laat FIAR CE c.s. toe in de procedure Stichting Thuiskopie tegen de Staat. De procedure in de hoofdzaak bij toewijzing van de incidentele vordering wordt niet onredelijk vertraagd, door de enkele omstandigheid dat de incidentele vordering ook eerder dan op de wettelijk laatst mogelijke dag had kunnen worden ingesteld.
4.2.3. Het hof heeft zijn oordeel dat toewijzing van de incidentele vordering tot voeging de procedure in de hoofdzaak onnodig vertraagd, erop gestoeld dat 1) FIAR c.s. de incidentele vordering eerder hadden kunnen instellen, 2) na voeging het partijdebat moet worden vervolgd en 3) onduidelijk is wat FIAR c.s. zouden kunnen bijdragen aan de beslechting van het geschil in de hoofdzaak.
(...)
Als voor het instellen van een incidentele vordering een wettelijke termijn geldt en die termijn niet is overschreven, kan het oordeel dat de procedure in de hoofdzaak bij toewijzing van de incidentele vordering onredelijk wordt vertraagd, niet worden gegrond op de enkele omstandigheid dat de incidentele vordering ook eerder dan op de wettelijk laatst mogelijke dag had kunnen worden ingesteld.
(...) Een in beginsel toewijsbare vordering tot voeging kan dan ook niet wegens strijd met de eisen van een goede procesorde worden afgewezen op grond dat de procedure in de hoofdzaak als gevolg van de voeging wordt vertraagd.
Het derde argument verdraagt zich niet met het oordeel van het hof in rov. 2.4 dat FIAR c.s. voldoende belang hebben bij voeging.
4.3. Nu de Staat de beslissing van het hof niet heeft uitgelokt of verdedigd, zullen de kosten in cassatie worden gereserveerd.