1 okt 2024
Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven, i-ee en Marcel de Zwaan, Bremer & De Zwaan.
Gebruik van een portretfoto bij een podcast zonder toestemming van de maker
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 1 oktober 2024, IEF 22279 (Van Assendelft Fotografie tegen EWTN LL) Van Assendelft Fotografie heeft een portretfoto gemaakt die is gepubliceerd naast een interview in het Nederlands Dagblad. Van Assendelft Fotografie heeft voor dit eenmalige gebruik het Nederlands Dagblad hiervoor toestemming gegeven, is voor het gebruik van de foto betaald en is vermeld als de maker van de foto. EWTN LL heeft dezelfde portretfoto wekelijks gebruikt bij de aankondiging van haar podcast, zonder toestemming of vermelding van de maker van de foto. Daarnaast heeft EWTN LL dezelfde foto gebruikt bij publicatie van de wekelijkse podcast op YouTube, Apple Podcasts en Spotify. De portretfoto is door een derde partij aan EWTN LL gestuurd, nadat deze door EWTN LL was verzocht om een foto aan te leveren. De foto werd verstrekt zonder vermelding van de maker.
Op 6 januari 2022 heeft Van Assendelft Fotografie EWTN LL een email gestuurd waarin EWTN LL werd gesommeerd de portretfoto te verwijderen en het gebruik daarvan te staken. Daarnaast heeft Van Assendelft Fotografie een schadevergoeding geëist van €1.500. EWTN LL heeft hierop gereageerd door de foto van haar website te verwijderen en aan te geven dat ze bereid zijn om €150 te betalen. Dit vond Van Assendelft Fotografie niet acceptabel waardoor ze EWTN LL hebben gedagvaard voor de kantonrechter. De kantonrechter heeft de vordering van Van Assendelft Fotografie afgewezen waarna deze tegen dit besluit in hoger beroep is gegaan. In hoger beroep wordt niet betwist dat Van Assendelft Fotografie de rechten heeft voor deze foto en dat EWTN LL hierdoor inbreuk heeft gemaakt op deze rechten. Wel beroept EWTN LL zich op de uitzonderingen in artikel 19 lid 3 Aw en artikel 15a Aw. Het eerste beroep van EWTN LL gaat over de kwalificatie van haar nieuwssite als nieuwsblad zoals vermeld in artikel 19 lid 3 Aw. EWTN LL bepleit dat een digitale nieuwssite niet valt onder het begrip nieuwsblad. Het hof gaat hier niet in mee, omdat een dergelijke kwalificatie de auteursrechtelijke belangen van Van Assendelft Fotografie op onredelijke wijze zou schaden. Daarnaast moet de Aw worden uitgelegd conform de nieuwere Auteursrechtrichtlijn.
Daarnaast beroept EWTN LL zich op het citaatrecht van artikel 15a Aw. EWTN LL stelt hierbij dat zij ervan uit mocht gaan dat naamsvermelding niet nodig was, aangezien zij de derde partij had gevraagd om een rechtenvrije foto. Dit verweer gaat niet op. Degene die citeert is immers verplicht om de naam en maker van een werk te vermelden. Alleen wanneer bij de eerste rechtmatige publicatie van een foto de naam van de maker niet vermeld staat, hoeft degene die de foto overneemt geen verder onderzoek naar de bron te doen. Het Nederlands Dagblad heeft de foto echter wél met naamsvermelding gepubliceerd. EWTN LL had dit dus ook moeten doen. Hiermee heeft EWTN LL niet voldaan aan de voorwaarde van artikel 15a lid onder 4 Aw en is er sprake van auteursrechtelijke inbreuk.
Gezien deze feiten stelt het hof vast dat EWTN LL een schadevergoeding moet betalen van de jaarlijkse vergoeding van €70 voor gebruik van de foto. De foto is gebruikt op meerdere websites waardoor Van Assendelft Fotografie hier acht keer het jaarlijks tarief voor vraagt. EWTN LL heeft de foto voor een periode van twee jaar gebruikt waardoor de uiteindelijke schadevergoeding €1.120,- bedraagt.
4.6 Artikel 19 lid 3 bevat een beperking op het openbaarmakings- en verveelvoudigingsrecht van een auteur. Een dergelijke beperking valt onder het geharmoniseerde recht van de Europese Unie en is geregeld in artikel 5 van de Auteursrechtrichtlijn¹. Artikel 19 lid 3 dateert van ver voor de auteursrechtrichtlijn en de digitalisering van de verspreiding van nieuws en maakt daarom ook geen onderscheid tussen analoge of digitale nieuwsberichten. De Auteursrechtrichtlijn doet dat wel. Omdat het hier gaat om een nadere invulling gaat van het begrip "nieuwsblad" moet het ook richtlijnconform worden uitgelegd.
4.7 Artikel 5 van de Auteursrechtrichtlijn bevat een limitatieve opsomming van de beperkingen op het recht van de auteur om zijn werk openbaar te maken en te verveelvoudigen. In dit geval gaat het om de uitzondering genoemd onder 5 lid 3 sub o. Die luidt als volgt: "het gebruik in andere, minder belangrijke gevallen, wanneer reeds beperkingen of restricties bestaan in het nationale recht mits het alleen analoog gebruik (onderstreping hof) betreft en het vrije verkeer van goederen en diensten in de Gemeenschap niet wordt belemmerd, onverminderd de in dit artikel vervatte beperkingen en restricties". Uit artikel 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn volgt verder dat dergelijke beperkingen slechts in bepaalde bijzondere gevallen worden toegepast mits daarbij geen afbreuk wordt gedaan aan de normale exploitatie van het werk en de wettige belangen van de rechthebbende niet onredelijk worden geschaad.
4.8 Het hof is van oordeel dat het hier niet gaat om een dergelijk bijzonder geval. De ruime door EWTN LL bepleite uitleg van artikel 19 lid 3 Aw om daaronder ook digitale nieuwsfora te scharen, staat in een onredelijke wijze de auteursrechtelijke belangen van Van Assendelft er zelf toe bepalen of en hoe zijn werk (de portretfoto) wordt openbaar gemaakt en verveelvoudigd.
4.9 Op grond van het voorgaande wijst het hof het beroep van EWTN LL op de uitzondering van artikel 19 lid 3 Aw af.